KPMG

Publieke sector hecht steeds meer belang aan inkoopfunctie

29|06|09 - Dat blijkt uit onderzoek van KPMG onder 450 bestuurders en inkoopverantwoordelijken binnen de publieke sector.

De publieke sector hecht steeds meer belang aan de inkoopfunctie. Mede als gevolg van de economische crisis gaan overheidsinstellingen er steeds vaker toe over om samen met andere partijen in te kopen. Daarnaast blijkt het zowel centraal als decentraal inkopen bij de overheid in toenemende mate te verschuiven naar het centraal inkopen.

Uit onderzoek van KPMG onder 450 bestuurders en inkoopverantwoordelijken binnen de publieke sector blijkt dat ruim 75% op dit moment een vorm van samenwerking met andere partijen kent voor het doen van inkopen. Het centraal inkopen blijkt bovendien steeds meer aandacht te krijgen. Op dit moment is 27% van de inkoop centraal georganiseerd. De onderzochte managers dat binnen een aantal jaren 49% van de goederen centraal zal worden ingekocht en dat het decentraal inkopen nagenoeg zal verdwijnen.

"Het inkoopproces kan de publieke sector aanzienlijke voordelen opleveren door het afdwingen van volumekortingen, het profiteren van kennisdeling en het aangaan van strategische partnerships", constateert Huibert Koevoets van KPMG's Public Sector.

Koevoets: "De huidige economische situatie werkt bovendien als een katalysator voor deze ontwikkeling omdat organisaties gedwongen worden om kritisch naar hun uitgaven te kijken en zo kostenbewust mogelijk in te kopen. De verantwoordelijkheid van overheidsorganisaties bestaat echter niet alleen uit het inkopen tegen een zo laag mogelijke prijs. Waarden als duurzaamheid, rechtmatigheid, integriteit en zelfs het markteffect van de overheidsaankopen dienen meegenomen te worden in elke inkoopafweging. Daarnaast is het belangrijk om ook oog te hebben voor de valkuilen en neveneffecten als organisaties samen gaan inkopen De overheid kan haar inkoopmacht gebruiken om bepaald beleid te ondersteunen - zoals de ontwikkeling van duurzaamheid in het bedrijfsleven - maar kan mogelijk ook (onbedoeld) de marktverhoudingen verstoren. Die effecten worden momenteel onvoldoende meegewogen in de sourcing strategie en in sommige gevallen is men zich er niet eens van bewust."

Op dit moment bestaat er volgens Koevoets in de markt overigens een gezonde twijfel of het gekozen beleid op het gebied van duurzaam inkopen de beste manier is om de beoogde resultaten te realiseren. Koevoets: "Leveranciers die niet aan de voorwaarden voor duurzaamheid voldoen worden in het algemeen uitgesloten. Het gevolg hiervan is dat een ongewenst woud van regels dreigt en duurzame trendsetters in de markt daarmee gefrustreerd kunnen worden in plaats van aangemoedigd."

"Procedures voor (Europese) aanbestedingen kennen in de praktijk de nodige negatieve bijwerkingen", weet Koevoets. "Binnen de huidige juridische kaders is veel verbetering mogelijk. Een van de wenselijke veranderingen is dat het aanbestedingsproces niet moet worden gezien als een losstaande activiteit: overheidsorganisaties moeten streven naar een integrale aanpak, waarin de opzet van de aanbesteding, de geformuleerde criteria en het vervolgproces na de leverancierskeuze naadloos aansluiten op de eigen doelstellingen. Een eerlijke aanbesteding is dan ook net zo belangrijk als een bedrijfsmatige aanbesteding. Binnen de overheid bestaat een sterke neiging om dat met regels te garanderen. Regels zijn echter maar tot op zekere hoogte doeltreffend en kunnen zelfs contraproductief werken op de integriteit."
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Andy Bellm, (020) 656 7039.

© 2009 KPMG N.V., registered with the trade register in the Netherlands under number 34153857 and a Dutch limited liability company and a member firm of the KPMG network of independent member firms affiliated with KPMG International, a Swiss cooperative. All rights reserved.