Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Wachtlijsten en wachttijden buitenschoolse opvang en dagopvang (4E meting)

Stand van zaken 1 december 2008


- eindrapport -

Dr. Marga de Weerd
Dr. Mireille Gemmeke

Amsterdam, maart 2009
Regioplan publicatienr.1745A

Regioplan Beleidsonderzoek
Nieuwezijds Voorburgwal 35

1012 RD Amsterdam
Tel.: +31 (0)20 - 5315315
Fax : +31 (0)20 - 6265199

Onderzoek, uitgevoerd door Regioplan Beleids- onderzoek in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.









INHOUDSOPGAVE

Samenvatting ........................................................................................... I


1 Inleiding ........................................................................................... 1


2 Onderzoeksvragen en werkwijze.................................................... 3
2.1 Onderzoeksvragen............................................................. 3
2.2 Conceptueel model............................................................ 3
2.3 Plan van aanpak................................................................ 5


3 De analyse van de wachtlijstadministraties.................................. 13
3.1 Inleiding.............................................................................. 13
3.2 Capaciteitsberekening ....................................................... 13
3.3 Omvang van de administratiewachtlijsten ......................... 14
3.4 Lengte van de wachttijden................................................. 17
3.5 Overige resultaten analyse wachtlijstadministraties.......... 21


4 Enquête onder wachtlijstouders .................................................... 27
4.1 Inleiding.............................................................................. 27
4.2 Ouders correct op de wachtlijst.......................................... 27
4.3 Netto gecorrigeerde wachtlijst............................................ 29

Bijlagen ........................................................................................... 31
Bijlage 1      Brief wachtlijstenonderzoek met toestemmingsverklaring.  33










SAMENVATTING

Dit rapport bevat de resultaten van de vierde meting van de wachtlijsten in de buitenschoolse opvang (BSO) en dagopvang (KDV). De peildatum van dit onderzoek was 1 december 2008. Op die datum zijn de omvang van de wacht- lijsten en de lengte van de wachttijden voor buitenschoolse opvang en dag- opvang vastgesteld. De eerste en de tweede meting zijn door B&A uitgevoerd respectievelijk op peildata 1 augustus 2007 en 1 december 2007. Regioplan voerde de derde meting uit met als peildatum 1 juni 2008. Voor zover mogelijk of relevant zijn resultaten van de vier meetmomenten vergeleken.

In dit onderzoek zijn de wachtlijstgegevens met betrekking tot buitenschoolse opvang en dagopvang van 22 kinderopvangorganisaties in Nederland geana- lyseerd. Dit onderzoek omvatte 36 gemeenten en besloeg in totaal vijftien procent van de bevolking in Nederland, wat voldoende is om de onderzoeks- gegevens te extrapoleren naar nationaal niveau. De wachtlijsten bevatten
26.729 kinderen waarvan de gegevens konden worden geanalyseerd. Naast de omvang van de wachtlijsten en lengte van de wachttijden op nationaal niveau, is ook gekeken naar regionale verschillen in Nederland en verschillen tussen grote steden (meer dan 100.000 inwoners) en middelgrote tot kleine steden (minder dan 25.000 inwoners).

De belangrijkste onderzoeksresultaten zijn samengevat in onderstaande tabel.

Tabel S1 Kern van de resultaten wachtlijstonderzoek van de vier metingen BSO KDV
1-aug 1-dec 1-jun- 1- dec 1-aug 1-dec 1-jun 1 dec
07 07 08 08 -07 07 08 08 Wachtlijstomvang 20.200 22.000 21.469 21.349 23.100 23.200 27.743 29.714 absoluut
Gemiddelde
wachttijd op 196 181 230 180 156 143 194 146 peildatum
Gemiddelde Niet Niet wachttijd bij 79 89 78 76 69 96 meetbaar meetbaar plaatsing
Wachtlijstomvang 21% 19,6% 13,8% 12,6% 18% 16,4% 16,5% 14,8% % capaciteit

---





De belangrijkste conclusies die uit dit onderzoek naar voren komen, zijn:
· De omvang van de wachtlijsten in de BSO is in de vierde meting (peildatum
1 december 2008) ongeveer gelijk aan de derde meting (peildatum 1 juni
2008). In de dagopvang is de omvang van de wachtlijsten met bijna 2000 kinderen toegenomen in dezelfde periode.

· De gemiddelde wachttijden zijn tussen de derde meting en de vierde meting afgenomen en wel van 230 dagen naar 180 dagen voor BSO en van 194 naar 146 dagen voor dagopvang.

· De gemiddelde wachttijden bij plaatsing zijn tussen de derde en de vierde meting in de BSO gedaald van 89 naar 78 dagen. In de dagopvang is de gemiddelde wachttijd bij plaatsing gestegen van 69 naar 96 dagen.
· De omvang van de wachtlijst als percentage van de capaciteit is voor zowel BSO als KDV kleiner geworden.

· De wachtlijsten zijn het grootst en de wachttijden het langst in de grote gemeenten (meer dan 100.000 inwoners). Dit was ook het geval in de tweede en de derde meting. Het verschil in wachttijd tussen grote gemeenten en kleinere gemeenten is kleiner dan in de vorige metingen.
· Daarnaast zijn de wachtlijsten het grootst en de wachttijden het langst in de westelijke provincies, te weten Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht. Dit beeld zagen we ook in de tweede en derde meting. Ook voor de wacht- tijden geldt dat de verschillen tussen de westelijke provincies en de overige provincies kleiner zijn geworden.

II






1 INLEIDING

In het Plan van Aanpak Wachtlijsten BSO heeft staatssecretaris Dijksma van het ministerie van OCW aan de Tweede Kamer aangekondigd de wachtlijsten in de kinderopvang te zullen monitoren. Dit is de rapportage van de vierde meting van de wachtlijsten in de buitenschoolse opvang (BSO) en de dag- opvang (KDV) die, evenals de derde meting, is uitgevoerd door Regioplan.1

In het onderzoek is net als de vorige metingen nagegaan wat op de peildatum de omvang van de wachtlijsten is. De peildatum voor de vierde meting is 1 december 2008. Daarnaast is gekeken naar de wachttijden van kinderen die op de wachtlijst staan en van kinderen die inmiddels zijn geplaatst. Ten slotte zijn verschillen tussen regio's en gemeenten bekeken.

In de vierde meting zijn de onderzoeksmethoden en de weergaven van de resultaten nagenoeg gelijk aan die van de tweede en derde meting.

In het volgende hoofdstuk beschrijven we de gevolgde werkwijze voor het onderzoek. In hoofdstuk 3 presenteren we de resultaten van de analyse van de wachtlijstadministraties van 22 organisaties. In hoofdstuk 4 worden de resultaten van de ouderenquête beschreven.


1 De eerste en de tweede meting zijn uitgevoerd door B&A.
---






2






2
ONDERZOEKSVRAGEN EN WERKWIJZE


2.1 Onderzoeksvragen
Het ministerie heeft de volgende vragen gesteld ten aanzien van de wachtlijsten in de kinderopvang:


1. Wat is de omvang van de wachtlijsten en lengte van de wachttijden van de buitenschoolse opvang en de dagopvang per 1 december 2008?


2. Wat is de spreiding van de wachtlijsten en wachttijden in de buitenschoolse opvang en de dagopvang naar gemeentegrootte en regio?


3. Wat was de gemiddelde wachttijd van ouders van wie het kind is geplaatst tussen 1 juni 2008 en 1 december 2008, voor buitenschoolse opvang en dagopvang?


4. Hoe is de omvang van de wachtlijsten verdeeld over dagen in de week, voor buitenschoolse opvang en dagopvang?


2.2 Conceptueel model
Het begrip wachtlijst is in de praktijk niet eenduidig gedefinieerd. Kinderopvangondernemingen nemen bij het taxeren van de wachtlijst ook vaak de planningslijst mee. De opgave van dit onderzoek is het destilleren van de `netto'-wachtlijst (alle kinderen waarvan de wensdatum voorbij is) uit de `bruto'-wachtlijst: alle kinderen die staan ingeschreven bij een of meer kinderopvangorganisaties ongeacht of de wensdatum al dan niet is gepasseerd.

Figuur 2.1 geeft weer waar het onderzoek zich op richt. Het gaat om de omvang van de nettowachtlijst. De nettowachtlijst bevat de kinderen van wie de wensdatum is verstreken en die niet zijn geplaatst. De centrale vragen van het onderzoek zijn: hoeveel kinderen bevinden zich per 1 december 2008 in deze situatie en hoe lang bevinden kinderen zich hier gemiddeld?
---





Figuur 2.1 Conceptueel model1

Plaatsingslijst = Planningslijst = Kinderen in opvang Kind is aangemeld
Wensdatum is bekend
Er is nog geen behoefte aan een plek

Nettowachtlijst = Kind niet geplaatst

Wensdatum

Tijd

In dit onderzoek worden verder de volgende begrippen gehanteerd:

Brutowachtlijst Alle kinderen die op de wachtlijst staan ingeschreven, inclusief 'vervuiling', 'dubbelingen' en kinderen van wie de wensdatum niet voorbij is (dit is de planningslijst plus de nettowachtlijst plus 'vervuiling'). Buitenschoolse opvang (BSO) Opvang voor kinderen van 4 tot 12 jaar. Dagopvang (KDV) Opvang voor kinderen van 0 tot 4 jaar. Dubbelingen Kinderen die bij meer dan één opvangorganisatie zijn ingeschreven. Gastouderopvang Opvang voor kinderen van 0 tot 12 jaar bij een gastouder via een geregistreerd gastouderbureau. Nettowachtlijst Alle kinderen die op de wachtlijst staan, waarvoor geldt dat de 'wensdatum' voorbij is (dit is de bruto- wachtlijst exclusief de planningslijst en 'vervuiling'). Planningslijst Kinderen die op de wachtlijst staan voor wie de 'wensdatum' nog niet is gepasseerd (dit is de bruto- wachtlijst exclusief de nettowachtlijst en 'vervuiling'). Vervuiling Vervuiling van de wachtlijst door bijvoorbeeld ontbrekende gegevens, leeftijden die opvang uitsluiten en wachttijd langer dan twee jaar. Wensdatum De datum vanaf welke ouders willen dat hun kind wordt opgevangen. Wachttijd op peildatum De tijd die is verstreken vanaf de wensdatum tot de peildatum. De wachttijd geldt alleen voor kinderen op


1 Deze figuur is een bewerking van het conceptueel model uit het rapport over de tweede meting van B&A.

4





de nettowachtlijst. Wachttijd bij plaatsing De gemiddelde wachttijd bij plaatsing van alle kinderen die tussen 1 juni 2008 en 1 december 2008 zijn geplaatst. Netto-administratiewachtlijst Het resultaat van de analyse van de wachtlijstadministraties. Netto-ouderwachtlijst Het resultaat van de analyse van de enquête onder wachtlijstouders. Netto gecorrigeerde wachtlijst De combinatie van de netto-administratiewachtlijst en de netto-ouderwachtlijst.


2.3 Plan van aanpak
Het onderzoek kende de volgende onderdelen:
1. analyse van de wachtlijstadministraties;
2. analyse van de wachttijd van geplaatsten;
3. vaststellen van de omvang van de netto gecorrigeerde wachtlijst op basis van een enquête onder ouders op de wachtlijst.


1. Analyse wachtlijstadministraties
De wachtlijstadministraties van 22 kinderopvangorganisaties in 36 gemeenten zijn geanalyseerd. Uitgaande van de brutowachtlijst zijn de dubbelingen (kinderen op meer dan één wachtlijst), de vervuilingen (kinderen kunnen logischerwijs niet op de wachtlijst staan) en de planningslijst (de wensdatum is nog niet gepasseerd) verwijderd. Zodoende blijft de nettoadministratiewacht- lijst over.

De analyse geeft inzicht in de omvang van de bruto- en nettowachtlijsten. De analyse van de wachtlijstadministraties maakt het ook mogelijk de wachttijden te onderzoeken op de peildatum. Verder worden op basis van de analyse van de wachtlijstadministraties onderzoeksvragen beantwoord over het aantal dagen per week dat opvang wordt gevraagd, de voorkeursdagen en de landelijke verspreiding van wachtlijsten.

Bepalen omvang wachtlijst
Om de omvang van de wachtlijsten te bepalen, hebben we het aantal kinderen op de wachtlijst van de organisaties gerelateerd aan de capaciteit van die organisatie. Voor het omrekenen van de capaciteit in kindplaatsen naar aantal kinderen gaan we er ­ conform de eerdere metingen ­ van uit dat één kindplaats bij buitenschoolse opvang of dagopvang door 1,9 kind wordt bezet.


2. Analyse wachttijd geplaatsten
Hoe lang ouders die op de peildatum op de wachtlijst staan uiteindelijk op een plek moeten wachten, is vanzelfsprekend niet bekend. Door de wachtlijsten van de derde meting te combineren met de plaatsingen van de vierde meting, kon de gemiddelde wachttijd bij plaatsing worden berekend. De brutowacht- lijsten van de derde meting zijn gekoppeld aan de plaatsingslijsten op
---





peildatum 1 december 2008. Zo kon worden nagegaan hoe lang ouders in de periode 1 juni 2008 tot 1 december 2008 gemiddeld op een plek moesten wachten.
Er is dus gekeken naar twee varianten van de gemiddelde wachttijd: de gemiddelde wachttijd op de peildatum 1 december 2008 en de gemiddelde wachttijd bij plaatsing van alle kinderen die zijn geplaatst tussen 1 juni 2008 en
1 december 2008.


3. Vaststellen omvang netto gecorrigeerde wachtlijst op basis van een ouderenquête
Op basis van een enquête onder ouders van kinderen op de wachtlijst is vastgesteld in hoeverre de gegevens in de wachtlijstadministraties kloppen. Op basis van deze ouderenquête is een correctie toegepast op de netto- wachtlijstaantallen.


2.3.1 Aanpassingen ten opzichte van de derde meting In de vierde meting is teruggegrepen op de opzet van het onderzoek in de tweede meting. Hiertoe is besloten nadat bleek dat kinderopvangorganisaties onevenredig zwaar belast werden met de gevolgde methode in de derde meting, waarbij organisaties zelf wachtlijstgegevens moesten aanleveren. Evenals in de tweede meting zijn wachtlijstadministraties van kinderopvang- organisaties die daarvoor toestemming hebben gegeven, gedownload via het managementinformatiesysteem Cockpit door Pelosa Network Engineering BV. Pelosa is de ontwikkelaar van de Cockpit-module. Cockpit is een financieel managementinformatiesysteem voor kinderopvangorganisaties dat in opdracht van Project OK, de MO-groep, de Branchevereniging en het Waarborgfonds Kinderopvang door Pelosa is ontwikkeld. Cockpit kan worden gekoppeld aan de meest gebruikte softwaresystemen in de kinderopvangsector, zoals: Kids, Flexkids en Kocon. Door middel van Cockpit zijn de wachtlijstgegevens van verschillende kinderopvangorganisaties (met verschillende systemen) binnen één gemeente aan elkaar gekoppeld en geanalyseerd. Kinderopvangorganisaties hoefden daardoor niet zelf de gewenste gegevens uit hun administraties aan te leveren, zoals in de derde meting het geval was.

Een tweede verschil tussen de vierde en de derde meting betreft de berekening van de groei van de kinderopvang ten opzichte van januari 2007. In de vierde meting is dat gebeurd op basis van gegevens van de Belasting- dienst. In de eerdere metingen werd dat gedaan op basis van cijfers van FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarktvraagstukken. Hiervoor was bij de eerste meting gekozen, omdat de gegevens van de Belastingdienst op dat moment nog onvoldoende betrouwbaar waren om als basis van de berekening te dienen. De Belastingdienstgegevens vormen inmiddels een betere basis dan FCB, omdat er bij de Belastingdienst een directe band is met de gebruikte uren kinderopvang, terwijl bij FCB relatief veel aannames moesten worden gedaan. De wijziging van de bepaling van de groei heeft belangrijke gevolgen
6





voor de omvang van de capaciteit en het wachtlijstpercentage en heeft daarmee consequenties voor de vergelijkbaarheid tussen de metingen.

Een derde verschil met de derde meting betreft de correctiefactor voor de nettowachtlijst. In de tweede meting is hiervoor gebruikgemaakt van de correctiefactor uit de tweede meting die op basis van de resultaten uit een enquête onder ouders op de wachtlijsten was berekend. Voor de vierde meting is opnieuw een enquête onder ouders uitgevoerd welke tot een nieuwe correctiefactor voor de nettowachtlijst heeft geleid (zie verder hoofdstuk 4).

Bij de derde meting had het onderzoek betrekking op 23 organisaties. In de vierde meting betreft dat 22 organisaties. Het merendeel van de deelnemende organisaties heeft aan alle metingen tot nu toe deelgenomen.

Periode tussen de metingen
We vergelijken de resultaten van deze vierde meting zo veel mogelijk met die van de derde meting. De periode waarover we de ontwikkelingen in de wacht- lijsten bekijken, is zes maanden, namelijk tussen 1 juni 2008 en 1 december
2008. In de derde meting zijn eveneens de ontwikkelingen in zes maanden bekeken. Bij de tweede meting was de periode waarover dit werd bekeken vier maanden, namelijk tussen 1 augustus tot 1 december 2007 (de peildata van meting 1 en 2).


2.3.2 Steekproef en respons
De organisaties in de steekproef hebben in november 2008 een brief ontvangen van het ministerie van OCW, waarin zij zijn uitgenodigd aan het onderzoek deel te nemen (zie bijlagen). Deelname betekende het verlenen van toestemming aan Regioplan om wachtlijstadministraties voor dit onder. zoek te gebruiken.

De steekproef van kinderopvangorganisaties die voor de derde meting is getrokken, is ook voor de vierde meting gebruikt. Bij de steekproeftrekking is ­ naast organisatieomvang ­ rekening gehouden met spreiding over regio's en spreiding wat betreft gemeentegrootte. De steekproef bestond uit 29 organisaties.

Van de 29 aangeschreven organisaties gaven 25 toestemming voor het downloaden van hun wachtlijstadministratie. Twee organisaties hebben hun toestemming geweigerd. Het onderzoek kwam voor één van hen ongelegen en kostte de andere organisatie te veel tijd. Van twee organisaties hebben we ondanks herhaaldelijke telefonische verzoeken geen reactie ontvangen. Bij twee van de organisaties die toestemming verleenden, bleek het om technische redenen niet mogelijk de wachtlijstadministraties te downloaden. Een andere organisatie die toestemming verleende, leverde de binnen de
---





termijn niet de gewenste gegevens.2 De resultaten in dit rapport zijn gebaseerd op de wachtlijstadministraties van 22 organisaties3. Negentien van deze organisaties namen ook aan de derde meting deel. De drie overige organisaties hebben niet aan de derde, maar wel aan de tweede meting deelgenomen.

De onderzoeksresultaten hebben betrekking op de gegevens van 22 kinderopvangorganisaties en betreffen 36 gemeenten.
1 Stichting Kinderopvang Amersfoort

2 Les Petits (Bloemendaal)

3 Catalpa Kinderopvang (landelijke organisatie)
4 Stichting Kinderopvang Bussum Naarden Muiden Muiderberg
5 Kinderopvang De Cirkel (Almelo)

6 MIK (Maastricht en Sittard-Geleen)

7 Stichting Kinderopvang Vlaardingen (SKV)

8 Kinderopvang 2Samen (Den Haag)

9 Stichting de Kinderkoepel (Hellevoetsluis)

10 SKSG (Groningen)

11 Kinderopvang Noordwest Veluwe (Harderwijk)

12 Kinderopvang Leeuwarden

13 Kinderopvang DAK (Den Haag)

14 Kinderopvang Walcheren (Middelburg, Vlissingen, Veere)
15 Timpaan Groep (diverse locaties in Friesland en Groningen)
16 SKID (Aa en Hunze, Tynaarlo)

17 Stichting Kindercentra Lelystad

18 Triodus (Den Haag)

19 Stichting Kinderopvang de Bevelanden

20 Kinderdagverblijf De Schaepskooi (Oss)

21 Ludens (Utrecht)

22 Stichting Kinderopvang Schoonhoven

Dankzij deze kinderopvangorganisaties kunnen uitspraken worden gedaan over de wachtlijsten in de volgende 36 gemeenten.

Grote gemeenten in het onderzoek (meer dan 100.000 inwoners) n=6 Amersfoort
Enschede
Groningen
Maastricht
's-Gravenhage
Utrecht


2 Het betrof een organisatie die niet met een Cockpit module werkte waardoor gegevens niet konden worden gedownload.


3 Van een van de organisaties bleken alle kinderen alleen op de brutowachtlijst te staan. De analyses die zijn gedraaid op de nettowachtlijst hebben daardoor betrekking op 21 organisaties en 35 gemeenten.

8





Middelgrote gemeenten in het onderzoek (25.000 - 100.000 inwoners) n=19
Aa en Hunze
Almelo
Bussum
Goes
Harderwijk
Hellevoetsluis
Hoogezand-Sappemeer
IJsselstein
Lansingerland
Leeuwarden
Lelystad
Middelburg
Oss
Sittard-Geleen
Sneek
Tynaarlo
Vlaardingen
Vlissingen
Zaltbommel

Kleine gemeenten in het onderzoek (minder dan 25.000 inwoners) n=11 Bloemendaal
Druten
Haaksbergen
Hillegom
Kapelle
Midden-Delfland
Muiden
Naarden
Schoonhoven
Sliedrecht
Veere

Deze gemeenten vertegenwoordigen qua inwonertal ongeveer 15 procent van de totale Nederlandse bevolking.4

Met deze selectie van gemeenten zijn 22 kinderopvangorganisaties en 26.729 wachtlijstkinderen bereikt. Dit aantal is meer dan voldoende om geldige en betrouwbare generalisaties te maken. Bij de selectie van kinderopvang- organisaties is erop gelet dat een bepaalde dekking (>75%) is behaald binnen de gemeenten. Dit is nodig om de gegevens te kunnen screenen op dubbelingen.


4 Het aantal inwoners in de 36 gemeenten is ongeveer 2,5 miljoen, dat is 15 procent van de
16,4 miljoen inwoners van Nederland.

---





Voor de analyses op gemeenteniveau hebben we een aantal gemeenten buiten beschouwing gelaten. Dit zijn gemeenten waarvoor we niet minimaal twintig procent dekkingsgraad in dit onderzoek hebben verkregen. Onder dekkingsgraad verstaan we de verhouding tussen de capaciteit van de onderzochte organisaties in die gemeente versus de totale capaciteit aan kindplaatsen in deze gemeente. We hebben de dekkingsgraad voor zowel BSO als KDV per gemeente berekend. Voor KDV halen alle gemeenten de benodigde dekkingsgraad. Voor BSO laten we de gemeenten Enschede en Oss buiten beschouwing. Deze gemeenten doen wel mee voor het bepalen van het landelijke beeld van de omvang van de wachtlijsten.

Type gegevens
De eenheid van onderzoek is kinderen op de wachtlijst. Per organisatie is de volgende informatie verzameld en geanalyseerd:

Identificatie kind

· Postcode.

· Huisnummer.

· Geboortedatum.

Wachttijdpeiling

· Wensdatum.

· Plaatsingsdatum.

· Soort opvang: KDV, BSO.

· Gewenste dagdelen.

· Gewenst aantal dagdelen.


2.3.3 Bewerkingen van de brutowachtlijsten Ontdubbelen
Een van de problemen van wachtlijstonderzoek bestaat uit het gegeven dat ouders hun kansen op een plek in de opvang vergroten door hun kind bij meerdere kinderopvangorganisaties in te schrijven. Op deze wijze ontstaat
- theoretisch - de mogelijkheid dat de totale omvang van de wachtlijsten in een bepaalde gemeente wordt overschat met een factor die gelijk is aan het aantal kinderopvangorganisaties. Uit de vorige metingen is gebleken dat inschrijvin- gen bij meerdere organisaties verantwoordelijk zijn voor een (klein) deel van de vervuiling. Ook binnen de administraties van een en dezelfde opvang- organisatie komen dubbele inschrijvingen voor. Bijvoorbeeld wanneer een kind al is geplaatst, maar nog voor uitbreiding of wisseling van dag of opvanglocatie op de wachtlijst staat.

Om aan deze problematiek tegemoet te komen, zijn de wachtlijsten ont- dubbeld. Door kindrecords te controleren op naam, adres en geboortedatum en/of unieke codes en geboortedatum zijn de dubbeltellingen verwijderd. Met andere woorden; er is voor gezorgd dat een kind dat op meer dan één wacht- lijst is ingeschreven, slechts één keer meetelt bij het bepalen van de wachtlijst.
10





Indien een kind zowel is geplaatst als op de wachtlijst voorkomt, is het van de wachtlijst verwijderd. Bij dubbeltelling door inschrijving bij meerdere organisa- ties is het volgende gedaan: wanneer de wens van de ouders per wachtlijst verschilt (bijvoorbeeld in het aantal dagdelen waarvoor opvang wordt ge- vraagd) dan is het record met de meest omvangrijke behoefte in het bestand behouden. In gevallen waarin de wens van de ouder op beide lijsten dezelfde is, is het kind aselect aan een organisatie toegewezen. Op deze wijze wordt voorkomen dat het onderzoek zou kunnen leiden tot onderschatting van de vraag.

Het schonen van gegevens
In deze fase van het onderzoek zijn de wachtlijstgegevens opgeschoond. Kindrecords zijn om de volgende redenen uit het bestand verwijderd:
1. Kind kan logischerwijs niet op een wachtlijst staan (bijvoorbeeld geboortedatum van voor 1 december 19965).
2. Een kind staat te lang op de wachtlijst (de grens is bij 2 jaar gelegd).

Nettowachtlijst
De laatste stap die is gemaakt om tot een nettoadministratiewachtlijst te komen, is het verwijderen van records van kinderen waarvan op 1 juni de wensdatum nog niet voorbij is (de zogenoemde planningslijst). Met andere woorden: de wensdatum ligt nog in de toekomst. Het kind is bijvoorbeeld nog geen drie maanden oud of gaat nog niet naar de basisschool.


2.3.4 Opschonen wachtlijsten administratie In totaal zijn de gegevens van 26.729 records geanalyseerd. Hiervan stond 49 procent op de wachtlijst van de BSO en 51 procent op de brutoadministratiewachtlijst voor de dagopvang. Enkele organisaties hebben ook wachtlijsten voor peuterspeelzaalwerk of voor een andere voorziening (tussenschoolse opvang, alleen voorschoolse opvang, flexibele opvang, peuterspeelzaalwerk of andere voorzieningen) aangeleverd: deze zijn niet meegenomen in dit onderzoek. In de onderstaande tabel geven we het overzicht van de opschoning van de wachtlijsten voor zowel BSO als KDV.

Tabel 2.1 Opschoning wachtlijsten, van bruto naar netto per 1 december 2008 BSO KDV Aantal % Aantal % Brutowachtlijst 13.060 100% 13.669 100% 26.729 Vervuiling 1.862 14% 1.790 13% 3.652 Wensdatum nog niet verstreken 7.931 61% 8.066 59% 15.997 Nettowachtlijst 3.267 25% 3.813 28% 7.080


5 Kind is op peildatum 1 december ouder dan dertien jaar voor BSO (rekening houdend met één jaar doublure) of ouder dan vier jaar voor KDV.
---





Opschonen gegevens BSO
De brutowachtlijst in de onderzochte administraties bedraagt voor buiten- schoolse opvang 13.060 kinderen. Hiervan is veertien procent vervuiling (dubbelingen, kind reeds geplaatst, kind te oud, kind staat al meer dan 2 jaar op de wachtlijst of kind heeft al een plaatsingsdatum voor of op de wens- datum). Vervolgens is bekeken voor welke kinderen de wensdatum op 1 december nog niet is verstreken. Voor 61 procent van de ouders op de bruto- wachtlijst is deze datum op 1 december niet verstreken: deze kinderen staan op de planningslijst. Wat overblijft, zijn 3267 kinderen (25%) die op de nettowachtlijst staan.

Opschonen gegevens KDV
De brutowachtlijst in de onderzochte administraties bedraagt voor dagopvang
13.669 kinderen. Hiervan is dertien procent vervuiling (dubbelingen, kind reeds geplaatst, kind te oud, kind staat al meer dan twee jaar op de wachtlijst of kind heeft al een plaatsingsdatum voor of op de wensdatum). Vervolgens is beke- ken voor welke kinderen de wensdatum op 1 december nog niet is verstreken. Voor 59 procent van de ouders op de brutowachtlijst is deze datum op 1 december nog niet verstreken: deze kinderen staan op de planningslijst. Wat overblijft, zijn 3813 kinderen (28%) die op de nettowachtlijst staan.

Bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op de wachtlijstadministraties van de 22 deelnemende kinderopvangorganisaties. Om uitspraken over heel Nederland te kunnen doen, is het noodzakelijk deze cijfers te extrapoleren. Dat doen we in het volgende hoofdstuk.


12






3 DE ANALYSE VAN DE WACHTLIJSTADMINISTRATIES


3.1 Inleiding
In dit hoofdstuk worden de resultaten van de bewerkingen en analyse van de wachtlijstadministraties behandeld.

Allereerst wordt aandacht besteed aan hoe we de (netto)wachtlijstgegevens van de deelnemende kinderopvangorganisaties kunnen extrapoleren naar nationaal niveau. Op deze wijze kunnen we de omvang van de wachtlijst per 1 december 2008 voor heel Nederland berekenen. Vervolgens kijken we naar de lengte van de wachttijden op nationaal en regionaal niveau. Ook voeren we enkele overige analyses uit, onder andere naar de wensdata en wensdagen voor kinderopvang en buitenschoolse opvang.


3.2 Capaciteitsberekening
Op basis van de wachtlijstadministraties van de 22 deelnemende kinder- opvangorganisaties hebben we een nettowachtlijst van 7080 kinderen gedestilleerd. 3267 kinderen staan op de wachtlijst voor buitenschoolse opvang; 3813 kinderen staan op de wachtlijst voor dagopvang.

Om de omvang van de wachtlijsten te relateren aan de capaciteit en te extra- poleren naar nationaal niveau, is het van belang om inzicht te hebben in de capaciteit van de onderzochte organisaties en de capaciteit op nationaal niveau op 1 december 2008.
De capaciteit op nationaal niveau is berekend op basis van gegevens van de Belastingdienst over het aantal kinderen BSO en KDV waarvoor kinder- opvangtoeslag is aangevraagd. Door het aantal kinderen dat op 1 december
2008 gebruikmaakte van BSO en KDV te vergelijken met de aantallen kinderen die dat deden in januari 2007, is een groeipercentage berekend. Dat groeipercentage is vervolgens toegepast op het aantal kindplaatsen in BSO en KDV in januari 20071. De aanname daarbij is dat het gemiddeld aantal kinderen per kindplaats door de loop van de jaren gelijk is gebleven, namelijk op 1,9.
Op basis van deze capaciteitsberekening presenteren we in de volgende paragrafen de omvang van de wachtlijsten op nationaal niveau.


1 Zie M. Gemmeke en M. Paulussen-Hoogenboom, 2007. Basisgegevens Kinderopvang.
13






3.3 Omvang van de administratiewachtlijsten In deze paragraaf kijken we naar de omvang van de wachtlijsten gerelateerd aan de capaciteit in de 35 gemeenten. Allereerst bekijken we de omvang van de wachtlijsten op nationaal niveau en vervolgens op regionaal niveau. In de eerste rij van tabel 3.1 en 3.2 staan de gegevens die we van de 22 onder- zochte organisaties hebben ontvangen. Hieruit blijkt dat de netto-administratie- wachtlijst voor BSO 17,7 procent en voor KDV 20,2 procent van de capaciteit van de onderzochte organisaties is. Bij de vorige meting was dit respectievelijk
18,3 en 22 procent. Als we dit extrapoleren naar nationaal niveau op basis van landelijke capaciteitsgegevens, dan kunnen we constateren dat 30.069 kinderen op de wachtlijst voor BSO staan en bijna 40.705 kinderen op de wachtlijst voor KDV.

Tabel 3.1 Wachtlijsten buitenschoolse opvang volgens administratiewacht- lijsten, per 1 december 2008
Percentage Aantal kinderen op de van de capaciteit wachtlijst Onderzochte organisaties (n=22) 17,7% 3.267 Nederland 17,7% 30.069

Tabel 3.2 Wachtlijsten dagopvang volgens administratiewachtlijsten, per 1 december 2008
Percentage Aantal kinderen op de van de capaciteit wachtlijst Onderzochte organisaties (n=22) 20,2% 3.813 Nederland 20,2% 40.705

In figuur 3.1 staat weergegeven hoe de wachtlijsten, uitgedrukt als percentage van de capaciteit, zich ontwikkeld hebben. Daaruit valt te lezen dat de wacht- lijsten voor zowel BSO als KDV na december 2007 relatief gezien kleiner worden.


14





Figuur 3.1 Wachtlijsten uitgedrukt als percentage van de capaciteit voor BSO en KDV
BSO KDV
30

25

20

15

10

5
0
aug-07 dec-07 jun-08 dec-08

Absoluut gezien is de omvang van de wachtlijst voor de BSO redelijk stabiel. De wachtlijsten voor de dagopvang nemen ieder half jaar in omvang toe (zie figuur 3.2) .

Figuur 3.2 Aantal kinderen in Nederland op de wachtlijsten voor BSO en KDV

BSO KDV
45000

40000

35000

30000

25000

20000

15000

10000

5000
0
aug-07 dec-07 jun-08 dec-08
15





Spreiding van wachtlijsten over gemeenteklassen
In dit onderzoek is voor de derde keer gekeken naar de spreiding van wacht- lijsten over landsdelen. Hiertoe is Nederland ingedeeld in vier regio's op basis van provincies, te weten:

Tabel 3.3 Verdeling provincies in regio's
Regio Provincies
Noord Friesland, Groningen, Drenthe
Oost Overijssel, Gelderland, Flevoland Zuid Noord-Brabant, Zeeland, Limburg
West Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht (Randstadprovincies)

Hieronder is de verdeling naar de omvang van de wachtlijsten op regionaal niveau weergegeven, waarbij de analysegegevens zijn geëxtrapoleerd naar nationaal niveau (zie tabel 3.4). Hieruit blijkt dat de wachtlijsten in het westen en noorden van Nederland aanzienlijk groter zijn dan de wachtlijsten in het oosten en zuiden van het land. In de oostelijke provincies zijn de wachtlijsten het kortst.

Tabel 3.4 Netto-aantal kinderen op de wachtlijst en wachtlijstpercentage per regio, geëxtrapoleerd naar niveau Nederland per 1 december 2008 BSO KDV Percentage Aantal kinderen Percentage van Aantal kinderen van de op de wachtlijst de capaciteit op de wachtlijst capaciteit
Heel Nederland 17,7% 30.069 20,2% 40.705 Noord 23,8% 3.115 16,4% 2.454 Oost2 4,3% 1.270 6,4% 2.380 Zuid 8,0% 2.807 9,3% 3.638 West 24,8% 22.877 29,3% 32.232

In figuur 3.3 is de omvang van de wachtlijst als percentage van de capaciteit weergegeven. Uit deze gegevens blijkt dat de wachtlijsten het langst zijn in de gemeenten met meer dan honderdduizend inwoners. De wachtlijstpercentages voor de kleine en de grote gemeenten zijn toegenomen ten opzichte van juni
2008. Het wachtlijstpercentage voor de middelgrote gemeenten is iets gedaald ten opzichte van juni 2008. De wachtlijstpercentages voor de BSO liggen in alle gemeentecategorieën op 1 december van 2008 beduidend lager dan een jaar daarvoor.
De wachtlijstpercentages voor de KDV zijn in december 2008 met name in de grote gemeenten lager dan in juni 2008. Het wachtlijstpercentage voor de KDV in de kleine gemeenten is licht gestegen ten opzichte van een hafjaar daar- voor. Van zowel de kleine middelgrote als grote gemeenten zijn de wachtlijst- percentages voor de KDV van december 2008 gedaald ten opzichte van de wachtlijstpercentages van december 2007.


2 Het verschil met de vorige meting (van juni 2008) wordt waarschijnlijk verklaard doordat SKE in de meting van december 2008 niet vertegenwoordigd is.
16





Figuur 3.3 Wachtlijstpercentages voor BSO en KDV naar gemeenteomvang,
2007-2008*

100.000 inwoners
35%

30%

25%

20%

15%

10%

5%
0%
BSO 1 aug BSO 1 dec BSO 1 jun BSO 1 dec KDV 1 aug KDV 1 dec KDV 1 jun KDV 1 dec
07 07 08 08 07 07 08 08
* Voor dec. 2008 zijn in de gemeenteanalyses voor BSO 34 gemeenten en voor KDV 35 gemeenten met wachtlijsten geanalyseerd.


3.4 Lengte van de wachttijden
Naast de omvang van de wachtlijst, bekijken we ook de lengte van de wacht- lijst. De wachtlijstadministraties zijn geanalyseerd op wachttijd in dagen. De resultaten van de analyse zijn weergegeven in tabel 3.5. Om meer inzicht te krijgen in hoeveel kinderen een bepaalde periode op de wachtlijst staan, is tevens een frequentieverdeling gemaakt met behulp van een categorisering van wachttijden. Deze is weergegeven in tabel 3.6.

