Ingezonden persbericht


ongevraagd type-1 advies te gaan maken naar aanleiding van een uitgebracht type-2 advies (over de chemisch stof PFOS in vis en over dioxine in Iers varkensvlees). OPMERKINGEN EN AANBEVELINGEN
De Raad heeft nog de volgende opmerkingen en aanbevelingen: Kwaliteitsbewaking
Het Bureau maakt meer dan vorig jaar gebruik van (interne) peer-reviews. De wetenschappelijke kwaliteit van de risicobeoordeling is gebaat bij peer-reviews. Maar ook het inschakelen van meerdere instituten of het raadplegen van de juiste literatuur kan zorgen voor de juiste externe kwaliteitsborging. Ook deze methode past het Bureau nu vaker toe. Wel ontbreekt nog vaak de verantwoording. De Raad beveelt daarom het Bureau aan om voortaan de gevolgde aanpak in het advies te vermelden, net zoals dat in het al genoemde advies over vitamine K in pindaolie is gebeurd. Productveiligheid
Het aantal adviezen over productveiligheid is groter dan vorig jaar (drie ten opzichte van nul). Niettemin vraagt de Raad of dit aantal naar verhouding een juiste weerspiegeling is van de de risico's waarover 694 vd tk bijlage.doc
het Bureau adviseert. Zij vraagt het Bureau te inventariseren of het aantal uitgebrachte adviezen over productveiligheid adequaat is en om zonodig actie te ondernemen om het aantal te verhogen. Positionering
Het Bureau heeft naar de mening van de Raad een unieke positie. Het vormt de schakel tussen de Europese voedselautoriteit EFSA, de departementen LNV en VWS, de onderzoeksinstituten RIVM, RIKILT e.a. en het toezicht van de VWA. Door haar onafhankelijke positie en haar wetenschappelijke borging vervult het Bureau naar de mening van de Raad een wezenlijke functie in de borging van de voedsel- en productveiligheid. De Raad constateert dat het Bureau de hem opgelegde taken wetsconform vervult en constateert met genoegen een continue verbetering in de uitvoering van de taken.
DE RAAD
De Raad is in september 2006 ingesteld door de minister van LNV. De Raad MinLNV | Rapportage van de Raad van advies over Bureau Risicobeoordeling van de VWA http://www.minlnv.nl/portal/page?_pageid=116,1640330&_dad=portal&_schema=PORTAL&p_file_id=38986

Rapportage van de Raad van advies over Bureau Risicobeoordeling van de VWA

15 juni 2009 - kamerstuk

Kamerbrief waarin de minister het rapport over Bureau Risicobeoordeling aanbiedt. De Raad concludeert dat de in 2008 uitgebrachte adviezen van BuR voldoen aan de criteria. De Raad doet 3 aanbevelingen.

Geachte Voorzitter,

Overeenkomstig artikel 9, tweede lid, van de Wet onafhankelijke risicobeoordeling Voedsel en Waren Autoriteit stuur ik u bijgaand de rapportage van de Raad van Advies over Bureau risicobeoordeling (BuR) over 2008.
Ik ben verheugd dat de Raad van Advies tot de conclusie komt dat de in 2008 uitgebrachte adviezen van het Bureau risicobeoordeling voldoen aan de criteria van wetenschappelijke kwaliteit. De Raad doet in zijn rapportage drie aanbevelingen en concludeert niet alleen dat de adviezen van het Bureau van gemiddeld hoog niveau zijn, maar constateert bovendien een continue verbetering in de uitvoering van de taken. Ik onderschrijf de opmerking en de aanbevelingen.
In aanvulling op het bovenstaande wil ik melden dat in 2008 de rol van het Bureau risicobeoordeling tegen het licht is gehouden. Hieruit is voortgekomen dat het Bureau blijft opereren als intermediair tussen de departementen, de nieuwe VWA en de huisinstituten RIVM en RIKILT. Een voorwaarde voor dit alles is een goede aansluiting tussen de werkzaamheden van Bureau Risicobeoordeling, RIVM, RIKILT en VWA. Hierover zullen in 2009 nadere afspraken worden gemaakt. Het uitgangspunt hierbij is dat de wetenschappelijke risicobeoordeling door de huisinstituten zal worden uitgevoerd. Het Bureau integreert deze vervolgens met andere relevante informatie uit bijvoorbeeld risicomanagement en toezicht, tot een advies ter ondersteuning van het beleid en ten behoeve van risicogestuurd toezicht. Deze ontwikkelingen zullen bijdragen aan een optimale infrastructuur in Nederland op het gebied van voedselveiligheid. Voor meer informatie over de inhoud van de rapportage verwijs ik u naar de bijlage. DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg

VD. 2009/694 15 juni 2009

Rapportage van de Raad van advies over
Bureau Risicobeoordeling van de VWA

1
694 vd tk bijlage.doc
Rapportage van de Raad van Advies voor de onafhankelijke risicobeoordeling Voedsel en Waren Autoriteit over het jaar 2008.
INLEIDING
De Raad van Advies voor de onafhankelijke Risicobeoordeling Voedsel en Waren Autoriteit (in het vervolg de Raad genoemd) heeft conform haar wettelijke taak1 onderzocht of de risicobeoordeling en onderzoeken en de daarmee verbonden adviezen van het Bureau Risicobeoordeling (hierna: het Bureau) van de VWA over het jaar 2008 voldoen aan wettelijke criteria2 van onafhankelijkheid en wetenschappelijke kwaliteit. Hieronder volgen de bevindingen van de Raad. WERKWIJZE RAAD
De Raad heeft in 2008 drie keer vergaderd. In die vergaderingen zijn de uitgebrachte adviezen van het Bureau besproken..
Er zijn twee soorten adviezen.
De type-1 adviezen vallen onder de wettelijke taak van het Bureau. Het Bureau biedt deze (gevraagde of ongevraagde) adviezen aan via de Inspecteur-Generaal (IG) van de VWA aan de ministers van LNV en VWS. De IG VWA geeft in zijn aanbiedingsbrief een beoordeling van de betekenis van het advies voor het toezicht van de VWA. Het advies van het Bureau wordt volledig en onverwijld door hem toegezonden aan beide ministers. De adviezen worden op de website van de VWA geplaatst en zijn openbaar toegankelijk. De Raad beoordeelt deze adviezen op hun wetenschappelijke kwaliteit en op hun onafhankelijke totstandkoming.
De adviezen die niet vallen onder de wettelijke taak (de type-2 adviezen) worden door de Raad alleen op hoofdlijnen beoordeeld. Met name kijkt de Raad dan naar mogelijke argumenten om dit advies alsnog te laten volgen door een (ongevraagd) type-1 advies. De aanvragen voor type-2 adviezen zijn meestal afkomstig van de beleidsdepartementen van LNV en VWS en de afdeling Toezicht van de VWA. Het zijn vooral intern gerichte vragen in het kader van de beleidsontwikkeling of -evaluatie. Deze adviezen vallen buiten de wettelijke taakopdracht. Ze worden verstuurd aan de betreffende vragensteller, zoals de IG VWA. Ze worden niet gepubliceerd op de website van de VWA. De adviezen van het Bureau zijn veelal gebaseerd op onderliggende rapporten die in opdracht van het Bureau zijn opgesteld. De Raad beoordeelt de rapporten eveneens, maar geeft uiteindelijk alleen een oordeel over het advies van het Bureau.
ADVIEZEN VAN HET BUREAU
Het Bureau heeft in 2008 11 type-1 adviezen uitgebracht aan de ministers van LNV en VWS . Daarvan zijn 8 adviezen op verzoek en 3 adviezen op eigen initiatief uitgebracht. Wat betreft de aard van de adviezen hadden 8 adviezen betrekking op voedselveiligheid en dierziekten en 3 adviezen op productveiligheid.
Voorts zijn 11 type-2 adviezen uitgebracht aan voornamelijk de Inspecteur-Generaal van de VWA, waarvan 9 gevraagd en 2 ongevraagd.
In totaal zijn er daarmee 22 adviezen uitgebracht, waarvan 17 gevraagd en 5 ongevraagd. Een overzicht van de titels van de adviezen is bijgevoegd in de bijlage.
1 Wet onafhankelijke risicobeoordeling Voedsel en Waren Autoriteit, artikelen 6 t/m 8, Staatsblad 2006 247
2 idem, art.6
694 vd tk bijlage.doc
Ten opzichte van het jaar 2007 is het aantal type-1 adviezen toegenomen van 8 naar 11 en het aantal type-2 adviezen van 10 naar 11.
BEVINDINGEN
Type 1 adviezen : kwaliteit
De Raad concludeert dat de 11 type-1 adviezen die in 2008 aan de ministers van LNV en VWS zijn aangeboden alle voldoen aan de criteria van wetenschappelijke kwaliteit. De wetenschappelijke kwaliteit was gemiddeld opnieuw hoog te noemen. Bijna alle adviezen zijn door de Raad als goed beoordeeld. Op enkele adviezen, te weten 'legionella in potgrond' en 'cadmium in rundernieren' was wetenschappelijk gezien het een en ander aan te merken. In een aantal gevallen was het advies van het Bureau Risicobeoordeling vollediger dan het onderliggende rapport ('MRSA op vlees' en 'nano-deeltjes in consumentenproducten'). Het Bureau lijkt anders dan voorgaande jaren te zijn overgegaan tot advisering, ook al was het onderliggende rapport onvolledig. In dergelijke gevallen is meer dan voorheen gebruik gemaakt van meerdere wetenschappelijke bronnen. Het Bureau heeft hiermee een aanbeveling van de Raad van vorig jaar opgevolgd. Het advies over vitamine K in pindaolie is een voorbeeld van een rapport, waarbij niet alleen de aanpak goed is weergegeven, maar waarin ook een brede review is gedaan van actuele literatuur en beschikbare EFSA-publicaties.
Type-1 adviezen : onafhankelijkheid
De onafhankelijkheid bij de totstandkoming van de adviezen was goed, met uitzondering van de adviezen over 'BSE-risico's van niet-identificeerbare runderen', 'tatoeage-verwijderaars' en 'herkenning van uitbraken van het norovirus'. Bij de eerste twee adviezen had slechts één wetenschapper het rapport opgesteld. Bij het laatste advies kon niet worden uitgesloten dat er sprake was van belangenverstrengeling en heeft de Raad een aanvullende peer review geadviseerd. De Raad constateert dat het Bureau meer peer reviews heeft uitgevoerd. Het Bureau heeft hiermee gedeeltelijk gehoor gegeven aan de aanbeveling van de Raad vorig jaar om meer peer reviews uit te voeren. Wel is het aantal externe peer reviews nog steeds beperkt. Type-2 adviezen
Ten aanzien van de 11 uitgebrachte type-2 adviezen heeft de Raad 1 maal aanbevolen om een type-1 advies op te stellen, namelijk over de veiligheid van botanische preparaten. Aanleiding was een type-2 advies over preparaten met Ginkgo biloba. Verder heeft het Bureau zelf tweemaal aangegeven een gepubliceerd in de
Staatscourant4. De eerste rapportage van de Raad (over 2006) is door de minister van LNV aangeboden aan de Tweede Kamer op 26 april 20075. De tweede rapportage over 2007 op 30 mei 20086.

