Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport



4. Wet gelijke behandeling moet meer bekendheid krijgen

Wet gelijke behandeling moet meer bekendheid krijgen

Toespraak, 29 juni 2009

Staatssecretaris Bussemaker nam op 23 juni 2009 het rapport `Beperkingen, recht en gelijkheid' in ontvangst van de directeur van het Verwey-Jonker Instituut. Dit rapport is mede basis voor de evaluatie van de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (Wgbh/cz).

Dames en heren,

Dank voor dit rapport. De Wet gelijke behandeling op grond van handicap en chronische ziekte is nu ruim 5 jaar van kracht. Om inzicht te krijgen in de effecten van deze wet, heb ik een evaluatie laten maken. Die stuur ik vrijdag 26 juni naar de Tweede Kamer. Uw rapport `Beperkingen, recht en gelijkheid' is een belangrijke pijler van deze evaluatie. Er is al eerder zo'n pijler geweest: eind vorig jaar bracht de Commissie Gelijke Behandeling haar eigen evaluatie uit.

De onderzoekers van het Verwey-Jonker Instituut hebben gekeken naar het effect van de Wgbh/cz op de participatie van mensen met een handicap. Dat was bij het ontwerp van de Wgbh/cz ook de intentie. De wet moet bevorderen dat mensen met een handicap gewoon mee kunnen doen. Uw conclusie is dat de Wgbh/cz slechts van beperkte invloed is op het meedoen van mensen in onze samenleving. Die conclusie onderschrijf ik. Maar dit is geen negatieve conclusie. De Wgbh/cz biedt namelijk de rechtsbescherming waar we naar streven. De individuele rechtspositie van mensen met een handicap hebben een betere individuele rechtspositie gekregen.
U deed uitvoerig onderzoek naar de bekendheid van de Wgbh/cz. Met de conclusie dat het noodzaak is aan de Wgbh/cz meer bekendheid te geven. Die signalen kreeg ik al eerder. Ook vanuit de Commissie Gelijke Behandeling. Daarom heb ik al verschillende acties ondernomen. De wet hoort bekend te zijn en mensen moeten de inhoud op hoofdlijnen kennen.

Daarom: