Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap


1

> Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten Generaal Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 Postbus 20017 2500 BJ Den Haag 2500 EA DEN HAAG www.minocw.nl

Onze referentie PO/BS/136250

Uw brief van 10 juni 2009

Uw referentie LS/138091.30U

Datum 9 juli 2009
Betreft Vervolgonderzoek Thuisonderwijs,
uitvoering motie Linthorst c.s. (30652 G) en toezegging T00562

In uw brief van 10 juni (kenmerk 138091.30U) reageert u op de brief van staatsecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart en mij inzake het onderzoek naar Thuisonderwijs zoals die u op 19 mei dit jaar is toegestuurd. Naar aanleiding van behandeling in de commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschapsbeleid heeft uw Kamer een aantal aanvullende opmerkingen.

In de eerste plaats vraagt u in uw brief om ruime aandacht in het vervolgonderzoek voor de ouders van kinderen die niet hebben gereageerd op de enquête tijdens het initiële onderzoek `Vervangend onderwijs aan kinderen van ouders met een richtingbezwaar'. Daarnaast dringt u aan op toezending van de beleidsreactie naar aanleiding van het vervolgonderzoek voor eind 2009. Met deze brief informeer ik u mede namens staatssecretaris Van Bijsterveldt over de wijze waarop wij met deze verzoeken rekening zullen houden.

In de beleidsreactie is een vervolgonderzoek toegezegd dat betrekking heeft op de kansen van leerlingen die thuisonderwijs volgen in het vervolgonderwijs en op de arbeidsmarkt én de wijze waarop eventueel toezicht op thuisonderwijs zou kunnen worden vormgegeven. In nader onderzoek naar ouders die niet zijn bereikt is in beginsel niet voorzien.

Uw mening dat meer inzicht in de materie wenselijk is, deel ik. Vandaar dat in de gesprekken met de onderzoekers over de vormgeving van het vervolgonderzoek zal worden verkend op welke wijze de ouders die niet hebben gereageerd alsnog kunnen worden betrokken. Het is op voorhand niet aan te geven in hoeverre deze groep ouders kan worden bereikt, aangezien de gegevens van vrijgestelde kinderen niet bekend zijn bij het ministerie of de onderzoekers. Daarbij heeft het ministerie niet de bevoegdheid om deze groep ouders te verplichten deel te nemen. Het is de vraag of een aanvullend onderzoek voldoende informatie oplevert om een meer representatief beeld te schetsen.

a
na 1 van 2 Pagi





De uitbreiding van het vervolgonderzoek conform uw verzoek heeft gevolgen voor Datum

de termijn waarbinnen afronding plaats kan vinden. In de beleidsreactie van 19 Onze referentie mei is toegezegd om eind 2009 een eindrapport en beleidsreactie aan uw Kamer PO/BS/

toe te zenden. Gezien voornoemde problematiek ten aanzien van het betrekken van deze groep ouders zal de uitvoering van het onderzoek meer tijd vragen. We

zullen er naar streven om het vervolgonderzoek begin 2010 af te ronden en een beleidsreactie te versturen.

de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Sharon A.M. Dijksma

Pagina 2 van 2