Inspectie voor de Gezondheidszorg
Kwaliteitsslag gemaakt, maar penitentiaire inrichtingen moeten zorg in
avond, nacht en weekend beter regelen
Persbericht, 25 juni 2009
Penitentiaire inrichtingen hebben de afgelopen jaren een
kwaliteitsslag gemaakt. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) is
tevreden over de professionalisering van artsen en verpleegkundigen.
Risico's ziet de IGZ vooral in de avond, nacht en het weekend. De zorg
op deze tijdstippen laat nog te wensen over en zorgt voor onnodige
risico's.
Medische zorg in gevangenissen hoort vergelijkbaar te zijn met zorg
buiten detentie. Er is de afgelopen jaren veel verbeterd en er is een
goed werkend kwaliteitsysteem ontwikkeld. Er moet, zo schrijft de IGZ
in het vandaag gepubliceerde rapport, wel nog een aantal knelpunten
worden aangepakt:
* De vervolgzorg na ontslag uit de inrichting is onvoldoende en moet
beter.
* De klachtenprocedure en calamiteiten meldingen moeten gebruikt
worden om van te leren en de kwaliteit en veiligheid te
verbeteren.
* Medicatieveiligheid moet worden gezekerd door beter/vollediger
gebruik van het elektronisch patiënten dossier (EPD).
* Artsen moeten ook buiten het spreekuur beschikbaar zijn voor niet
patiënt gebonden taken.
* Er moet aandacht zijn voor het krijgen van voldoende deskundige
artsen en verpleegkundigen, speciaal opgeleid om in een
penitentiaire inrichting te werken.
* Acute tandheelkundige zorg is vaak nog onvoldoende geregeld.
* 37 van de 39 medische diensten gaven aan dat er medicijnen worden
uitgedeeld door niet deskundig personeel.
* Het beheer van de noodvoorraad medicijnen is onder de maat.
De IGZ beveelt de Staatsecretaris van Justitie en de Dienst Justitiële
Inrichtingen onder meer aan om voor 1 oktober 2009 de toegang tot de
medische zorg in de avond en nacht te verbeteren. Gedetineerden met
een medische klacht moeten makkelijk telefonisch contact kunnen hebben
met de dienstdoende arts of een professioneel triagist.
Vanaf 1 oktober 2009 moet de medische dienst bij vrijlating een kopie
van de probleemlijst en de medicatielijst meegeven aan alle
gedetineerden. De vervolgzorg is immers veiliger als relevante
medische geschiedenis bij artsen buiten de inrichting bekend is.
Eventueel noodzakelijke vervolgzorg in de GGZ dient vóór ontslag
geregeld te zijn.
De IGZ zal bij de directeur van de instelling aandringen op
maatregelen tegen het hoofd medische dienst en de verantwoordelijke
arts, als in de tweede helft van 2009 het beheer van de noodvoorraad
medicatie niet op orde is, of is gebracht.
Ga hier naar het rapport: Medische diensten in penitentiaire
inrichtingen