Ingezonden persbericht


'Bevroren billen'
Roemeens surrealisme 1928-1947
20 juni tot en met 13 september 2009
'Bevroren billen' is de vierde tentoonstelling op rij waarmee de Kunsthal een licht werpt op de Roemeense avant-garde. Na de Eerste Wereldoorlog zoeken kunstenaars naar een nieuwe internationale beeldtaal. In Roemenië groeperen kunstenaars zich rondom tijdschriften om hun ideeën vast te leggen. Een van de meest bekende tijdschriften is UNU, waar zowel bekende als onbekende kunstenaars uit de surrealistische geschiedenis aan meewerken. In de tentoonstelling is werk te zien van grote Roemeense namen als Victor Brauner, Jacques Hérold, Gherasim Luca en Jules Perahim en van internationaal gerenommeerde kunstenaars als Man Ray, Yves Tanguy en Tristan Tzara die via UNU hun artistieke gedachtegoed uitwisselen. Met ruim 100 werken waaronder tekeningen, teksten, fotocollages, boeken, schilderijen en objecten presenteert de tentoonstelling een aaneenschakeling van taalspelletjes, zwarte humor, erotische gedachten en revolutionaire ideeën. Roemeens Surrealisme 1928-1947
Onder leiding van André Breton groeit in 1924 het surrealisme uit tot een invloedrijke Europese beweging die de menselijke geest en het onderbewuste voorop stelt. Door de in Parijs wonende Roemeense kunstenaars Tristan Tzara en Constantin Brancusi komen kunstenaars in Roemenië in contact met het surrealisme. Zij raken geïnteresseerd in theorieën over het onderbewustzijn en de droom (Sigmund Freud). Met de oprichting van het tijdschrift UNU door Saºa Panã in 1928 ontstaat het eerste Roemeense platform voor surrealistische experimenten. Het zijn vooral Gherasim Luca en Dolfi Trost die nieuwe beeldtechnieken onderzoeken zoals het automatisch tekenen, blind schilderen en blazen van verf. Van Trost, wiens hele oeuvre tot nu toe als verloren werd beschouwd is een serie tekeningen te zien. De tentoonstelling besteedt bijzondere aandacht aan de fotografie van de in vergetelheid geraakte Aurel Bauh. Lef en humor
Naast het tijdschrift UNU, waarvan vijftig uitgaves zijn verschenen, bevat de tentoonstelling ook andere tijdschriften waaronder Urmuz, ALGE (zeewier), MUCI (snot), het erotisch getinte PULA (lul), XX-Literatura en Puiguinul. Kenmerkend voor deze uitgaves is de lef en de humor die uit het werk van de veelal joodse kunstenaars in Roemenië spreekt. De tentoonstelling vormt het sluitstuk van een reeks over de Roemeense avant-garde. Eerder kwam in de Kunsthal aan bod het dadaïsme, kubisme en constructivisme in de tentoonstellingen 'Brancusi, Tzara en de Roemeense avant-garde' (1997), 'Marcel Janco, Dadaïst in hart en nieren' (2003) en ' M.H.M. Maxy, Roemeens avant-gardist' (2006). Publicatie
Voor meer persinformatie en/of fotomateriaal kunt u contact opnemen met de afdeling communicatie van de Kunsthal Rotterdam: Mariëtte Maaskant, t. 010-4400323, 06-14437789; Willemijn van Drunen, t. 010-4400321, 06-15830703; f. 010-4367152; communicatie@kunsthal.nl > Bij publicatie graag vermelden: info 010-4400301, www.kunsthal.nl, openingstijden: dinsdag t/m zaterdag 10.00 - 17.00 uur, zon- en feestdagen 11.00 - 17.00 uur