3 KB 15 januari 2007

4 Staatscourant 31, 13 februari 2007

5 Tweede Kamer 2006-2007 30800 XIV nr. 99 10-05-2007
6 Tweede Kamer 2007-2008 31200 XIV nr. 222 30-05-2008 694 vd tk bijlage.doc
kent daarbij een wettelijke
Uitgebrachte adviezen van het Bureau Risicobeoordeling VWA in 2008
Type 1
Nr.
Onderwerp
Uitgebracht

1 Nano-deeltjes in voedsel ongevraagd 30-01-2008
2 Nano-deeltjes in consumentenproducten ongevraagd 30-01-2008
3 MRSA gevraagd 30-01-2008
verankering. De leden van der Raad zijn in januari 2007 per Koninklijk Besluit benoemd3. De Raad bestaat uit vijf leden die allen zijn benoemd op basis van hun wetenschappelijke deskundigheid op de terreinen van het bureau. De samenstelling is in 2008 niet gewijzigd. De leden zijn:

- prof. dr. J.G.A.J. Hautvast (voorzitter) (emeritus hoogleraar Wageningen Universiteit)
- prof. dr. ir. J. Dul (Erasmus Universiteit Rotterdam)
- prof. dr. I.M.C.M. Rietjens (Wageningen Universiteit)
- prof. dr. F. van Knapen (Universiteit van Utrecht)
- prof. dr. C.A.J. Vlek (emeritus hoogleraar Rijksuniversiteit Groningen) Een lijst van nevenfuncties is in verband met mogelijke strijdige belangen4 Cadmium in rundernieren gevraagd 08-02-2008 5 Legionella in potgrond gevraagd 13-02-2008
6 Varkensflats/megastallen gevraagd 22-02-2008

7 Verwijdering van tatoeages gevraagd 24-07-2008 5 Hersenstammonsters bij runderen gevraagd 25-08-2008 6 ORT in pluimvee gevraagd 12-09-2008
7 Q-koorts (Coxiella) gevraagd 05-11-2008

8 PFOS in vis afkomstig uit Rijnland gevraagd 12-11-2008
9 Kennismanagement voor risicogerichte import-controles ongevraagd 01-12-2008
10 Dioxine in Iers varkensvlees gevraagd 10-12-2008
11 Vitamine K opgelost in pinda-olie gevraagd 18-12-2008