4. Motie alcoholpromotie
Motie alcoholpromotie
Kamerstuk, 26 juni 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
26 juni 2009
Betreft: Motie alcoholpromotie
Geachte voorzitter,
Tijdens het Algemeen Overleg over alcoholbeleid van 20 december 2007
is door de leden Leijten en Voordewind een motie ingediend waarin de
regering wordt verzocht onderzoek te doen naar de mogelijkheden om
alcoholpromoties gericht op jongeren te beperken en zo mogelijk te
verbieden . Uw Kamer heeft met deze motie ingestemd. Met deze brief
reageer ik op deze motie, mede namens mijn collega voor Jeugd en
Gezin.
Voordat ik inga op de mogelijkheden tot beperking en eventueel
verbieden van alcoholpromoties gericht op jongeren, hecht ik eraan
eerst het huidige kader aan wet- en regelgeving met betrekking tot
alcoholreclame uiteen te zetten.
Europese wet- en regelgeving
Op Europees niveau geldt sinds 1989 de richtlijn Televisie zonder
Grenzen.
In artikel 15 van deze richtlijn is vastgelegd dat tv-reclame voor
alcoholhoudende dranken:
o niet specifiek gericht mag zijn op minderjarigen en in het bijzonder
geen minderjarigen mag tonen die dit soort dranken gebruiken;
o geen verband mag leggen tussen alcoholgebruik en een verbetering van
fysieke prestaties of gemotoriseerd rijden;
o niet de indruk mag wekken dat alcoholgebruik bijdraagt tot sociale
of seksuele successen;
o niet mag suggereren dat alcoholhoudende dranken therapeutische
kwaliteiten bezitten, dan wel stimulerend, kalmerend of
spanningsreducerend effect hebben;
o geen onmatig alcoholgebruik mag aanmoedigen dan wel onthouding of
matig alcoholgebruik in een negatief daglicht stellen;
o geen nadruk mag leggen op het hoge alcoholgehalte van dranken als
positieve eigenschap.
Dit artikel is in Nederland geïmplementeerd in de Reclamecode voor
Alcoholhoudende Dranken, die onderdeel vormt van de Nederlandse
Reclame Code (zie hierna). De Nederlandse Reclame Code geldt voor alle
vormen van reclame.
Nationale wet- en regelgeving
Reclamecode voor Alcoholhoudende Dranken
In deze Code heeft de alcoholbranche voor zichzelf een kader aan
regels en richtlijnen gesteld, waarin naast algemene regels voor
alcoholreclame (inclusief internet en bioscoopreclame), ook een aparte
richtlijn voor horecapromoties is opgenomen. In deze richtlijn staat
bijvoorbeeld dat geen gratis drankjes mogen worden aangeboden en dat
horecapromoties niet zijn toegestaan op plaatsen waar meer dan 25% van
het publiek minderjarig is. In de reclamecode zelf is deze 25%-norm
van toepassing op alle andere vormen van reclame, inclusief
bioscoopreclames. Ook voor internetsites zijn aanvullende bepalingen
opgenomen ter bescherming van minderjarigen tegen alcoholpromoties.
De Code is opgesteld door de Stichting Verantwoord Alcoholgebruik
(STIVA), waarin alle Nederlandse producenten en importeurs van bier,
wijn en gedestilleerd verenigd zijn. In deze stichting is de
horecabranche zelf echter niet vertegenwoordigd. Zoals ook in de
algemene bepalingen van de Code is vermeld, is handhaving daarom niet
mogelijk in de horeca zelf, behoudens op vrijwillige basis of met
medewerking van de betrokken media.
Mediawet
Naast de regelgeving die is opgenomen in voornoemde Code, is in het
Coalitieakkoord van het huidige kabinet afgesproken een verbod op
alcoholreclame op radio en televisie tot 21.00 uur in te voeren. Ter
uitvoering van deze afspraak in het Coalitieakkoord, is in artikel
3.7, tweede lid, onder c, van de nieuwe Mediawet, een verbod voor
radio- en televisiereclame tussen 6.00 en 21.00 uur opgenomen
(Mediawet 2008, Staatsblad 583 ).
Drank- en Horecawet
Tenslotte geeft artikel 2 van de Drank- en Horecawet sinds 2000 een
grondslag voor een reclamebesluit, waarbij nadere regels aan reclame
kunnen worden gesteld. Deze regels kunnen betrekking hebben op de
inhoud van alcoholreclame, de doelgroepen waarop deze is gericht,
alsmede het tijdstip en wijze waarop en de plaats waar reclame wordt
gemaakt. Een reclamebesluit kan echter niet zien op de aanduiding
betreffende merk, soort, prijs en plaats van verstrekking. Voor het
instellen van een reclamebesluit geldt een voorhangprocedure. De
regering heeft van de mogelijkheid van artikel 2 tot op heden geen
gebruik gemaakt.
Conclusie
Uit het voorgaande blijkt dat de meeste vormen van alcoholpromotie
thans al via zelfregulering zijn beperkt. Er is op dit terrein echter
geen specifieke nationale wetgeving van toepassing, met uitzondering
dan van het reclameverbod tussen 6.00 en 21.00 uur op radio en
televisie.
In reactie op uw vraag wat de mogelijkheden zijn om alcoholpromoties
gericht op jongeren te beperken, wijs ik op de mogelijkheid tot het
instellen van een reclamebesluit zoals hiervoor beschreven. Daarin kan
een verdere beperking van bijvoorbeeld bioscoopreclame en van
alcoholpromotie in de foyers van bioscopen worden opgenomen.
Het kabinet hecht veel belang aan de zelfregulering, mede gelet op de
langs die weg reeds bereikte beperkingen van reclame. Mede tegen die
achtergrond is het kabinet niet voornemens thans over te gaan tot het
instellen van een reclamebesluit. Wel zal het kabinet actief blijven
volgen of de Code wordt nageleefd en zal tevens in het overleg met
betrokken partijen het belang van verruiming van de Code worden
uitgedragen.
Buzz-marketing
In mijn antwoord op kamervragen ingediend door het lid Leijten is
toegezegd het fenomeen buzz-marketing in het onderzoek naar de
beperking van alcoholpromotie te betrekken. Enige tijd geleden heeft
STAP Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid naar aanleiding van een
buzz actie voor Grolsch Weisen bier de Reclame Code Commissie gevraagd
een uitspraak te doen over deze uitingen.
De Commissie heeft in haar uitspraak van 1 juli 2008 geoordeeld dat
bij de betreffende uiting geen sprake was van een openbare aanprijzing
zoals bedoeld in artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code, zodat geen
sprake is van reclame in die zin van de Code. Deze nieuwe wijze van
marketing moet worden beschouwd als een vorm van marktonderzoek. De
Reclamecode voor Alcoholhoudende Dranken is derhalve niet van
toepassing op buzz-marketing en ook een reclamebesluit op grond van de
Drank- en Horecawet zal niet voor deze vorm van marketing gelden.
Binnen de bestaande kaders zijn er derhalve geen mogelijkheden om
tegen dergelijke nieuwe vormen van onderzoeksmarketing op te treden,
mocht daar al behoefte toe zijn.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport