Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport


4. Bussemaker: "Meer aandacht voor doping in opleidingen"

Bussemaker: "Meer aandacht voor doping in opleidingen"

Toespraak, 19 juni 2009

Het gebruik van doping onder bezoekers van sportscholen en fitnesscentra is onduidelijk en leidt tot speculaties. Daarom heeft staatssecretaris Bussemaker de Dopingautoriteit verzocht hier onderzoek naar te laten verrichten. Dit onderzoek - 'Prestatiebevorderende middelen bij fitnessbeoefenaars' - is uitgevoerd door TNO. De staatssecretaris kreeg het rapport op 19 juni overhandigd.

Bedankt voor dit onderzoek.

De conclusies van dit onderzoek zijn duidelijk: 160.000 van de 2 miljoen bezoekers van fitnesscentra gebruiken prestatie bevorderende middelen. Dat is een fors getal. Maar het merendeel zijn mensen die middelen gebruiken om af te vallen. En hoewel de stoffen die in deze middelen zitten op de dopinglijst voorkomen, zijn het nauwelijks sportprestaties verhogende middelen en worden ze daarvoor ook niet gebruikt. Het is niet te vergelijken met steroïden.

Blijven over zo'n 60.000 gebruikers van spierversterkende middelen. Dat is veel, maar afgezet tegen de 2 miljoen fitnessbeoefenaars die we in Nederland tellen, kunnen we gelukkig niet spreken van een onbeheersbare omvang. Dat neemt niet weg dat ik maatregelen neem om het gebruik tegen te gaan. Ten slotte kan kunstmatige spieropbouw ernstige gezondheidsgevolgen voor de gebruiker hebben. Zoals hartfalen een verstoorde leverfuncties.

Wat ik hiertegen wil doen, heb ik vandaag in een brief aan de Kamer uiteengezet: