Gerechtelijke organisatie

Uitspraak in zaak neerschieten politieagent in Apeldoorn

Arnhem, 29 juni 2009 - Het gerechtshof Arnhem heeft de verdachte van de poging tot moord op een politieman in het Apeldoornse winkelcentrum veroordeeld tot 10 jaren gevangenisstraf.

Bij de rechtbank
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 26 jaren en 6 maanden. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 jaren. Zowel de verdachte als het Openbaar Ministerie is in hoger beroep gekomen.

Het hoger beroep
Het hof ziet geen noodzaak alsnog (een of meer van) de elf door de raadsman gevraagde personen op te roepen als getuige en het doen uitvoeren van een (video)reconstructie. De raadsman heeft niet wezenlijk nieuwe feiten en omstandigheden aan zijn verzoek ten grondslag gelegd die niet reeds ten tijde van de regiezitting aan de orde zijn geweest. De verzoeken worden afgewezen. Het hof is van oordeel dat verdachte opzettelijk en met voorbedachte raad op 23 juli 2007 heeft geprobeerd de politieman van het leven te beroven.

Hoewel in de onderhavige zaak verdachte zich naast de poging tot moord schuldig heeft gemaakt aan andere strafbare feiten, ligt het zwaartepunt bij de bepaling van de precieze hoogte van de langdurige gevangenisstraf bij de poging tot moord.

In de praktijk pleegt de strafrechter bij de beoordeling van een zaak en de oplegging van straf waar mogelijk rekening te houden met vergelijkbare zaken. Onderzoek naar vergelijkbare zaken wijst eerder op een strafoplegging van 7 tot 8 jaren, zoals door de raadsman is gesuggereerd, dan op de door de advocaat-generaal gevorderde gevangenisstraf van 15 jaren.

Het hof ziet in de omstandigheid dat verdachte de bereidheid heeft getoond om een vuurwapen te gebruiken, zodra iemand in zijn vaarwater komt, aanleiding tot strafverzwaring. Het hof ziet in de omstandigheid dat verdachte een politieman heeft neergeschoten, terwijl deze zijn werk wilde doen, eveneens reden tot strafverzwaring. Verdachte heeft hierbij niet in een opwelling gehandeld, hetgeen hem zwaar wordt aangerekend.

Bij afweging van alle factoren acht het hof een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren passend en geboden. Het hof kan zich voorstellen dat deze straf door het slachtoffer en zijn directe omgeving als te licht wordt bevonden. Dat het tot een poging is gebleven dient echter tot uitdrukking te komen in de strafoplegging.

LJ Nummer

BJ0638

Bron: Gerechtshof Arnhem Datum actualiteit: 29 juni 2009 Naar boven