UMC Utrecht
Baby's kunnen toe met minder prikken
Minder dan vier prikken met het pneumokokkenvaccin zijn ook effectief
in het verminderen van pneumokokken in de neus bij gevaccineerde
baby's. Onderzoekers van het UMC Utrecht, het Nederlands Vaccin
Instituut in Bilthoven en het Spaarne Ziekenhuis in Hoofddorp
beschrijven dat in het tijdschrift JAMA van deze week.
Kinder-immunoloog prof. dr. Lieke Sanders van het UMC Utrecht leidde
het onderzoek.
In het onderzoek volgden Sanders en collega's gedurende twee jaar
duizend baby's. Een groep kreeg drie vaccinaties, een groep slechts
twee en een groep kreeg pas een vaccinatie als ze twee jaar waren
geworden. Uit het onderzoek blijkt dat ook met maar drie of zelfs twee
prikken zestig procent minder pneumokokkentypen (waartegen werd
gevaccineerd) voorkomen in de neus-keelholte van de gevaccineerde
kinderen in vergelijking met de ongevaccineerde groep als ze twee jaar
zijn. Verminderd neusdragerschap bij baby's voorkomt verspreiding van
de pneumokokkenbacterie in de samenleving.
Pneumokokken kunnen bij kinderen hersenvliesontsteking, longontsteking
en middenoorontsteking veroorzaken. Behalve baby's en peuters worden
vooral ouderen en mensen met een afweerstoornis ziek van pneumokokken.
Het pneumokokkenvaccin is sinds 2006 onderdeel van het
Rijksvaccinatieprogramma (RVP) en beschermt tegen zeven typen
pneumokokkenbacteriën.. Momenteel krijgen alle kinderen vier keer de
pneumokokkenprik op 2, 3, 4 en 11 maanden samen met andere vaccinaties
uit het RVP. De baby's in het onderzoek zijn geboren ruim voor de
officiële opname van het pneumokokkenvaccin in het RVP.
In Europa hebben inmiddels dertien landen een drieprikkenschema
ingevoerd. Naar aanleiding van de uitkomsten pleit Sanders ook voor
een nieuw vaccinatieschema in Nederland. "Onze resultaten ondersteunen
invoering van een `minder prikken'-vaccinatieschema met het
pneumokokkenvaccin."
Het succes van het vaccin berust niet alleen op bescherming van de
gevaccineerde jonge kinderen tegen pneumokokkenziekte, maar ook op
bescherming van ongevaccineerde mensen in de samenleving. Dit komt
doordat pneumokokkenbacteriën minder vaak voorkomen in de
neus-keelholte van gevaccineerde kinderen die daardoor de bacterie
minder doorgeven aan anderen. Jonge kinderen hebben heel vaak
pneumokokken bij zich in de neus-keelholte en zijn de belangrijkste
verspreidingsbron van pneumokokken in de samenleving.
Meer informatie:
UMC Utrecht
afdeling patiëntenservice
088 - 755 6208
woensdag 8 juli 2009