Tabel 3.5 Wachttijden voor buitenschoolse opvang en dagopvang in dagen
BSO KDV
1-08-07 1-12-07 1-06-08 1-12-08 1-08-07 1-12-07 1-06-08 1-12-08 Gemiddelde wachttijd 196 181 230 180 156 143 194 146 op peildatum
Gemiddelde wachttijd Niet Niet
79 89 78 76 69 96 bij plaatsing meetbaar meetbaar


17





Tabel 3.6 Verdeling van wachtenden (in percentages) voor BSO en KDV per 1 juni 2008 en 1 december 2008
BSO KDV Juni 2008 Dec 2008 Juni 2008 Dec 2008 Drie maanden 25 27 33 30 of korter
Drie tot zes 21 30 24 26 maanden
Zes maanden 32 27 26 27 tot één jaar
Eén tot 14 16 11 8 anderhalf jaar
Anderhalf tot 8 0 6 0 twee jaar

Wachttijd in de buitenschoolse opvang
De gemiddelde wachttijd in de buitenschoolse opvang is op 1 december 2008
180 dagen. Ten opzichte van de derde meting is de wachttijd sterk gedaald en op terug op het niveau van 1 december 2007 (zie figuur 3.4).

Figuur 3.4 Gemiddelde wachttijd van kinderen op de wachtlijst voor BSO peildata 1 augustus 2007 tot en met 1 december 2008 BSO
250

200

150

100

50
0

1-aug-07 1-dec-07 1-jun-08 1-dec-08

Ruim een kwart van de kinderen staat drie maanden of korter op de wachtlijst. Meer dan de helft staat tussen drie maanden en een jaar op de wachtlijst. Er zijn geen kinderen meer die langer dan anderhalf jaar op de wachtlijst staan voor de BSO. In juni 2008 stond nog acht procent van de kinderen anderhalf tot twee jaar op de wachtlijst.
De wachttijd bij plaatsing is ten opzichte van de derde meting eveneens
18





gedaald, van 89 naar 78 dagen.3 Van de geplaatste kinderen is ruim veertig procent voor of op de wensdatum geplaatst.

Wachttijd in de dagopvang
Kinderen staan op 1 december 2008 gemiddeld 146 dagen op de nettowacht- lijst voor dagopvang. De wachttijd is daarmee sterk gedaald ten opzichte van juni 2008 en weer op hetzelfde niveau gekomen als de wachttijd in december
2007 (zie figuur 3.5) . Ongeveer een derde staat drie maanden of korter op de wachtlijst en de helft van de kinderen wacht drie maanden tot een jaar, zo blijkt uit tabel 3.6. Het percentage kinderen dat langer dan 6 maanden op de wacht- lijst staat is ten opzichte van de derde meting sterk gedaald.

De wachttijd van kinderen die in de periode van 1 juni 2008 tot en met 1 december 2008 zijn geplaatst, is sterk gestegen ten opzichte van de derde meting. De gemiddelde wachttijd bij plaatsing was in de derde meting 69 dagen en is bij de vierde meting 96 dagen. De sterke stijging van de wachttijd op de peildatum van de derde meting ten opzichte van de tweede meting vertaalt zich daarmee door naar een sterke stijging van de wachttijd bij plaatsing van de vierde meting ten opzichte van de derde meting. Van de geplaatste kinderen is 34 procent voor of op de wensdatum geplaatst. In de derde meting was dat veertig procent.

Figuur 3.5 Gemiddelde wachttijd van kinderen op de wachtlijst voor KDV peildata 1 augustus 2007 tot en met 1 december 2008 KDV
250

200

150
KDV
100

50
0

1-aug-07 1-dec-07 1-jun-08 1-dec-08


3 Voor het bepalen van de wachttijd bij plaatsing zijn, evenals in de vorige metingen, alleen kinderen meegenomen voor wie de plaatsing maximaal drie maanden voor de wensdatum was.

19





Wachttijd op regionaal niveau
In het westen van het land zijn de wachttijden voor zowel BSO als KDV ook in december 2008 langer dan in de andere regio's (zie figuur 3.2). De verschillen in wachttijden tussen de regio's zijn echter kleiner geworden doordat met name in het westen van het land de wachttijden zijn verminderd (zie figuur
3.6). De wachttijd voor BSO is in het westen van 249 dagen naar 190 dagen gegaan. In de KDV is de wachttijd in het westen van het land teruggegaan van
208 naar 153 dagen.

Figuur 3.6 Gemiddelde regionale wachttijden BSO en KDV in dagen, per 1 december 2007, 1 juni 2008 en 1 december 2008 Heel Nederland Noord Oost Zuid West
300

250

200

150

100

50
0
BSO 1-dec-07 BSO 1-juni-08 BSO 1-dec-08 KDV 1-dec-07 KDV 1-jun-08 KDV 1 dec-2008

In figuur 3.7 staat het aantal dagen dat kinderen op de wachtlijst staan uitge- splitst naar gemeentegroottecategorie. Ook uit deze figuur blijkt weer dat kinderen langer op de wachtlijst staan voor BSO dan voor dagopvang. In tegenstelling tot voorgaande jaren (niet in de figuur te zien) moeten kinderen in de kleine gemeenten het langst wachten op een plek in de BSO. De wacht- tijden in de kleine gemeenten zijn langer geworden, gemiddeld 33 dagen, ten opzichte van de vorig meting. In juni 2008 stonden kinderen in kleine gemeenten 173 dagen op de wachtlijst. In december 2008 staan kinderen in kleine gemeenten 206 dagen op de wachtlijst voor BSO. De gemiddelde wachttijd voor BSO in de grote en middelgrote gemeenten is nagenoeg gelijk.
20





Kinderen in grote gemeenten staan op 1 december 2008 beduidend korter op de wachtlijst dan op 1 juni 2008, namelijk 178 ten opzichte van 250 dagen. In middelgrote gemeenten staan kinderen in december 2008 gemiddeld 6 dagen korter op de wachtlijst dan op 1 juni 2008.

In de dagopvang is weinig verschil meer tussen kleine, middelgrote en grote gemeenten in het aantal dagen dat kinderen op de wachtlijst staan. Dit in tegenstelling tot juni 2008 toen de wachttijd in de kleinste gemeenten duidelijk korter was dan in de middelgrote en grote gemeenten. Het aantal dagen dat kinderen op de wachtlijst staan voor dagopvang is in middelgrote gemeenten met gemiddeld 42 dagen verkort, in grote gemeenten met 52 dagen. In kleine gemeenten staan kinderen juist langer, gemiddeld 23 dagen, op de wachtlijst voor dagopvang dan bij de vorige meting met als peildatum 1 juni 2008.

Figuur 3.7 Wachttijden in dagen naar gemeentegrootte voor BSO en KDV per 1 december 2008
BSO KDV
250

200

150

100

50
0
Totaal 100.000 inwoners inwoners


3.5 Overige resultaten analyse wachtlijstadministraties In deze paragraaf is de overige informatie opgenomen die de analyse van de wachtlijstadministraties heeft opgeleverd. Dit bevat onder andere een analyse van de wachtlijst versus de planningslijst en de voorkeursdagen voor opvang.

De wensdatum
Figuur 3.8 toont de wensdata van de kinderen in de wachtlijstadministraties buitenschoolse opvang op 1 december 2008, met een wensdatum tussen 1 december 2007 en 1 december 2009. Alle kinderen met een wensdatum voor
1 december 2008 staan op de nettowachtlijst: dit zijn de donkerblauwe balken
21





in figuur 3.8. Alle kinderen met een wensdatum na 1 december 2008 staan op de planningslijst: dit correspondeert met de hardblauwe balken. Planningslijst en nettolijst vormen samen de brutowachtlijst.
Uit de figuur blijkt dat de piek in de wachtlijsten van september 2008 nog niet is weggewerkt alsmede de maandelijkse instroom op de wachtlijsten sinds- dien. In januari, augustus en september 2009 is een forse piek in de wacht- lijstadministratie te zien.

Figuur 3.8 Wensdata buitenschoolse opvang (aantallen kinderen)
1200

1000

800

600

400

200
0

7 8 8 8 9 9 9
-0 i-08 i-0 t-08 08 08 i-08 08 -08 -08 r-08 -0 -0 i-09 i-0 t-09 09 09 i-09 09 -09 -09 r-09 -0 -0 uar uar aar ap
ril- er ril- er mei- jun juli- tus uar uar aar ap mei- jun juli- tus m m tobe mber mber ce
mberjan febr gus embok tobe mber mberjan febr ve ce gus embok ve ce de au sept no de au sept no de

Figuur 3.9 toont de wensdata van de kinderen in de wachtlijstadministraties dagopvang op 1 december 2008, met een wensdatum tussen 1 december
2007 en 1 december 2009. Ook voor de dagopvang geldt dat alle kinderen met een wensdatum voor 1 december 2008 op de nettowachtlijst staan: dit zijn de donkerblauwe balken in de bovenstaande figuur. Alle kinderen met een wensdatum na 1 december 2008 staan op de planningslijst: dit correspondeert met de hardblauwe balken. Planningslijst en nettolijst vormen samen de bruto- wachtlijst.
De planningslijst voor de dagopvang is aanzienlijk groter dan de planningslijst voor de buitenschoolse opvang. In de maand januari 2009 is de grootste behoefte aan kinderopvang.


22





Figuur 3.9 Wensdata dagopvang (aantallen kinderen)
2500

2000

1500

1000

500
0

7 8 8 8 8 8 9 9 9 9 9
-0 i-08 i-0 rt-0 ril-08 08 i-08 08 -0 -0 i-09 i-0 rt-0 ril-09 09 i-09 09 -0 -0 ber uar uar juli- tus-08 r-08 r-0 e juli- tus-09 r-09 r-0
---
maa ap mei- jun tobe mber ber uar uar ap mei- jun ber ber maa tobe m m ce
m jan febr gus emb ok ve ce m jan febr gus emb ok ve ce de au sept no de au sept no de

Wensdagen
In figuur 3.10 is de verdeling van het aantal wensdagen voor de BSO weer- gegeven.4 In de buitenschoolse opvang worden kinderen voor gemiddeld 2,7 dagen per week ingeschreven. Dit was 2,5 dagen in juni 2008, in december
2007 2,3 dagen en 2,6 in augustus 2007 (zie ook tabel 3.7). De verdeling van het aantal wensdagen voor de dagopvang is weergegeven in figuur 3.11. In de dagopvang staan kinderen gemiddeld ingeschreven voor 2,7 dagen. Dit was in juni 2008 2,8 dagen per week, in december 2007 2,5 dagen en 2,6 in augustus 2007 (zie ook tabel 3.7).


4 In de berekening van het aantal wensdagen zijn kinderen die een flexibele plaatsingswens hebben, niet meegenomen. Voor deze kinderen was veelal geen aantal gewenste dagen bekend.

23





Figuur 3.10 Aantal dagen waarvoor kinderen staan ingeschreven, BSO per
1 december 2008


4500

4000

3500

3000

2500

2000

1500

1000

500
0

1 2 3 4 5


24





Figuur 3.11 Aantal dagen waarvoor kinderen staan ingeschreven, KDV per 1 december 2008

5000

4500

4000

3500

3000

2500

2000

1500

1000

500
0

1 2 3 4 5

Tabel 3.7 Gemiddeld gewenst aantal dagen per week voor BSO en KDV, over drie metingen vergeleken
Meting BSO KDV
1 augustus 2007 2,6 2,6
1 december 2007 2,3 2,5
1 juni 2008 2,5 2,8
1 december 2008 2,7 2,7

Het percentage kinderen dat op de wachtlijst staat voor maandag, dinsdag en donderdag is voor de BSO iets groter dan voor de KDV. Het percentage kinderen dat voor woensdag en vrijdag op de wachtlijst staat, is in de KDV veel groter dan in de BSO. Dat geldt het sterkst voor de woensdag.


25





Figuur 3.12 Dagopvang en buitenschoolse opvang - voorkeur dagen BSO/KDV per 1 december 2008
voorkeur BSO voorkeur KDV maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
0 10 20 30 40 50 60 70


26






4 ENQUÊTE ONDER WACHTLIJSTOUDERS


4.1 Inleiding
In dit hoofdstuk beschrijven we de uitkomsten van de telefonische enquête die gehouden is onder ouders die, volgens de wachtlijstadministraties van de organisaties die aan deze vierde meting meewerken, op de wachtlijst stonden. Op basis van de enquête wordt een gecorrigeerd cijfer voor de wachtlijsten voor BSO en KDV gepresenteerd.

Er zijn bij 301 ouders van de nettowachtlijst interviews afgenomen. Het betreft ouders die (hooguit 2 jaar) voor de peildatum van 1 december 2008 een plek wensten voor hun kind in de BSO of KDV. 151 van hen stonden op de wacht- lijst voor BSO, 150 voor KDV.
De respons was hoog, namelijk 65 procent. Ten behoeve van de 301 geslaagde gesprekken zijn 464 telefoonnummers gebeld.

Het doel van de enquête was na te gaan in hoeverre de gegevens uit de wachtlijstadministraties corresponderen met de werkelijkheid. Het zou immers zo kunnen zijn dat kinderen niet altijd worden uitgeschreven als niet langer opvang gewenst is. Een tweede doel van de enquête was inzicht te krijgen aan de bereidheid van ouders om gebruik te maken van opvang op woensdag of vrijdag (dagen waarop weinig gebruik wordt gemaakt van met name BSO), indien hun voorkeur niet naar deze dagen uitging.


4.2 Ouders correct op de wachtlijst
De eerste vraag die ouders werd gesteld, was of het klopte dat hun kind nog op de wachtlijst stond voor BSO dan wel KDV van een bepaalde kinder- opvangorganisatie. Die informatie bleek meestal correct (zie tabel 4.1). Het percentage ouders dat niet op de wachtlijst voor KDV zegt te staan is bijna gelijk aan dat van de ouderenquête voor de tweede meting. Het aantal ouders dat niet terecht op de wachtlijst voor BSO staat is wat hoger dat het percen- tage uit de ouderenquête van de tweede meting (29 ten opzicht van 24 %).

Tabel 4.1 Staat uw kind op de wachtlijst voor BSO of KDV? (n = 301) December
2008
BSO KDV Ja 71% 73% Nee 29% 27%


27





Aan die ouders die geen plek meer nodig hadden bij de betreffende organisa- tie is gevraagd wat daarvoor de reden was. In de meeste gevallen bleek het kind inmiddels geplaatst, meestal bij de betreffende organisatie zelf, soms bij een andere opvangorganisatie. In een aantal gevallen was in een andere oplossing voorzien (zie tabel 4.2).

Tabel 4.2 Reden dat een kind niet meer op de wachtlijst staat december 2008 n % Kind is inmiddels geplaatst bij betreffende 58 68,2 organisatie
Kind is bij andere organisatie geplaatst 9 10,6 Informele opvang gevonden 5 5,9 Werktijden aangepast 3 3,5 Gestopt met werken 3 3,5 Anders 7 8,2 Totaal 85 100,0

Voor woensdag en vrijdag staan veel minder mensen op de wachtlijst dan voor de andere dagen van de week (zie figuur 3.8 in hoofdstuk 3). Dat geldt voor BSO in nog sterkere mate dan voor KDV. Ouders is gevraagd of zij een plaats op woensdag en/of vrijdag zouden accepteren in plaats van op de gevraagde andere dagen. Uit tabel 4.3 valt af te lezen dat de bereidheid hiertoe voor de KDV veel groter is dan voor de BSO. Het percentage ouders dat een plek op woensdag en vrijdag zou accepteren is beduidend lager dan in de ouder- enquête van de tweede meting (december 2007). Toen zei 25% van de ouders op de wachtlijst voor BSO en 50% van de ouders op de wachtlijst voor KDV een aanbod voor woensdag of vrijdag te accepteren terwijl dit niet hun voor- keursdagen waren. Daar staat tegenover dat een veel groter deel van de ouders in de enquête van december 2008 staat ingeschreven voor woensdag en/of vrijdag dan in december 2007 het geval was

Tabel 4.3 Animo voor woensdag of vrijdag onder mensen op wachtlijst voor BSO of KDV december 2007 en december 2008

Wachtlijst Wachtlijst Wachtlijst Wachtlijst BSO BSO KDV KDV december december december december
2007 2008 2007 2008 Ja 25% 14% 50% 22% Nee 64% 42% 43% 26% Ingeschreven
voor woensdag/ 11% 44% 7% 52% vrijdag
n 100 151 100 150


28





Ook uit tabel 4.4 valt af te lezen dat ouders die behoefte hebben aan dag- opvang flexibeler zijn dan ouders met behoefte aan BSO. Ouders die op zoek zijn naar dagopvang schrijven zich vaker bij meerdere organisaties in dan ouders die op zoek zijn naar BSO. Het percentage ouders dat zich in december 2008 bij meerdere organisaties heeft ingeschreven is ongeveer gelijk aan dat in december 2007 (75% voor BSO en KDV gezamenlijk).

Tabel 4.4 Staat u bij meerdere organisaties op de wachtlijst? December 2008 BSO en KDV
BSO KDV Ja 20% 40% Nee 80% 60%


4.3 Netto gecorrigeerde wachtlijst
Volgens de analyse van de wachtlijstadministraties telt de nettowachtlijst in Nederland 30.069 kinderen in de buitenschoolse opvang (17,7% van de capaciteit op 1 december 2008) en 40.705 kinderen (20,2% van de capaciteit op 1 december 2008) in de dagopvang. Uit de ouderenquête bleek dat 71 procent van de gegevens van de wachtlijstgegevens voor de BSO correct was. van de wachtlijstgegevens voor de KDV bleek 73 procent correct. Correctie van de netto wachtlijsten levert daarmee het volgende op: voor BSO staan
21.348 kinderen op de gecorrigeerde wachtlijst, voor KDV staan 29.714 kinderen op de gecorrigeerde wachtlijst. Op 1 juni 2008 was het gecorrigeerde aantal voor de BSO 21.469 kinderen en voor de kinderdagopvang 27.743 kinderen. Deze aantallen waren op 1 december 2007 respectievelijk 21.953 en
23.241. In figuur 4.1 staan de gegevens van de gecorrigeerde nettowacht- lijsten voor BSO en KDV grafisch weergegeven. Hieruit valt af te lezen dat het aantal kinderen op de wachtlijst voor BSO vrij stabiel is. Het aantal kinderen op de wachtlijst voor dagopvang is in december 2008 gestegen ten opzichte van 1 juni 2008.


29





Figuur 4.1 Omvang wachtlijsten voor BSO en KDV BSO KDV
35000

30000

25000

20000

15000

10000

5000
0

1 aug 2007 1 dec 2007 1 juni 2008 1 dec 2008

De cijfers in het overzicht zijn na de correctie van de ouderenquête op de wachtlijstgegevens als volgt:

Tabel 4.5 Netto gecorrigeerde wachtlijst buitenschoolse opvang per
1 december 2008
BSO Percentage Aantal kinderen op de van de capaciteit wachtlijst Onderzochte organisaties (n=22) 12,6% 2.319 Nederland 12,6% 21.349

Tabel 4.6 Netto gecorrigeerde wachtlijst dagopvang per 1 december 2008 KDV Percentage Aantal kinderen op de van de capaciteit wachtlijst Onderzochte organisaties (n=22) 14,8% 2.783 Nederland 14,8% 29.714


30





BIJLAGEN

Brief wachtlijstenonderzoek met toestemmingsverklaring


31






32





Aan de directie van >,
De staatssecretaris van OCW heeft zich tot doel gesteld de wachtlijsten in de kinderopvang terug te dringen. Daartoe volgt het ministerie van OCW de ontwikkeling van de wachtlijsten en de wachttijden in de kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang. Inmiddels zijn drie metingen uitgevoerd naar de wachtlijsten in de kinderopvang: twee in 2007 en een in 2008. De resultaten van de laatste meting zijn te vinden op
http://www.minocw.nl/documenten/57303a.pdf Het ministerie van OCW heeft aan Regioplan Beleidsonderzoek gevraagd een vierde meting per 1 december
2008 uit te voeren.
Ten behoeve van dit onderzoek worden wachtlijstadministraties van zo'n 25 kinderopvangorganisaties verspreid over heel Nederland geanalyseerd. Vanwege de vergelijkbaarheid met de vorige meting, worden de kinderopvangorganisaties uit de derde meting ook voor deze vierde meting benaderd.

Verzoek om medewerking
Graag wil ik u vragen uw medewerking te verlenen aan het onderzoek. Deze vierde meting is het verzamelen van de wachtlijstgegevens in handen gegeven van Pelosa Network Engineering, aanbieder van PlanRad. Dit betekent dat de werkzaamheden voor u in de meeste gevallen beperkt zijn tot het verlenen van toestemming. In samenwerking met uw systeembeheerder kan Pelosa via Internet de wachtlijstgegevens van uw organisatie downloaden. In een beperkt aantal gevallen zullen enkele extra handelingen moeten worden verricht. Daarnaast vragen we u toestemming te geven aan Regioplan om circa 20 ouders op de wachtlijst telefonisch te benaderen met een korte enquête. Aan de ouders wordt onder andere gevraagd of zij op de wachtlijst van uw organisatie wensen te blijven staan. Vanzelfsprekend worden hierbij de voorschriften van de Wet Persoonsregistratie nageleefd. Dat betekent o.a. dat de gegevens uitsluitend voor dit onderzoek worden gebruikt en direct na gebruik zullen worden vernietigd. De resultaten van het onderzoek zullen in het voorjaar van 2009 bekend worden. In het rapport zullen alleen algemene en geanonimiseerde resultaten worden weergegeven.

Toestemmingsverklaring
Wilt u bijgaand formulier voor 25 november invullen, ondertekenen en faxen aan Regioplan Beleidsonderzoek, t.a.v. Marga de Weerd. Of dien uw toestemmingsverklaring in per mail: Marga.de.weerd@regioplan.nl

Heeft u vragen over het onderzoek dan kunt u contact opnemen met Regioplan: Marga de Weerd, tel. 020 5315369.

---




Uw medewerking aan dit onderzoek is van belang voor de betrouwbaarheid van de onderzoeksresultaten. Daarom hopen zowel het ministerie van OCW, als Regioplan dat u uw medewerking wilt verlenen.
Met vriendelijke groet,

Marjan Zebregs
Themadirectie Kinderopvang


34





TOESTEMMINGSVERKLARING

SVP faxen aan Regioplan Beleidsonderzoek, faxnr. 020 6265199 t.a.v. Marga de Weerd.
Of mailen : Marga.de.weerd@regioplan.nl

TOESTEMMINGSVERKLARING

Hierbij verleent (uw naam) Van >
(aanpassen indien naam gewijzigd)

toestemming om de wachtlijstgegevens te analyseren en 20 ouders te benaderen voor een telefonische enquête.

Datum:

Plaats:

Handtekening:


35






36