NOS, Gesprek met de vicepremier, Nederland 1
Radio / TV-interview | 19-06-2009
Vicepremier Bos, na afloop van de wekelijkse ministerraad, over de
Catshuisbrand, huiszoekingen om AIVD-lek, en staatssteun aan bedrijven
o CATSHUISBRAND
MINGELEN:
Meneer Bos, u nam vandaag premier Balkenende waar. Hij zit in Brussel
op de Eurotop. Laat ik maar met de deur in huis vallen. Weet u wat een
doofpot is?
BOS:
Jazeker.
MINGELEN:
Is er een doofpot? En dan bedoel ik een doofpot rond de oorzaak van de
brand in 2004 in het Catshuis.
BOS:
Voor zover ik weet niet.
MINGELEN:
Voor zover u weet?
BOS:
Voor zover ik weet.
MINGELEN:
Er zijn aanhoudende berichten dat onderzoek naar de oorzaak van die
brand, en met name de vraag waardoor die brand zo snel zich heeft
kunnen uitbreiden, dat onderzoek daarvan onder de tafel is gewerkt.
Hebben die berichten u niet verontrust?
BOS:
Zeker hebben die berichten me verontrust. Maar ik heb me natuurlijk
ook laten informeren door de minister-president. En alle stukken van
de Rijksrecherche die bij het onderzoek relevant zijn geweest - dus
inclusief emailtjes, handgeschreven aantekeningen, en degelijke - is
allemaal ter inzage gelegd voor de Kamerleden. Het kon niet openbaar
gemaakt worden, maar ze hebben het wel allemaal kunnen lezen. Dus we
hebben geprobeerd zo goed als we konden maximale openheid te
betrachten. Maar ik begrijp dat er gisteren toch weer in de
journalistiek een bericht is doorgekomen dat er toch sprake zou zijn
van het achterhouden van stukken. Volgende week is er een debat met de
Kamer. Dat zal, naar ik begrepen heb, gedaan worden door de minister
van Justitie en de minister-president. Dus ik neem aan dat dan op alle
verdere vragen antwoord zal worden gegeven.
MINGELEN:
U brandt uw vingers niet?
BOS:
Daar heeft het niet zozeer mee te maken, maar zij zijn als eerste er
voor verantwoordelijk. Ze zijn ook beter ingevoerd dan ik. Ze hebben
ook het vorige debat met de Kamer gevoerd. Dus zij maken het ook af.
MINGELEN:
Dat snap ik. Maar aan de Andere kant. Als je nou ziet: u zegt, al die
stukken zijn naar de Kamer gegaan. Dat was wel nadat al via RTL - ere
wie ere toekomst - de nodige informatie was uitgelekt. Het blijft
lekken. Bent u niet bang dat de geloofwaardigheid van de overheid door
deze hele gang van zaken wel erg op het spel is komen te staan?
BOS:
Niet als we ons bij de feiten houden, en als we gewoon het debat op
een normale manier met elkaar proberen af te ronden. Ik heb begrepen
dat er deze week over gedebatteerd werd en alle Kamerleden die er aan
mee konden doen en dus alle stukken hadden gezien toch in meerderheid
concludeerden dat er geen sprake was een doofpot. Nu zijn er weer
nieuwe berichten naar buiten gebracht. Ik neem aan dat dat volgende
week in het debat weer terug zal komen. Daar zullen de
minister-president Balkenende en minister Hirsch Ballin gewoon
antwoord op geven.
MINGELEN:
En de geloofwaardigheid van de overheid in dit verband?
BOS:
Uiteraard is de geloofwaardigheid van de overheid in het geding. Maar
ik denk dat we allemaal ook wel de zorgvuldigheid moeten opbrengen om
geen conclusies te trekken voordat ook de minister president
Balkenende en minister Hirsch Ballin zich hebben kunnen verdedigen.
o HUISZOEKINGEN OM AIVD-LEK
MINGELEN:
Het wekt de indruk dat de overheid soms nogal ver gaat in het
beschermen van wat zij liever geheim wil houden. Nou, dit punt hebben
we gehad. Tweede punt, grote opschudding, met name bij - ik ga er
vanuit - in journalistiek Nederland. Een journaliste wordt onder de
douche weggeplukt door de Rijksrecherche op verdenking van het
publiceren van staatsgeheimen.
BOS:
Ik geloof dat de concrete gang van zaken op de bewuste dag echt een
slag zorgvuldiger was dan dat ze onder de douche werd weggeplukt. Er
is uitgebreid eerst gevraagd om toestemming. Er is gelegenheid gegeven
tot contact met de advocaat en dergelijke. Dat het niet te min als een
schok is overgekomen in journalistiek Nederland, en bij De Telegraaf,
dat begrijp ik goed. Het is een uitzondering en het zal altijd een
uitzondering moeten zijn dat er dit type inval plaatsvindt bij
journalisten. Maar het is ook een schok natuurlijk als medewerkers van
de inlichtingendiensten er achter komen dat er gelekt wordt uit
inlichtingendiensten en dat staatsgeheime stukken op straat komen te
liggen. Dat is verboden, ook voor journalisten.
MINGELEN:
Zou het kunnen zijn dat de medewerker van de inlichtingendienst hier
het algemeen belang hoger achtte dat het geheim van de
inlichtingendienst? Want het ging hier over het feilen en het falen
van de inlichtingendienst zelf.
BOS:
Dat weet ik niet. Dat oordeel kan ik ook niet uitspreken. Dat zal een
rechter uiteindelijk uit moeten spreken.
MINGELEN:
De stukken die zijn gelekt, met name de eerste stukken. Dat ging er
over dat wij de besluiten over de oorlog in Irak, Nederland gebaseerd
heeft op buitenlandse inlichtingendiensten, en niet zelf onderzoek zou
hebben gedaan. Terwijl premier Balkenende toentertijd heeft
volgehouden dat Nederland een eigen afweging heeft gemaakt. Dat zou
dus inderdaad kunnen duiden op het falen van de inlichtingendiensten.
Is het dan voor de hand liggend om te zeggen: dat daar gelekt wordt is
staatsgeheim?
BOS:
Nou, we hebben natuurlijk een commissie ingesteld, de commissie
Davids, die juist al dat soort informatie - voor zover aanwezig - op
tafel te proberen te krijgen. En daar uiteindelijk ook over zal
rapporteren, dus als er sprake is van materiaal bij de
inlichtingendiensten en het zou blijken dat de Nederlandse regering
destijds geen zorgvuldige afweging heeft gemaakt over die oorlog in
Irak, dan mag die commissie dat opvragen. Dan moet die commissie die
informatie inderdaad krijgen. En dan moet dat uiteindelijk onderwerp
worden van een normaal openbaar debat. Dus als je vertrouwen hebt in
dat proces, hoeft het niet via de pers op straat te komen.
MINGELEN:
Zou het kunnen dat die medewerkers van de inlichtingendienst er geen
vertrouwen in hadden dat deze gevoelige stukken bij dat onderzoek van
de commissie Davids terecht zouden komen, en daarom dachten laten we
ze maar lekken want dan weten we in elk geval zeker dat het op tafel
ligt.
BOS:
Dat weet ik niet. Ik begrijp dat de betreffende... Het gaat om een
medewerker en een ex-medewerker van de AIVD. Ik begrijp dat ze op dit
moment vast zitten. Ze zullen dus vast en zeker ook wel verhoord
worden over dit soort kwesties en ik weet niet welk antwoord ze dan
geven.
MINGELEN:
Ten slotte, u zult natuurlijk ook wel benieuwd zijn naar dat antwoord
want dat punt - heeft Nederland nou zelf onderzocht hoe het zat in
Irak of niet - dat was het punt waarop de PvdA indertijd de hele tijd
het onderzoek wilde. Dus u zit nu eigenlijk in een situatie waarin u
als vicepremier eindelijk kan horen wat er toen gebeurt is.
BOS:
Ik denk dat iedereen benieuwd is naar de uitkomsten van het onderzoek
door de commissie Davids.
MINGELEN:
Maar u in het bijzonder? Want u was natuurlijk toen wel als
oppositieleider degene die Balkenende hier de hele tijd over heeft
achtervolgt.
BOS:
Ja, ik denk dus dat ik niet de enige ben die benieuwd is naar de
uitkomst van het onderzoek van de commissie Davids, zonder op
enigerlei manier op de uitkomst nu vooruit te kunnen lopen.
o STAATSSTEUN AAN BEDRIJVEN
MINGELEN:
Goed, nou. Uw eigen portefeuille. De economische situatie. Deze week
cijfers. Het gaat toch allemaal weer een stuk slechter. Nou viel mij
op dat minister Maria van der Hoeven van Economische Zaken de Kamer
informeerde dat zij gaat onderzoeken, de mogelijkheid om bedrijven in
nood, of sectoren in nood, te gaan steunen. En toen dacht ik, hier
komt het spook uit de jaren zeventig terug. Staatssteun, RSV,
miljoenen en miljoenen overheidsgeld eigenlijk het water ingegooid.
Wat vindt u van dat idee?
BOS:
Nou ja, kijk. Als de Kamer ons vraagt om dingen te onderzoeken, dat is
nooit zo erg. Als de meerderheid van de Kamer daar toe besluit, dan
gaan we echt wel onderzoeken, maar ik denk wel dat je in z'n
algemeenheid ongelofelijk voorzichtig moet zijn om individuele
bedrijven in nood te steunen. Het is volstrekt uitzonderlijk dat we
dat doen voor banken. Maar de reden dat we dat doen voor banken is dat
als banken omvallen, ja dan gaat dat als een dominosteen door de hele
economie heen, en dan valt er veel meer om. Dan raken spaarders hun
geld kwijt. Dan raken ondernemers hun rekening courant tegoeden kwijt
en hun kredietlijnen. Dan gaan de bedrijven failliet. Dus dat heeft
een functie dat je dan - niet omdat je het leuk vindt, maar omdat het
niet anders kan - een bank redt. Maar individuele bedrijven redden die
in nood komen betekent natuurlijk ook dat je slecht management
beloond. Want er zijn ook een boel ondernemers die met enorme
creativiteit door deze crisis heen komen op eigen kracht en die dan
niet de beloning krijgen terwijl ze concurrenten dien het slechter
doen wel beloond zien worden. Dat is een negatief effect waarmee je
uit moet kijken. En je moet natuurlijk ook uitkijken dat belastinggeld
dat aan slechte bedrijven toekomst niet in een bodemloze put gaat waar
het nooit meer uitkomt.
MINGELEN:
Maar nou zegt bijvoorbeeld Kamminga, voorzitter van de
metaalwerkgevers: de hele maakindustrie dreigt ten onder te gaan in
deze crisis. Banken nemen geen risico's meer. Bijna de high
tech-bedrijven die hebben geld nodig om dingen te ontwikkelen. Help
ons, want zonder overheidsgarantie gaat dat niet.
BOS:
Ja, we zien natuurlijk al één á anderhalf jaar dat vanuit het
bedrijfsleven, vooral een aantal belangenorganisaties, ons bekogelen
met verzoeken om steun. Er moeten meer subsidies komen, er moet meer
belastingaftrek komen. Er moet van alles. En het kost klauwen vol
geld. En als je nou kijkt naar de cijfers over de Nederlandse economie
die de afgelopen week bekend zijn geworden dan is één ding duidelijk
en dat is dat ons financieringstekort achteruit keldert en dat onze
schuld omhoog giert. En dat moet allemaal ook een keer betaald worden.
Dus ik wil ontzaglijk voorzichtig blijven bij het beschikbaar stellen
van extra geld. Zeker als dat gaat naar, zeg maar, ondernemingen die
het slecht doen. Omdat dat allemaal op een geven moment ook weer
opgebracht moet worden door dezelfde belastingbetalers. En je moet dus
niet te snel en te makkelijk reageren op elk signaal om hulp. Je moet
alles serieus nemen. We kijken er ook allemaal naar, maar uitgangspunt
blijft: hele hele grote terughoudendheid.
MINGELEN:
Dus als mevrouw Van de Hoeven, de minister, zegt: wij gaan dat
onderzoeken, want de meerderheid van de Kamer heeft erom gevraagd, dan
doet u dat. Maar u zegt eigenlijk: verwacht daar maar niks van.
BOS:
Als de Kamer ons vraagt om te onderzoeken dan doen wij dat. En de
Kamer is bekend met de principiële terughoudendheid die dit kabinet op
dit punt heeft. Dat sluit niet uit dat je misschien toch bepaalde
situaties zou kunnen omschrijven waarin het wel aan de orde kan zijn,
maar ik denk dat het ook voor ons belangrijk is dat we dus niet
verwachtingen gaan wekken die we niet waar kunnen maken. De deur staat
nu niet opeens open dat elk bedrijf dat in nood is z'n hand op kan
houden en dat de belastingbetaler daar dan ook geld in doet. Het is
erg genoeg dat het bij de banken moet, maar dat doen we omdat
spaarders, heel gewone mensen, heel gewone ondernemers, daar
uiteindelijk baat bij hebben. Maar laten we nu niet de illusie wekken
dat dat gratis geld uitdelen is. Dat is het niet.
MINGELEN:
Dank u wel.
(letterlijke tekst, ongecorrigeerd, RM)
Ministerie van Algemene Zaken