Gerechtelijke organisatie

Grond met kadaverresten in Someren moet worden afgevoerd

's-Gravenhage, 24 juni 2009 â De voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft beslist, dat de grond met kadaverresten van runderen die op een boerderij in Someren is aangetroffen, moet worden afgevoerd naar een verwerkingsbedrijf.

Tijdens een controle door de AID werden tientallen begraven kadavers van runderen bij de boerderij gevonden. Een deel van deze kadavers was nog intact en kon worden afgevoerd. De resten die achterbleven, zijn met de grond waarin ze waren begraven opgeslagen in twee depots op het terrein van de boerderij. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft vervolgens de veehouder opgedragen, deze grond met kadaverresten af te laten voeren naar een verwerkingsbedrijf. De eigenaar van de dieren was het hier niet mee eens. Om te voorkomen dat de grond met de kadaverresten op zijn kosten zou worden afgevoerd, heeft hij de voorzieningenrechter gevraagd de maatregelen op te schorten.

De voorzieningenrechter is het met de minister eens, dat op grond van de Europese regelgeving de grond met kadaverresten moet worden afgevoerd naar een verwerkingsbedrijf. Omdat Nederland de status heeft van een land met een zogenaamd gecontroleerd BSE-risico, gelden voor elk dood rund dat wordt aangetroffen, strikte regels voor de verwijdering en verwerking ervan. De betrokken veehouder heeft in strijd met deze regels de kadavers op zijn terrein begraven.

LJ Nummer

BI9644

Bron: College van Beroep voor het bedrijfsleven Datum actualiteit: 24 juni 2009 Naar boven