Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap


1

> Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 der Staten-Generaal 2500 BJ Den Haag Postbus 20018 www.minocw.nl
2500 EA Den Haag
Onze referentie DL/A/126785

Uw referentie
1782

Datum 19 juni 2009
Betreft Wenselijkheid en effectiviteit van teruggave van collegegeld voor studenten van een lerarenopleiding

Zoals toegezegd tijdens het AO leraren en lerarenopleidingen op 29 oktober 2008 ontvangt u hierbij mijn visie betreffende de wenselijkheid en effectiviteit van teruggave van collegegeld als instrument om meer mensen te interesseren voor een lerarenopleiding, respectievelijk het beroep van leraar. In deze brief wordt ook aangegeven waarom een dergelijke maatregel in Nederland niet effectief is en in de VS wel. Met deze brief is tegemoetgekomen aan deze toezegging.

Effectiviteit
Uit de onderstaande onderzoeken blijkt dat de teruggave van collegegeld of het toekennen van een premie voor het volgen van een bepaalde opleiding nauwelijks effectief is. Zo zijn er geen effecten geconstateerd op de instroom. Ook is niet aangetoond dat het studierendement verhoogd kan worden door een dergelijke financiële prikkel. Daarnaast blijkt uit beide onderzoeken dat het draagvlak beperkt is. Veel geïnterviewden zijn ervan overtuigd dat studenten zich in hun keuze niet laten leiden door financiële prikkels.

Wervings- en bindingspremies in Onderwijs, Zorg en Welzijn In 2002 is in opdracht van de ministeries van OCW en VWS door onderzoeksbureau NEI onderzocht of (wervings- en bindings-) premies een positief effect kunnen hebben op de doorstroom van de opleiding naar de arbeidsmarktsectoren onderwijs, zorg en welzijn. Binnen het onderzoek stonden premies centraal waarbij studenten het totale collegegeld ontvangen als zij na het voltooien van hun opleiding in de betreffende sector gaan werken.

Uit het onderzoek bleek dat de premies een beperkt effect hebben. In het geval van de bindingspremie kan het aantal studenten dat minimaal vijf jaar in deze sector blijft werken met 4,6 procent verhoogd worden. Er was bij de onderzochte premies sprake van een hoge "deadweight loss" (een groot deel van de premiegelden komt terecht bij studenten die sowieso al van plan waren in de sector te gaan en blijven werken). Premies in het algemeen zijn daardoor een dure maatregel. Het draagvlak onder studenten, werkgevers en werknemers is beperkt; men is blij met het extra geld, maar denkt dat de premies weinig effect zullen sorteren. Daarnaast kan uitvoering van een regeling mogelijk zeer complex en kostbaar zijn. Verder is er geen effect waarneembaar op de instroom in de opleidingen.

a
na 1 van 2 Pagi





Bètabeurs Datum De Bètabeurs beoogt middels een financiële prikkel de bèta-opleidingen 8 juni 2009

aantrekkelijker te maken. Er nemen zowel hbo- als wo-opleidingen deel aan de Onze referentie Bètabeurs. Onder de deelnemende opleidingen zijn ook een aantal DL/A/126785

lerarenopleidingen voor technische vakken (zoals wiskunde en techniek).

Studenten kunnen een beurs of bonus van 1500 ontvangen als zij binnen een vastgestelde periode hun opleiding afronden. De Bètabeurs is één van de onderdelen van het Deltaplan Bèta en Techniek. Het Platform Bèta Techniek (PBT) voert de regie over de concretisering van de maatregelen uit het Deltaplan.

Het PBT heeft de Bètabeurs over de studiejaren 2004/2005 en 2005/2006 gemonitord. Het PBT heeft deze monitor uitbesteed aan Regioplan Beleidsonderzoek. Uit deze monitor van november 2006 bleek dat zowel de instroom voor de hbo-opleidingen als voor de wo-opleidingen niet werd vergroot. Daarnaast rapporteerden slechts twee van de 19 hbo-opleidingen een beter studierendement. Dit hogere rendement werd echter niet toegeschreven aan de Bètabeurs. Voor de wo-opleidingen was ten tijde van de monitor nog niet te constateren of er een verbetering van het studierendement had plaatsgevonden.

Momenteel voert het PBT een eindevaluatie uit naar de Bètabeurs. Deze eindevaluatie zal naar verwachting voor de zomer afgerond zijn.

Vergelijking Verenigde Staten
Waarom werkt het wel in de Verenigde Staten (VS) en niet in Nederland? De belangrijkste verklaring is de hoogte van het collegegeld. In de VS is het collegegeld aanzienlijk hoger dan in Nederland. Het collegegeld kan variëren van US$ 5.000 tot US$ 30.000 per jaar en is over het algemeen hoger bij een private universiteit dan bij een publieke universiteit. Voor sommige studenten zou het zonder een beurs of de teruggave van collegegeld daarom niet mogelijk zijn verder te studeren. Voor die studenten is het financieel zeer aantrekkelijk om een opleiding te volgen waarbij het collegegeld na afstuderen teruggegeven wordt. In Nederland gaat het om 1.597,- collegegeld per jaar. Uit de eerder genoemde onderzoeken blijkt dat deze beperkte financiële prikkel onvoldoende is om de keuze van studenten te beïnvloeden.

Wenselijkheid
De wenselijkheid van teruggave van collegegeld is sterk verbonden met de effectiviteit. Indien de instroom en het studierendement aanzienlijk vergroot worden door de teruggave van collegegeld én er op de arbeidsmarkt een ernstig tekort is aan afgestudeerden van bepaalde opleidingen kan overwogen worden een dergelijke maatregel voor die opleidingen in te voeren. Vooralsnog is niet gebleken dat studenten gevoelig zijn voor financiële prikkels. Mijns inziens is een kostbare maatregel als de teruggave van collegegeld daarom niet wenselijk.

de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

dr. Ronald H.A. Plasterk

Pagina 2 van 2