Ministerie van Verkeer en Waterstaat


1 1 > Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Plesmanweg 1-6 der Staten-Generaal 2597 JG Den Haag Binnenhof 4 Postbus 20901 2500 EX Den Haag 2513 AA DEN HAAG T 070 351 61 71 F 070 351 78 95

Contactpersoon
---
T -

Ons kenmerk DGLM2009 1063

Uw kenmerk Datum 29 juni 2009 -

Onderwerp havenontvangstvoorzieningen Bijlage(n)
---

Geachte voorzitter,

Hierbij informeer ik u over de afgiftecijfers van scheepsafval in de Nederlandse zeehavens in 2008 en over het havenafvalbeleid in 2009. Daarnaast ga ik in op de vraag, die de heer Roemer tijdens het Algemeen Overleg over de Beleidsbrief Duurzame Zeehavens op 2 april jongstleden stelde over invoering van de indirecte financiering.

Zoals u weet, is de Europese richtlijn 2000/59/EC over `havenontvangstvoor- zieningen voor scheepsafval en ladingresiduen" 1 in Nederland geïmplementeerd in de vorm van een wijziging van de "Wet voorkoming verontreiniging door schepen"(Wvvs). Jaarlijks ontvang ik van de Nederlandse zeehavens een rapportage over het havenafvalbeleid in het voorafgaande jaar. Op basis hiervan informeer ik u jaarlijks over de resultaten van het havenafvalbeleid.

Afgiftecijfers 2008
In tabel 1 is het aantal afgevende schepen en de hoeveelheid afgegeven scheepsafval opgenomen. Het aantal afgevende schepen is in 2008 licht gedaald met 1,5 %. Deze ontwikkeling hangt samen met het beeld van het eveneens licht dalende aantal betalende schepen (m.b.t. afvalstoffenheffing), dat de Nederlandse havens in 2008 aandeed ten opzichte van 2007 (zie bijlage 1). De belangrijkste reden hiervan is de economische teruggang door de inzakkende wereldhandel in het laatste kwartaal van 2008.


1 Richtlijn 2000/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 november 2000 betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen (PbEU L 332)
a

Pagina 1 van 3





Tabel 1: totaal aantal afgevende schepen en totale hoeveelheid scheepsafval (niet Datum zijnde ladingresiduen) in de Nederlandse Zeehavens

Ons kenmerk Aantal schepen dat afval Hoeveelheid scheepsafval DGLM2009 1063 afgeeft (in kubieke meters) 2008 22.152 ( - 1,5%) 148.483 ( + 11%) 2007 22.486 (+22%) 133.517 (+28%) 2006 18.296 (+27%) 104.698 (+7%) 2005 14.394 98.241

Ondanks dat er in 2008 minder betalende schepen de Nederlandse zeehavens aandeden, is de hoeveelheid afgegeven scheepsafval in 2008 gestegen met 11% ten opzichte van 2007. In bijlage 1 zijn de cijfers per zeehaven opgenomen. Deze stijgende lijn van de afgelopen jaren geeft aan dat het gebruik van de havenontvangstvoorzieningen in de Nederlandse zeehavens fors is gestegen sinds de invoering van de richtlijn in 2004 in Nederland, namelijk een toename van 50% in de hoeveelheid afgegeven scheepsafval ten opzichte van 2005.

Financiering
Tijdens het Algemeen Overleg van 2 april over de Beleidsbrief Duurzame Zeehavens stelde de heer Roemer de vraag wanneer de indirecte financiering van scheepsafval volledig wordt ingevoerd in Nederland. Bij een systeem van indirecte financiering dienen schepen een heffing te betalen voor de inzameling, transport (opslag) en verwerking van scheepsafvalstoffen, ongeacht of zij ook daadwerkelijk afgeven. In de Richtlijn 2000/59/EG is bepaald dat de kosten voor het verwerken van het afval voor een substantieel deel (minimaal 30%) moet worden gedekt via indirecte financiering. Tijdens het Algemeen Overleg op 26 september 2007 heeft Uw Kamer ingestemd met de lijn om ten aanzien van de indirecte financiering de Europese ontwikkelingen op dit terrein af te wachten. De Europese Commissie zal naar verwachting in 2010 komen met herzieningsvoorstellen van de Europese richtlijn met betrekking tot de havenontvangstvoorzieningen. In de tussentijd hebben de havens de havenafvalsystemen geoptimaliseerd door verhoging van de afgiftegrenzen, drempelverlagende maatregelen en een goede communicatie aan schepen over het havenafvalplan. Dit heeft geresulteerd in een sterke toename van de hoeveelheid scheepsafval, die afgelopen jaren in havens is afgegeven.

De financiële overschotten van een aantal havens, die ontstaan waren in de eerste jaren van invoering van de indirecte financiering, zijn in 2008 fors afgenomen. Door verlaging van de tarieven en/of vergroting van de afgiftegrenzen zijn deze overschotten in de havens van Amsterdam, Rotterdam en Zeeland voor een groot deel teruggegeven aan de sector in 2008. De door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat in samenwerking met de havenbeheerders opgestelde rapportagehandleiding heeft bijgedragen aan een meer eenduidige jaarlijkse rapportage over afvalafgifte. In deze jaarlijkse rapportage wordt V&W geïnformeerd door de zeehavenbeheerders over de ingezamelde en verwerkte hoeveelheden scheepsafval en de kosten die hiervoor zijn gemaakt conform de Regeling Havenontvangstvoorzieningen.

Pagina 2 van 3





Datum Beleidsmatige ontwikkelingen.

De International Maritime Organization heeft in oktober 2008 ingestemd met een Ons kenmerk uniform meldformulier voor scheepsafvalstoffen en een nieuw standaard afgifte DGLM2009 1063 formulier. Nederland heeft de afgelopen jaren op Europees en mondiaal niveau actief bijgedragen aan de ontwikkeling van een uniform meldformulier. Indien ingevoerd kan de kapitein van een schip met dit formulier in elke zeehaven op eenzelfde wijze melding doen van scheepsafval en ladingresiduen en de afgifte hiervan. De Europese Commissie zal deze nieuwe formulieren meenemen bij de herzieningsvoorstellen van de Richtlijn Havenontvangstvoorzieningen (2000/59/EG) in 2010.

Met betrekking tot de evaluatie van toezicht en handhaving verwijs ik u naar de brief van minister Cramer, die u hierover op 8 oktober 2008 mede namens minister Hirsch Ballin en mij heeft geïnformeerd.

Daarnaast blijf ik mij inzetten voor een eenduidig internationaal begrippenkader en daarbij voor een betere aansluiting van de Richtlijn Havenontvangst- voorzieningen op de terminologie van het Marpol-verdrag.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

J.C. Huizinga-Heringa

Pagina 3 van 3