Evaluatie spoorwetgeving

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Persbericht ministerraad

19 juni 2009

evaluatie spoorwetgeving

Voorrang voor reizigerstreinen ten opzichte van goederentreinen in de spits en uiterlijk 2012 meer ruimte voor stille treinen. Geen grote schokken in de tarieven die vervoerders moeten betalen voor het gebruik van het spoor en een sterkere positie voor regionale vervoerders op stations. Dat zijn enkele maatregelen uit het kabinetsstandpunt over de evaluatie van de spoorwetgeving, waarmee de ministerraad op voorstel van minister Eurlings en staatssecretaris Huizinga van Verkeer en Waterstaat heeft ingestemd. Volgens het kabinet is een ingrijpende wijziging van de spoorwetgeving niet nodig, wel wil het kabinet de relatie met NS en ProRail aanscherpen. Hiermee wordt de positie van de reizigers en vervoerders op het drukst bereden spoor van Europa versterkt.

ProRail mag de gebruiksvergoeding die zij aan de vervoerders berekent niet sterker laten stijgen dan in de afgelopen jaren. Een gematigde ontwikkeling van de gebruiksvergoeding voorkomt dat treinkaartjes snel duurder worden. Het kabinet vindt dat ProRail nadrukkelijker moet opereren als een publieke dienstverlener die zich richt op het beheer van de spoorinfrastructuur en niet op marktactiviteiten die niet aansluiten bij die kerntaak. Doel hiervan zijn meer klantgerichtheid en transparantie bij Prorail. Hier zal scherper op worden toegezien.

De Nederlandse Spoorwegen (NS) moeten grote wijzigingen in de dienstregeling voortaan minimaal een jaar van tevoren aankondigen, zodat de gevolgen voor reizigers snel bekend zijn. Bij het meten van de punctualiteit gaan de NS ook letten op het percentage treinreizigers dat op tijd aankomt naast het aantal treinen dat op tijd rijdt. Het kabinet versterkt verder de positie van de regionale spoorvervoerders. Zij mogen hun eigen huisstijl introduceren op de stations waar ze stoppen. Nu is daarop alleen het NS-logo afgebeeld. Ook mogen regionale overheden de stationslocaties commercieel gaan exploiteren. Uiterlijk eind 2010 neemt het kabinet een beslissing over het verlenen van de vervoersconcessie voor het hoofdrailnet vanaf 2015.

Sinds het begin van deze eeuw is er belangrijke vooruitgang geboekt op het spoor. Het aantal reizigers groeit, hun tevredenheid neemt toe en de punctualiteit van de treinen stijgt. In 2008 gaf 76 procent van de treinreizigers een rapportcijfer 7 of hoger aan NS (dit was 70 procent in 2007) en de punctualiteit over 2008 kwam uit op 93 procent (volgens de internationale 5-minuten norm). Na Zwitserland is de punctualiteit in Nederland hiermee het hoogst in Europa. Verder is het aantal storingen in 2008 opnieuw afgenomen en de veiligheid op en rond het spoor gestegen.

Het kabinet wil die positieve lijn samen met ProRail, NS en de regionale vervoerders doortrekken. Zo wordt gestreefd naar groei van het aantal treinreizigers in deze kabinetsperiode en moeten reizigers in 2020 'spoorboekloos' kunnen reizen. Hiervoor investeert het kabinet 4,5 miljard euro in het spoor.

Op 1 januari 2005 is de huidige spoorwetgeving in werking getreden. Deze wetgeving is in 2008 geëvalueerd. Doel van de evaluatie was het beoordelen van de werking en de effecten van de spoorwetgeving in de praktijk van 2005 tot en met 2007.

RVD, 19.06.2009

Categorieën: Overig

Bron: Ministerraad, Ministerie van Verkeer en Waterstaat