2008 >
, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie
Communicatie 19 juni 2009 Nr. 09/61
Sociale verzekeringen per 1 juli 2009
Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 juli
2009 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen
zijn gekoppeld aan het wettelijk minimumloon. Het minimumloon stijgt
van 1381,20 euro naar 1398,60 euro bruto per maand. De aanpassingen
zijn nodig omdat ook de lonen en de prijzen de afgelopen tijd zijn
gestegen.
AOW'ers zien hun netto uitkering bijvoorbeeld met tussen de 7 en de 12
euro per maand stijgen. Hoe hoog het bedrag is, hangt af van de
persoonlijke situatie. De netto-uitkering van een alleenstaande AOW'er
gaat bijvoorbeeld met 9 euro omhoog naar 941,84 euro per maand.
Echtparen waarvan beide partners 65 jaar of ouder zijn, krijgen in
totaal netto ruim 11euro per maand erbij. Hun gezamenlijke
netto-uitkering komt dan uit op 1232,26 euro per maand. Dat is
exclusief vakantietoeslag en de tegemoetkoming AOW. Deze
tegemoetkoming wordt aan alle AOW-ers uitbetaald en het bruto bedrag
bedraagt in 2008 36,45 euro per maand.
Ook mensen met WW, WIA en WAO gaan er over het algemeen op vooruit. De
uitkeringen worden verhoogd met 1.26%.
De absolute stijging is lastiger aan te geven omdat die nog meer dan
bij de AOW afhangt van persoonlijke omstandigheden. Zo is bijvoorbeeld
ook van belang hoe hoog hun inkomen was voordat zij een uitkering
kregen. Voor de berekening van de uitkering geldt bovendien een
maximum inkomen; verdient men meer dan telt het deel boven dat maximum
niet mee bij het bepalen van de uitkering. Dit zogeheten
maximumdagloon wordt per 1 juli 2009 vastgesteld op 185,46 euro bruto
per dag. Het maximum premieloon werknemersverzekeringen wordt
gedurende het jaar niet aangepast en blijft derhalve 183,15 per dag
bedragen.
AOW
AOW'ers die getrouwd zijn of samenwonen hebben elk een eigen recht op
een AOW-pensioen. De hoogte daarvan is gelijk aan de helft van het
netto minimumloon. De AOW voor een alleenstaande bedraagt 70 procent
van het netto minimumloon en dat voor een eenoudergezin 90 procent.
Bij die laatste groep gaat het om pensioengerechtigden die een kind
verzorgen jonger dan achttien jaar voor wie zij kinderbijslag
ontvangen.
Voor gehuwde AOW'ers van wie de partner jonger is dan 65, gelden
afwijkende regels. Normaal gesproken is het pensioen gelijk aan 50
procent van het minimumloon (de uitkering voor een gehuwde).
Daarbovenop komt een toeslag van maximaal hetzelfde bedrag (bruto
694,19 euro) (deze toeslag komt overigens te vervallen per 1 januari
2015). Echter, is het recht op pensioen al ingegaan voor 1 februari
1994 dan valt de AOW'er onder een overgangsregeling en is het pensioen
70 procent van het netto minimumloon. De toeslag is dan maximaal 30
procent.
De uitkeringsbedragen per 1 juli 2009. (In deze bedragen is nog geen
rekening gehouden met de tegemoetkoming AOW van 36,45 euro bruto per
maand.) De vakantie uitkering wordt in de maand mei beschikbaar
gesteld.
Bruto per maand
Bruto vakantie uitkering per maand
Gehuwden
EUR 694,19
EUR 40,50
Gehuwden met maximale toeslag
(partner jonger dan 65 jaar)
EUR1388,38
EUR 81,00
Maximale toeslag
EUR 694,19
Ongehuwden
EUR1011,64
EUR 56,71
Ongehuwd met kind tot 18 jaar
EUR1284,68
EUR 72,92
AOW-pensioen ingegaan vóór 1-2-1994
Gehuwden zonder toeslag (partner jonger dan 65 jaar) EUR1011,64 EUR
56,71
Maximale toeslag EUR 376,74
Gehuwden met maximale toeslag (partner jonger dan 65 jaar) EUR1388,38
EUR 81,00
De toeslag bedraagt maximaal 694,19 euro bruto per maand. Hoe hoog de
toeslag precies is, hangt af van het inkomen van de werkende jongere
partner. Een deel van het inkomen wordt namelijk van de toeslag
afgetrokken. Als het bruto-inkomen van de jongere partner uit arbeid
hoger is dan 1245,89 euro heeft de AOW'er helemaal geen recht op
toeslag (bij een inkomen in verband met arbeid (bijvoorbeeld een
sociale verzekeringsuitkering) vervalt de toeslag bij 694,19 euro
bruto per maand).
