Wet gelijke behandeling onvoldoende bekend
Nieuwsbericht, 23 juni 2009
Leenrolstoelen in een museum.
De Wet gelijke behandeling op grond van handicap en chronische ziekte
(Wgbh/cz) moet meer bekendheid krijgen, vindt staatssecretaris
Bussemaker. `Mensen moeten de inhoud op hoofdlijnen kennen.'
De staatssecretaris reageerde hiermee op de uitkomsten van het rapport
`Beperkingen, recht en gelijkheid' van het Verwey-Jonker Instituut,
dat ze vandaag in ontvangst nam. Behalve dat de wet onvoldoende bekend
is, blijk hieruit dat burgers en instellingen vaak niet weten dat de
wet alleen geldt voor arbeid en beroepsonderwijs.
Voorlichting
Bussemaker liet weten al verschillende acties te hebben genomen om de
wet meer bekendheid te geven. Zo komt er een nieuwe
voorlichtingsbrochure over de wet en verschijnt de nieuwsbrief
Participatie voor professionals en geïnteresseerde burgers.
Wet uitbreiden
Op dit moment verkent de staatssecretaris of de Wgbh/cz kan worden
uitgebreid naar aanbieden van goederen en diensten. Voordat deze
uitbreiding er komt, wil ze kijken naar praktijkvoorbeelden die
duidelijk maken wat mogelijk is bij gelijke behandeling en wat niet.
Eind 2009 lanceert Bussemaker een landelijk informatiepunt voor
iedereen die hier meer over wil weten. `Het informatiepunt wijst de
weg in toegankelijk Nederland: voor caféhouders en cafégangers,
verzekeraars en verzekerden, recreatieondernemers en vakantiegangers',
aldus Bussemaker. Ondernemers- en belangenorganisaties zijn bezig om
het informatiepunt te realiseren. VWS coördineert dit proces.
Evaluatie
Het rapport van het Verwey-Jonker Instituut is mede basis voor de
evaluatie van de Wgbh/cz, die nu 5 jaar bestaat.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport