NMa: geen mededingingsrechtelijk onderzoek internetverkoop
09-12 / 23-06-2009
De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft onvoldoende
aanwijzingen voor het starten van een onderzoek naar fabrikanten en
leveranciers die producten leveren aan internetwinkeliers. Aanleiding
voor de sectorscan waren berichten in de media dat leveranciers
internetwinkeliers anders zouden behandelen dan reguliere winkeliers
met mogelijk nadelige gevolgen voor de consument.
De NMa heeft vorig jaar een publieke oproep gedaan om problemen rondom
internetverkoop te melden. Dit leverde 131 signalen op. Aanvullend
heeft de NMa twee uitgebreide enquêtes uitgezet in de witgoedsector en
in de horlogesector. De bereidheid om deel te nemen aan de enquête was
aanvankelijk beperkt. Pas na een telefonische nabelactie ging de
respons omhoog. Dat verbaast mij oprecht, zegt Pieter Kalbfleisch
voorzitter van de Raad van Bestuur van de NMa. Zeker omdat
internetwinkeliers veelvuldig hebben geklaagd over de oneerlijke
concurrentie die hen wordt aangedaan en nu nadrukkelijk de kans hadden
om documenten op te sturen die als bewijs kunnen dienen. Immers,
zonder bewijs hebben wij geen zaak en starten wij geen onderzoek.
Bij het merendeel van de ontvangen signalen en de reacties op de
enquêtes die de NMa heeft uitgezet, ontbraken documenten die door de
NMa als bewijs gebruikt kunnen worden, zoals contracten, brieven en
e-mails. In die gevallen waarin deze documenten wel waren meegestuurd,
gaven deze onvoldoende aanwijzingen voor een onderzoek naar een
mededingingsrechtelijke overtreding.
Het grootste deel van de respons (61%) ging over zogenoemde verticale
prijsbinding dat in beginsel verboden is op basis van de
Mededingingswet. Bij verticale prijsbinding legt de fabrikant
eenzijdig aan de detaillist een vaste consumentenprijs of een minimum
verkoopprijs op. Er waren onvoldoende aanwijzingen voor een
mededingingsrechtelijk onderzoek naar verticale prijsbinding. De
overige respons ging over leveringsweigering (27%) of het hanteren van
verschillende voorwaarden door leveranciers (dual pricing, 12%).
Internetwinkeliers gaven bijvoorbeeld aan dat zij van leveranciers
direct of indirect (via bonussystemen) hogere inkoopprijzen krijgen
dan reguliere winkeliers. Leveringsweigering en dual pricing zijn op
zichzelf niet verboden, gelet op de handelingsvrijheid die een
ondernemer heeft. Deze vormen van een verticale overeenkomst kunnen
wel verboden zijn als er sprake is van een economische machtspositie.
Daarvoor waren geen aanwijzingen in de signalen en enquêtes. De NMa
wijst erop dat ondernemers die een geschil hebben met hun leverancier
ook terecht kunnen bij de civiele rechter.
De NMa hecht veel waarde aan signalen, bij voorkeur onderbouwd door
documenten, die zij krijgt van ondernemers over mogelijke
overtredingen van de Mededingingswet. Dankzij deze signalen kan de NMa
haar kennis over een sector vergroten en mogelijk overtredingen
opsporen. De NMa krijgt jaarlijks zon 4000 signalen over mogelijke
overtredingen van de Mededingingswet.
Relevante informatie
Sectorscan signalen internetverkoop
Nederlandse mededingingsautoriteit (NMa)