Het berekenen van de hoogte van de toeslag gaat als volgt:
De eerste 209,79 euro van het partnerinkomen is vrijgesteld. Ook een
derde deel van het inkomen daarboven telt niet mee. Als de partner dus
1000 euro bruto verdient, telt de eerste 209,79 euro niet mee. Ook is
een derde deel van (1000-209,79) 790,21 vrijgesteld, wat uitkomt op
263,40 euro. In totaal is dan 473,19 euro vrijgesteld. Van de toeslag
wordt dus 1000-473,19= 526,81 euro ingehouden.
Als het recht op toeslag voor 1 februari 1994 is ingegaan valt de
rechthebbende onder een overgangsregeling en bedraagt de toeslag
maximaal bruto 376,74 euro. Als de partner meer verdient dan 774,90
euro bruto vervalt de uitkering. Dat geldt ook als de partner een
sociale verzekeringsuitkering krijgt die hoger is dan dat bedrag.
De bij deze bruto bedragen behorende netto-uitkeringen zijn in
onderstaand overzicht weergegeven. Hierbij is uitgegaan van de
situatie dat betrokkenen geen aanvullend pensioen hebben.
Netto AOW gehuwden (exclusief tegemoetkoming AOW). Als beide partners
boven de 65 jaar zijn, krijgen zij dus allebei de uitkering.
1-7-2009 1-1-2009 verschil
per maand EUR 646,30 EUR 639,40 EUR 6,90
vakantietoeslag EUR 37,71 EUR 37,58 EUR 0,13
Totaal EUR 684,01 EUR 676,98 EUR 7,03
Netto AOW alleenstaanden (exclusief tegemoetkoming AOW)
1-7-2009 1-1-2009 verschil
per maand EUR 941,84 EUR 932,81 EUR 9,03
vakantietoeslag EUR 52,80 EUR 52,61 EUR 0,19
Totaal EUR 994,64 EUR 985,42 EUR 9,22
ANW
De Algemene nabestaandenwet (ANW) is een volksverzekering die recht
geeft op een uitkering aan volwassenen van wie de partner is
overleden. Het kan gaan om een huwelijkspartner of een partner met wie
zij ongehuwd samenwoonden. De uitkering bedraagt maximaal 70 procent
van het netto minimumloon. Nabestaanden die een kind verzorgen van 18
jaar of jonger waarvan een ouder is overleden, krijgen daarnaast een
inkomensafhankelijke uitkering van 20 procent van het netto
minimumloon. Ook weeskinderen komen in aanmerking voor een uitkering.
De hoogte van de ANW-uitkering is afhankelijk van het inkomen van de
nabestaande. Uitkeringen worden er geheel van afgetrokken. Van inkomen
uit arbeid blijft een deel buiten beschouwing (50 procent van het
minimumloon plus een derde deel van het meerdere).
Nabestaanden die voor juli 1996 al een AWW-uitkering (de voorganger
van de ANW) ontvingen, krijgen in ieder geval een bodemuitkering van
30 procent van het bruto-minimumloon, ook als hun inkomen hoger
uitvalt dan de bovengenoemde inkomensgrens.
In onderstaand overzicht zijn de bruto ANW bedragen opgenomen. De
bedragen zijn weergegeven exclusief de tegemoetkoming ANW. Deze
bedraagt bruto EUR 16,78 per maand.
Bruto per maand
Bruto vakantie uitkering per maand
Maximale nabestaandenuitkering
EUR 1081,25
EUR 68,48
Halfwezenuitkering
EUR 246,45
EUR 19,56
Wezenuitkering tot 10 jaar
EUR 348,78
EUR 24,46
Wezenuitkering van 10 tot 16 jaar
EUR 523,17
EUR 36,69
Wezenuitkering van 16 tot 21/27 jaar
EUR 697,55
EUR 48,91
Wajong
De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong)
biedt jonggehandicapten een uitkering op minimumniveau. De grondslag
op basis waarvan de uitkering wordt berekend gaat per 1 juli 2009
omhoog. Ook de grondslagen voor Wajong-gerechtigden beneden de 23
jaar, die worden afgeleid van de minimumjeugdlonen, worden op die
datum verhoogd.
Per 1 juli 2009 zijn dit de bruto grondslagen (exclusief
vakantietoeslag) per dag:
vanaf 23 jaar ten hoogste EUR
64,30
22 jaar ten hoogste EUR 54,66
21 jaar ten hoogste EUR 46,62
20 jaar ten hoogste EUR 39,55
19 jaar ten hoogste EUR 33,76
18 jaar ten hoogste EUR 29,26
Naast de Wajong-uitkering heeft elke Wajong-gerechtigde onder de 23
jaar recht op een tegemoetkoming. Deze compenseert (deels) de
inkomensachteruitgang die de invoering van de Zorgverzekeringswet
heeft veroorzaakt.
22 jaar EUR 1,73 bruto per maand
21 jaar EUR 4,19
20 jaar EUR 8,52
19 jaar EUR 14,21
18 jaar EUR 14,83
Maximumdagloon (WW, WIA en WAO)
Per 1 juli 2009 worden bestaande uitkeringen verhoogd met 1,26%. De
hoogte van de WW, WIA en WAO-uitkering hangt mede af van de hoogte van
het laatst verdiende loon en het zogenoemde maximumdagloon. Per 1 juli
2009 wordt het maximumdagloon verhoogd van 183,15 naar 185,46 euro
bruto.
Toeslagenwet
De Toeslagenwet zorgt voor een aanvulling op een aantal uitkeringen
tot het sociaal minimum. Het gaat bijvoorbeeld om de WW, WIA, WAO en
ZW-uitkering. Er ontstaat recht op een toeslag als
uitkeringsgerechtigde een uitkering ontvangt die lager is dan het
normbedrag. De toeslag vult de uitkering aan tot het normbedrag, maar
het totaal van de uitkering en toeslag samen is niet meer dan het
vroegere loon.
Een toeslag op de uitkering kan worden aangevraagd bij het UWV.
De hoogte van de normbedragen per 1 juli 2009 zijn als volgt
vastgesteld:
ZW/WW/WAO/WIA/Wajong*
Gehuwden
EUR 64,30 bruto per dag
Alleenstaande ouders
EUR 61,14
Alleenstaanden:
vanaf 23 jaar
EUR 48,95
22 jaar
EUR 38,24
21 jaar
EUR 32,18
20 jaar
EUR 26,87
19 jaar
EUR 22,54
18 jaar
EUR 19,44
*exclusief vakantietoeslag
Premiepercentages 2009 (ongewijzigd per 1 juli 2009)
2008
2009
verschil
premiepercentages
AOW
17,90
17.90
0,00
ANW
1,10
1,10
0,00
AWBZ
12,15
12,15
0,00
a) WAO/WIA-basispremie (Aof)
5,65
5,70
0,05
a) Uniforme WAO-premie (Aok)
0,15
0,15
0,00
a) WGA-rekenpremie (Werkhervattingskas)
0,57
0,47
- 0,10
b) Awf werkgeverspremie
4,75
4,15
- 0,60
c) Awf werknemerspremie
3,50
0,00
- 3,50
d) ZVW-inkomensafhankelijke bijdrage werkgevers
7,20
6,90
- 0,30
UFO
0,78
0,78
0,00
UFO-ERD ZW
0,72
0,72
0,00
e) Sectorpremie gemiddeld
1,04
1,07
0,03
Verplichte werkgeversbijdrage kinderopvang
0,34
0,34
0,00
bedrag in euro's
Max. premieloon werknemersverzekeringen
177,03
183,15
6,12
Max. bijdrageloon ZVW per jaar
31.231,00
32.369,00
1.138,00
Franchise Awf-premie per dag
61,00
63,00
2,00
a)Het UWV heeft de WGA-rekenpremie lager vastgesteld dan in 2008. De
effecten op de lasten voor werkgevers zijn neutraal door een hogere
WAO/WIA-basispremie (Aof) en sectorpremie.
b)De AWf-premie wordt ten opzichte van 2008 met 0,60%-punt verlaagd
naar 4,15%. Deze daling wordt veroorzaakt door de investering die het
kabinet doet in verlaging van de lasten op arbeid.
c) De AWf-premie voor werknemers wordt verlaagd naar 0%. Hierdoor
dalen de lasten op arbeid, wat een participatiebevorderend effect
heeft.
d)De inkomensafhankelijke bijdrage in het kader van de Zvw daalt met
0,3%-punt van 7,2% naar 6,9%. Verzekerden zonder werkgeversvergoeding
zijn een inkomensafhankelijke bijdrage verschuldigd van 4,8%.
f) Het UWV heeft de gemiddelde sectorpremie 0,03% hoger vastgesteld
dan in 2008. Deze verhoging wordt grotendeels veroorzaakt door de
sector uitzendbedrijven met een premiestijging van 5,05% naar 6,50%.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid