Antwoorden op kamervragen van Van Gerven over ooglaserklinieken
Kamerstuk, 23 juni 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
CZ-U-2934225
22 juni 2009
Antwoorden op kamervragen aan minister Klink van het Kamerlid van
Gerven over ooglaserklinieken.
(2009Z09677)
Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport over ooglaserklinieken. (Ingezonden
26 mei 2009)
Vraag 1
Wat is uw reactie op de onderzoeksresultaten en de maatregelen van de
Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) betreffende ooglaserklinieken,
waarin onder andere wordt geconstateerd dat de preventie van
ooginfecties te wensen overlaat? 1)
Antwoord 1
In mijn schriftelijke reactie op het rapport, welke u rond deze tijd
ontvangen heeft, reageer ik op het rapport.
Vraag 2
Begrijpt u de positieve toonzetting van de Inspectie, terwijl zij in
twee jaar 8 meldingen van ernstig oogletsel ontving door ooglaseren,
bij 1 op 8 bezochte privéklinieken er geen verantwoorde zorg wordt
geboden, het infectiepreventiebeleid in zijn algemeenheid matig is
ontwikkeld en een veldnorm voor de behandelkamer van ooglaserklinieken
ontbreekt?
Antwoord 2
De positieve toonzetting is wat mij betreft vooral te danken aan de
inspanningen die de beroepsgroep zich de afgelopen periode getroost
heeft om de kwaliteitsborging van refractiechirurgie op te pakken. De
IGZ constateert dat de ontwikkeling van kwaliteitsbeleid op andere
terreinen dan refractiechirurgie nog lang niet zo ver is, en het is
daarom goed dat de IGZ besloten heeft de klinieken die op die
terreinen werkzaam zijn, nauwlettend in de gaten te houden.
Vraag 3
Vindt u niet dat de Inspectie hier te laks opereert vergeleken met de
dreigende sluiting destijds van de operatiekamers in tien ziekenhuizen
vanwege een verhoogd infectierisico? Zou niet juist scherper moeten
worden opgetreden en niet de `fluwelen handschoen'-methode gehanteerd,
omdat het in dit geval gaat om commerciële privéklinieken die medisch
niet noodzakelijke ingrepen verrichten? Zouden de drie klinieken die
onverantwoorde zorg leveren niet onmiddellijk moeten worden gesloten
totdat zij hun zaken op orde hebben?
Antwoord 3
Ik verschil met u van mening als zou de IGZ de `fluwelen
handschoen-methode' toepassen. Verder ben ik van mening dat het al dan
niet commercieel zijn, geheel los staat van de wijze van
toezichthouden door de IGZ. Indien de IGZ van mening is dat er vanuit
het perspectief van het leveren van verantwoorde zorg directe
onaanvaardbare risico's bestaan, zal zij dat risico door het geven van
bevelen kunnen beheersen.
Vraag 4
Wat vindt u van het gegeven dat in de onderzochte klinieken tenminste
vier niet BIG-geregistreerde buitenlandse artsen werkzaam zijn? Dienen
zij zich niet te laten registreren? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 4
Als deze artsen zelfstandig voorbehouden handelingen uitvoeren, dienen
zij zich te laten registreren. Zie verder mijn antwoord op vraag 5.
Vraag 5
Dient ooglaseren niet alleen door gespecialiseerde oogartsen te worden
uitgevoerd zoals de beroepsgroep vanwege kwaliteitseisen stelt? Bent u
bereid de huidige regelgeving hierop aan te passen? Zo neen, waarom
niet?
Antwoord 5
De ruimte die de wet BIG voor taakherschikking biedt, kan niet
ingeperkt worden door richtlijnen of consensusdocumenten van
beroepsgroepen. De huidige wet BIG impliceert dat
niet-Wet-BIG-geregistreerde artsen in Nederland werkzaam mogen zijn en
voorbehouden handelingen op hun specifieke werkterrein mogen
verrichten in opdracht van een wet BIG-geregistreerde arts, mits zij
daartoe bekwaam zijn en mits de opdrachtgevende arts zich ervan heeft
vergewist dàt zij daartoe bekwaam zijn. Dit blijft in eerste instantie
een verantwoordelijkheid van de opdrachtgever en opdrachtnemer.
Vraag 6
Heeft u zicht op het aantal klachten van patiënten die in het
buitenland hun ogen laten laseren, en specifiek in Turkije?
Antwoord 6
Ik heb hierover geen gegevens.
Vraag 7
Welke stappen kunt en wilt u ondernemen om eventuele beunhazerij in
het buitenland, en speciaal in Turkije aan te pakken? Zijn er
contacten met de Turkse overheid om ondermaatse zorg van
ooglaserklinieken aldaar tegen te gaan en om maatregelen te treffen?
Antwoord 7
Ik heb geen instrumenten om tekortschietende zorg in andere landen aan
te pakken. Cliënten die hun ogen in andere landen laten behandelen,
dienen zich ervan bewust te zijn dat zij niet kunnen rekenen op de
waarborgen én het toezicht zoals die er in Nederland zijn. Zij dragen
hierin een geheel eigen verantwoordelijkheid die ik niet tot de mijne
maak.
Vraag 8
Vindt u het verzoek van de IGZ aan de ziekenhuizen in Nederland om
samenwerkingsafspraken te maken met ooglaserklinieken wel reëel,
aangezien een aantal laserklinieken ondermaatse zorg levert? Vindt u
niet dat het ziekenhuis dan mag eisen dat er verantwoorde zorg wordt
geboden?
Antwoord 8
De vraag of samenwerkingsafspraken zinvol zijn, staat los van de vraag
of zorg op orde is. De kwaliteitswet zorginstellingen schrijft reeds
voor dat er sprake moet zijn van verantwoorde zorgverlening en het is
dus niet nodig om daarover aanvullende eisen te laten stellen door
afzonderlijke ziekenhuizen.
Vraag 9
Hoe beoordeelt u dit verzoek in relatie tot de door u losgelaten
verplichting van zelfstandige behandelcentra om een
samenwerkingsovereenkomst met ziekenhuizen af te sluiten in het kader
van de marktwerking, waarbij privéklinieken en zelfstandige
behandelcentra concurreren met de ziekenhuizen? Onderschrijft u het
standpunt van de Inspectie dat de samenwerkingsovereenkomst met een
ziekenhuis "helaas geen wettelijke verplichting meer is." Zo neen,
waarom niet? Zo ja, bent u dan bereid de regelgeving hierop aan te
passen?
Antwoord 9
De formele verplichting van zelfstandige behandelcentra om voorafgaand
aan de toelating een samenwerkingsovereenkomst af te sluiten, is
inderdaad komen te vervallen. Ik teken daarbij aan deze ten aanzien
van vraagstukken als steriliteit en taakdelegatie ook weinig betekenis
hadden. Een en ander laat onverlet dat nog steeds onontkoombaar is dat
instellingen in het kader van verantwoorde zorg goede onderlinge
afspraken maken over bijvoorbeeld opvang van patiënten.
Vraag 10
Bent u bereid over te gaan tot een vergunningstelsel voor
ooglaserklinieken, gezien de uitkomst van het IGZ-onderzoek, zodat
voordat een dergelijke kliniek start zij moet hebben aangetoond dat de
hygiëne en infectiepreventie op orde is en er met gekwalificeerd
personeel wordt gewerkt? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 10
Nee ik ben daartoe niet bereid. De verplichting om alle zorg op orde
te hebben, inclusief adequate taakdelegatie, volgt immers al uit de
Kwaliteitswet zorginstellingen en de wet BIG. Een vergunningenstelsel
voegt daar slechts administratieve lasten aan toe. Wel is het van
belang dat de IGZ weet welke zorg waar geleverd wordt. Ik heb uw Kamer
toegezegd de daarvoor noodzakelijke registratie tot stand te brengen.
1) IGZ rapport `Kwaliteit ooglaserklinieken voldoende,
infectiepreventie kan beter'. April 2009.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport