19 juni 2009
De SER heeft vanochtend een advies vastgesteld over diversiteit in het
personeelsbestand. Het advies is gevraagd door minister Ter Horst van
BZK en de staatssecretaris van SZW. De SER onderstreept in dit advies
het belang voor de bedrijven zelf om een divers personeelsbestand te
hebben. Zo kunnen ondernemingen en instellingen beschikken over de
talenten van alle groepen op de arbeidsmarkt, met positieve effecten
voor de organisatie en daarmee ook voor de samenleving als geheel.
Commitment van de bedrijfsleiding en een inclusieve (niet
buitensluitende) bedrijfscultuur zijn bepalend voor het succes.
MKB-voorzitter Loek Hermans (namens de drie centrale
ondernemersorganisaties) geeft aan dat diversiteit een business case
is geworden. Niet alleen door de komende krapte op de arbeidsmarkt,
maar ook doordat de consumentenmarkt diverser wordt. Om de
verschillende klantengroepen goed te kunnen bedienen, is een divers
personeelsbestand een belangrijke voorwaarde. Bedrijven met een divers
personeelsbestand doen het volgens Hermans over het algemeen heel
goed: ze zijn innovatiever en komen met nieuwe producten. Ook zijn ze
flexibeler georganiseerd en het personeel is meer gemotiveerd.
Hij waarschuwt ervoor om diversiteitsdoelstellingen van boven op te
leggen, bijvoorbeeld door regelgeving. Dat werkt contraproductief,
vond hij.
FNV-federatiebestuurder Wilna Wind is het met dat laatste niet eens.
Ze is blij met het advies, maar met toch wat gemengde gevoelens. Ze
wil nog een stapje verder gaan. Zo wachten volgens haar zesduizend
hoogopgeleide vrouwen op bemiddeling naar een toppositie in het
bedrijfsleven. Er zit wel een beetje beweging in, maar het duurt te
lang, vond ze. De FNV wil daarom dat er wetgeving op dit gebied wordt
voorbereid, als een stok achter de deur. "We kunnen niet wachten tot
de cultuur op dit punt verandert, de cultuur moet hier een zetje
krijgen."
MHP-voorzitter Richard Steenborg (mede namens het CNV) onderstreept
dat diversiteit een kwestie van tijd is en van maatwerk. Er is geen
blauwdruk voor. Hij vraagt zich af waarom vrouwen in de zorg en het
onderwijs wel topposities bekleden en in het bedrijfsleven nog maar
mondjesmaat. Waarom zo moeilijk doen over parttime werk, als toppers
in het bedrijfsleven hun functie bijvoorbeeld wel mogen combineren met
een bijzonder hoogleraarschap? Toch pleit hij niet voor quota of
wetgeving. "Dat werkt niet, dat hebben we in het verleden al gezien
met bijvoorbeeld de Wet SAMEN. We kunnen het zelf, met de middelen die
we hebben. Het heeft tijd nodig, maar het tempo kan omhoog."
Het kroonlid Leo Stevens voert in zijn maidenspeech een gepassioneerd
pleidooi voor het voeren van een diversiteitsbeleid. De kernboodschap
van het advies is volgens hem dat we niet meer moeten redeneren vanuit
de achterstandspositie van verschillende groepen, maar vanuit het
besef dat bedrijven die mensen hard nodig hebben. We moeten
diversiteit beleven als een verrijking, niet als een bedreiging. Hij
vindt wetgeving op dit gebied onverstandig en ineffectief. "We moeten
vertrouwen op de prudentie van de burger en op de kracht van
zelfregulering. Laten we het lef hebben om niet voor alles garanties
te vragen. Dat mobiliseert antikrachten, dan willen andere groepen ook
een quoteringsregeling." Hij vindt het verschil van inzicht tussen FNV
en de rest van de raad over wetgeving jammer en vraagt zich af of deze
niet te overbruggen is. "Kijk mekaar eens in de ogen en praat er nog
eens twee minuten over."
SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan beaamt dat het verschil niet heel
groot was. De FNV bepleit niet meteen wetgeving, maar alleen de
voorbereiding ervan, als stok achter de deur als het niet voldoende
opschiet. Maar er is in de commissie al heel lang over gesproken,
zodat hij de kans dat men het er nu nog eens over zou worden gering
acht. Wilna Wind ziet hier ook geen heil in. Uit de stemming blijkt
dat de FNV geen steun krijgt voor zijn pleidooi, de rest van de raad
steunt dit niet. Twee leden onthouden zich van de stemming: Rinnooy
Kan en het kroonlid Grapperhaus.
---