Wageningen Universiteit en Researchcentrum

Waterafvoer Rijn kan deze eeuw met dertig procent afnemen

12 jun 2009
Nummer: N13

De waterafvoer van de Rijn kan tegen het einde van de eeuw in de winter en lente tot gemiddeld dertig procent hoger zijn dan nu. Opvallender echter is dat gedurende de zomer en herfst de Rijnafvoer zo'n dertig procent lager kan zijn. De extreem lage waterstanden die hiermee gepaard gaan komen voornamelijk voor rekening van de verminderende Alpensneeuw die bovendien eerder in het jaar begint te smelten. Dat blijkt uit een hydrologische studie met extreme klimaatscenario's van onderzoeker Ruud Hurkmans van Wageningen Universiteit die hierop 15 juni hoopt te promoveren.

Uit eerdere studies met (korter lopende) scenario's blijkt reeds dat de gemiddelde Rijnafvoer, gemeten bij Lobith in de winter en het voorjaar toenemen, terwijl ze in de zomer en het najaar dalen. Uit de hydrologische modellen met invoergegevens voor de gehele 21e eeuw blijkt nu dat in de extreemste scenario's de verandering zo'n dertig procent kan bedragen. Dat betekent dat in bepaalde perioden het transport van goederen via de Rijn ernstig wordt bedreigd.

Terwijl het smelten van de sneeuw in het voorjaar nu nog voor een substantiële bijdrage van de waterafvoer zorgt, zal die sterk gaan afnemen. Niettemin geven de verwachtingen aan dat er vaker en hogere pieken in de waterafvoer van de Rijn in de lente zullen optreden. In de herfst daarentegen treedt het tegenovergestelde op met langere en vaker voorkomende droge perioden en de daarbij horende lage waterstanden.

Promovendus Ruud Hurkmans onderzocht de verwachte stroomafvoer van de Rijn voor de gehele 21e eeuw. Hij gebruikte daarvoor een hydrologisch model waarin hij scenario's voor verwachte ontwikkelingen van het klimaat en van het landgebruik invoerde. De drie klimaatscenario's beslaan de gehele 21e eeuw en hebben een hoge ruimtelijke resolutie van ca 10 x 10 km.

Drie scenario's zijn doorgemeten, elk gebaseerd op een andere technologische en maatschappelijke ontwikkeling. Ook drie verschillende invullingen van het gebruik van het land zijn volgens dezelfde 'verhaallijnen' uitgewerkt. Daarbij gaat het met name om toenemende verstedelijking en het omzetten van landbouwgrond in bos of natuurgebied.

De gevolgen van deze ontwikkelingen voor het waterniveau in de Rijn blijken elkaar deels op te heffen. Op regionaal niveau, ter grootte van het stroomgebied van een zijrivier van de Rijn, zoals de Lahn in Duitsland, kunnen de effecten vanwege veranderingen in het landgebruik echter groot zijn. Deze worden in de gebruikte scenario's en model zichtbaar vanwege de hoge ruimtelijke nauwkeurigheid, waardoor de effecten van bijvoorbeeld lokaal extreme neerslag met hoge afvoerpieken meetellen.

Contact
Voor meer informatie
Ruud Hurkmans
0317 485 025
ruud.hurkmans@wur.nl