Advies Tijdelijke Commissie Innovatie en Toekomst Pers (Commissie Brinkman)

De Tijdelijke Commissie Innovatie en Toekomst Pers onder leiding van mr. drs. L.C. Brinkman overhandigt vandaag (dinsdag 23 juni, 11.00 Nieuwspoort) haar advies aan minister Plasterk van OCW. De commissie brengt advies uit over innovatiemogelijkheden binnen de pers en over de toekomst van de nieuws- en informatievoorziening in Nederland, toegespitst op de rol van de dagbladen, nieuwsbladen en opiniebladen.

De commissie geeft in haar rapport 'De volgende editie' een actueel beeld van de structurele problemen waarmee grote delen van de gedrukte media te maken hebben: dalende oplagen, teruglopende advertentie-inkomsten, minder bereik onder jongere lezers en het ontbreken van een goed businessmodel voor exploitatie van journalistiek via het internet. Die structurele problemen worden volgens de commissie nog eens verergerd door de huidige kredietcrisis.

De commissie stelt vast dat de situatie urgent is, op regionaal niveau nog méér dan nationaal. Ze vraagt vooral aandacht voor de journalistiek die nog immer een belangrijke thuishaven vindt op de redacties van de gedrukte media, maar daar steeds meer onder druk staat. Ze formuleert drie opgaven voor de perssector: ten eerste, de neergaande lijn in omzet ombuigen door innovatie van het traditionele (papieren) exploitatiemodel; ten tweede, de kracht van de papieren merken gebruiken voor een sterke positie online; ten derde, de relatie tussen journalistiek en samenleving verbeteren door journalistieke innovaties, zowel wat inhoud als verschijningsvorm betreft.

De commissie constateert dat er geen simpele, voor de hand liggende oplossingen zijn. Zij adviseert de overheid om de dagbladsector, onder voorwaarde van slagvaardig handelen, te helpen bij een grondige sanering van de grafische tak. De overheid wordt voorts opgeroepen de vorming van één distributiesysteem voor alle kranten te bevorderen. Fiscale maatregelen en aanpassing van wet- en regelgeving kunnen daarin een belangrijke rol spelen, aldus de commissie. Daartoe behoort ook de afschaffing van de Tijdelijke Wet Mediaconcentraties, waardoor de economische speelruimte voor de uitgeverijen kan toenemen. Ook bepleit de commissie een verruiming van de mogelijkheden tot samenwerking tussen dagbladen, nieuwsbladen en opiniebladen aan de ene kant en de publieke omroep, nationaal en regionaal, aan de andere kant, vooral maar niet alleen bij de ontwikkeling van online diensten. Tenslotte stelt ze voor de mogelijkheden voor innovatie in de journalistiek verder te stimuleren.

De commissie is ervan overtuigd dat de gedrukte media nog geruime tijd kunnen voortbestaan wanneer sector, professie en overheid werk maken van haar voorstellen. Daarmee krijgt de sector de ruimte om in te spelen op de uitdaging die de digitale media haar stellen. Daartoe is veel geld nodig. De minister wil voor deze kabinetsperiode jaarlijks maximaal 4% van de STER-opbrengst (voor 2009 gaat het om circa 8 miljoen euro) beschikbaar stellen voor innovatie in de pers. De commissie stelt voor deze middelen tijdelijk aan te vullen met de opbrengsten van een opslag van enkele euro's per jaar op de kosten van de internetaansluiting van Nederlandse huishoudens, wat kan resulteren in een bedrag van om en nabij de 20 miljoen euro. De commissie geeft daarnaast een aantal richtingen voor de minister van OCW bij de bestemming van de voornoemde circa 8 miljoen euro.

a. Samen met bedrijven en instellingen uit de perssector projecten ondersteunen die gericht zijn op innovatie in exploitatie(modellen) en distributie van nieuws en informatie door bedrijven. Financiering daarvan dient te geschieden op basis van matching funds, in principe 50% overheidsinvestering en 50% investering vanuit de sector.

b. Projecten ondersteunen op terrein van onderzoek naar en ontwikkeling van de Nederlandse journalistiek, in het bijzonder gericht op nieuwe concepten, producten en/of werkwijzen. Financiering hiervan geschiedt geheel uit de daartoe bestemde publieke middelen.

c. Projecten op terrein van vernieuwing en versteviging van de band tussen journalistiek en samenleving. Daartoe stimuleert de overheid bijvoorbeeld de band tussen jongeren, printmedia en journalistiek, en draagt zij financieel bij aan programma's voor het primaire en voortgezet onderwijs waarin het belang van journalistiek voor opinievorming en burgerschap centraal staat.

Bij toekenning van de middelen moet het fonds volgens de commissie de volgende speerpunten hanteren: (a) minimaal 25% van de bestedingen komt ten goede aan innovatieve projecten in de regio. (b) een belangrijk deel van de te honoreren projecten heeft betrekking op crossmediale toepassingen en concepten. (c) de einddoelen van projecten worden geformuleerd in termen van te realiseren innovaties, implementeerbare diensten en toepassingen.

De commissie benadrukt dat het Stimuleringsfonds voor de Pers de toewijzing van de innovatiemiddelen moet regelen. Projecten moeten, anders dan totnogtoe gebruikelijk bij het fonds, ook openstaan voor bedrijven en instellingen die een positief rendement realiseren. Ook moet het Fonds bij de toewijzing van projecten op snelle en flexibele wijze te werk gaan zodat de sector slagvaardig kan opereren

De commissie vraagt voorts aandacht voor het bredere digitale speelveld waarin de printmedia opereren. Naast de bevordering van samenwerking tussen de private persmedia en de publieke omroep stelt ze vast dat de taakafbakening van beiden urgenter wordt. De commissie wil daarom dat de overheid onderzoek doet naar de effecten van reclame bij publieke omroep (lokaal, regionaal en landelijk) om vast te stellen of en hoe dit het concurrentieveld in de mediasector beïnvloedt. Daarnaast vraagt ze de overheid te bevorderen dat de programmagegevens van de publieke omroep om niet ter beschikking komen van derden, waaronder de persmedia.

De commissie wil verder dat de overheid een onderzoek doet naar de toekomst van het ANP, gelet op de belangrijke rol die het ANP speelt binnen de infrastructuur van journalistiek en nieuws.

De commissie ondersteunt het streven van het kabinet om te komen tot een verlaagd BTW-tarief voor digitale journalistieke producties, maar wijst erop dat afbakeningsproblemen aandacht dienen te krijgen. De commissie adviseert de minister om de regeling voor 'jonge journalisten' die minister Plasterk een tijdje geleden aankondigde niet te beperken tot dagbladen, maar uit te breiden naar opiniebladen en nieuwsbladen en instanties die nieuws en achtergrond leveren aan nieuwsmedia.

Noot voor redacties (