European Union



| | | |

|RAAD VAN                 |                                       |NL         |
|DE EUROPESE UNIE         |                                       |           |
|11104/09 (Presse 181)                                                      |
|(OR. en)                                                                   |
|PERSMEDEDELING                                                             |
|Betreft:                                                                   |
|PERSMEDEDELING                                                             |
|2952e zitting van de Raad                                                  |
|Landbouw en Visserij                                                       |
|Luxemburg, 22-23 juni 2009                                                 |
|Voorzitter Jakub ?EBESTA                                                   |
|Minister van landbouw van Tsjechië                                         |
|                                                                           |
|Voornaamste resultaten van de Raadszitting                                 |
|De Raad heeft conclusies aangenomen over gebieden met natuurlijke          |
|handicaps, over de kwaliteit van landbouwproducten en over duurzame        |
|aquacultuur.                                                               |
|De Raad heeft een politiek akkoord bereikt over een verordeningsvoorstel   |
|betreffende het welzijn van dieren bij het slachten of doden.              |
|De Raad heeft een oriënterend debat gehouden over de hervorming van de     |
|controleregeling voor het visserijbeleid.                                  |
|De Raad heeft zonder debat een verordening aangenomen betreffende          |
|typegoedkeuringsvoorschriften voor de algemene veiligheid van              |
|motorvoertuigen in de EU.                                                  |
INHOUD1

DEELNEMERS 5

BESPROKEN PUNTEN

gebieden met natuurlijke handicaps - Raadsconclusies 7

kwaliteitsbeleid voor landbouwproducten - Raadsconclusies 8

DE Toekomst van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) na 2013 9

Bescherming van dieren bij het doden 10

AQUACULTUUR IN DE GEMEENSCHAP 13

CONTROLEreGELING VOOR het gemeenschappelijk visserijbeleid 14

Vangstmogelijkheden voor 2010 16

diversen 17

ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN

LANDBOUW

De Raad keurt de nieuwe voorschriften voor nieuwe voedingsmiddelen goed. 23

Het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders 23

San José-schildluis - Raadsconclusies 23

ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN

De Raad verbetert de voorschriften voor EU- beleggingsfondsen 23

VERVOER

Overeenkomsten inzake luchtdiensten 24

INTERNE MARKT

Voertuigen: typegoedkeuringssysteem 24

DEELNEMERS

De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd:

België:
mevrouw Sabine LARUELLE minister van K.M.O.'s, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid de heer Kris PEETERS minister- president van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid de heer Benoît LUTGEN minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme (Waals Gewest)

Bulgarije:
de heer Valeri TSVETANOV minister van Landbouw en Voedselvoorziening

Tsjechië:
de heer Jakub ?EBESTA minister van Landbouw de heer Ivo HLAVÁ? staatssecretaris voor Landbouw

Denemarken:
mevrouw Eva Kjer HANSEN minister van Voedselvoorziening

Duitsland:
mevrouw Ilse AIGNER minister van Voedselvoorziening, Landbouw en Consumentenbescherming

Estland:
de heer Gert ANTSU plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger

Ierland:
de heer Brendan SMITH minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening

Griekenland:
de heer Konstantinos KILTIDIS staatssecretaris van Plattelandsontwikkeling en Voedselvoorziening

Spanje:
mevrouw Elena ESPINOSA MANGANA Minister van Milieu, Platteland en Marien Milieu de heer José Luis MARTÍNEZ- GUIJARRO minister van Landbouw en Plattelandsontwikkeling van de Autonome Gemeenschap van Castilië- La Mancha

Frankrijk:
de heer Michel BARNIER minister van Landbouw en Visserij

Italië:
de heer Luca ZAIA minister van Land- en Bosbouw

Cyprus:
de heer Michalis POLINIKI CHARALAMBIDES minister van Landbouw

Letland:
de heer J?nis D?KLAVS minister van Landbouw

Litouwen:
de heer Kazimieras STARKEVI?IUS minister van Landbouw

Luxemburg
de heer Fernand BODEN minister van Land- en Wijnbouw en Plattelandsontwikkeling, minister van Middenstand, van Toerisme en van Volkshuisvesting mevrouw Octavie MODERT staatssecretaris van Parlementszaken, staatssecretaris van Land- en Wijnbouw en Plattelandsontwikkeling, staatssecretaris van Cultuur, Hoger Onderwijs en Onderzoek

Hongarije:
de heer József GRÁF minister van Landbouw en Plattelandsontwikkeling

Malta:
de heer George PULLICINO minister van Hulpbronnen en Plattelandszaken

Nederland:
mevrouw Gerda VERBURG minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Oostenrijk:
de heer Nikolaus BERLAKOVICH minister van Land- en Bosbouw, Milieubeheer en Waterhuishouding

Polen:
de heer Marek SAWICKI minister van Landbouw en Plattelandsontwikkeling

Portugal:
de heer Jaime SILVA minister van Landbouw, Plattelandsontwikkeling en Visserij

Roemenië :
de heer Ilie SÂRBU minister van Land- en Bosbouw en Plattelandsontwikkeling

Slovenië:
de heer Milan POGA?NIK minister van Land- en Bosbouw en Voedselvoorziening

Slowakije:
de heer Ján SLABÝ staatssecretaris, ministerie van Landbouw

Finland:
mevrouw Sirkka-Liisa ANTTILA minister van Land- en Bosbouw

Zweden:
de heer Eskil ERLANDSSON minister van Landbouw de heer Rolf ERIKSSON staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Landbouw

Verenigd Koninkrijk:
de heer Jim FITZPATRICK onderminister van Landbouw en Milieubeheer

Commissie:
mevrouw Mariann Fischer Boel Lid van de Commissie mevrouw Androulla VASSILIOU Lid van de Commissie de heer Joe BORG Lid van de Commissie

BESPROKEN PUNTEN

gebieden met natuurlijke handicaps - Raadsconclusies

De Raad heeft conclusies aangenomen over een mededeling van de Commissie, "Naar doelgerichtere steun voor landbouwers in gebieden met natuurlijke handicaps", zoals vervat in de bijlage bij document 10727/09.

De Raad nam tevens nota van de verklaringen van de Commissie (10727/09 ADD
1), en van de verklaringen van de Oostenrijkse delegatie.

De Commissiemededeling heeft vooral ten doel de lidstaten te verzoeken om met betrekking tot de afbakening van probleemgebieden simulaties uit te voeren op basis van de in de mededeling voorgestelde methodologie, en aan de Commissiediensten kaarten te bezorgen waarop het resultaat van die simulaties is weergegeven.

De conclusies strekken ertoe nota te nemen van het akkoord van de lidstaten om de door de Commissie gevraagde simulaties uit te voeren, zonder dat daarmee wordt vooruitgelopen op hun definitieve standpunt inzake de toekomstige regeling voor probleemgebieden.

In de mededeling wordt verslag gedaan van de werkzaamheden die door de Commissie zijn verricht met betrekking tot de herziening van de afbakening van intermediaire probleemgebieden, ten vervolge op de herziening van de regeling voor probleemgebieden die in 2005 in het kader van Verordening (EG) nr. 1698/2005 is uitgevoerd.

De in de mededeling beschreven nieuwe aanpak inzake de afbakening van probleemgebieden beoogt bij te dragen tot de transparantie en de verantwoordingsplicht van de regeling voor probleemgebieden, en de gelijke behandeling van begunstigden in de EU te bevorderen; daartoe worden er 8 biofysische criteria ingevoerd aan de hand waarvan wordt bepaald of een gebied een probleemgebied is.

kwaliteitsbeleid voor landbouwproducten - Raadsconclusies

De Raad heeft conclusies aangenomen over een mededeling van de Commissie inzake een kwaliteitsbeleid voor landbouwproducten (10722/09), en heeft nota genomen van de verklaringen van een aantal delegaties, die in de Raadsnotulen zullen worden opgenomen.

DE Toekomst van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) na 2013

De Raad heeft nota genomen van conclusies van het voorzitterschap - die door een aantal delegaties worden onderschreven - over de toekomst van het GLB en met name van de rechtstreekse betalingen; met de conclusies wordt beoogd een duidelijk politiek signaal te geven wat de rechtstreekse betalingen betreft, zonder daarbij vooruit te lopen op hun toekomstige vorm of op de toekomstige financiële vooruitzichten (10713/09).

In de conclusies worden met name de volgende punten centraal gesteld:


1. de toekomstige bespreking over de werking en de rol van een toekomstig stelsel van rechtstreekse betalingen


2. de wens om het stelsel van rechtstreekse betalingen zo te verbeteren dat het, om het hoofd te bieden aan de uitdagingen waarvoor de landbouw zich na 2013 gesteld zal zien, billijk en legitiem, effectief en gemakkelijk uitvoerbaar is, en


3. de noodzaak van verdere besprekingen en grondige analyse.

Bescherming van dieren bij het doden

De Raad heeft een politiek akkoord bereikt over een verordening die bijdraagt tot het welzijn van dieren bij het slachten (13312/08).

De verordening beoogt de vigerende wetgeving - Richtlijn 93/119/EG van de Raad inzake de bescherming van dieren bij het slachten of doden - te herzien in het licht van nieuwe technische en wetenschappelijke elementen. Zij behelst tevens een nieuwe aanpak - een afspiegeling van die welke op het gebied van de voedselveiligheid is gevolgd - die de verantwoordelijkheden van de exploitant inzake welzijn vergroot.

Richtlijn 93/119/EG is sinds de aanneming ervan niet substantieel gewijzigd, ofschoon de communautaire wetgeving inzake de voedselveiligheid die van toepassing is op slachthuizen, en de hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong ondertussen ingrijpend zijn gewijzigd door de aanneming van een aantal verordeningen op dit gebied , die vereisten voor het dierenwelzijn en controles op de overeenstemming met de voorschriften behelzen.

De goedgekeurde verordening beoogt derhalve de wetgeving te herzien, en heeft de volgende hoofddoelstellingen:


1. nieuwe zorgpunten met betrekking tot het dierenwelzijn, te weten het vermijden van pijn bij de dieren en het tot een minimum beperken van angst en lijden, aan te pakken, in het bijzonder door de vaststelling van meer menselijke praktijken voor het doden bij de uitroeiing van besmettelijke ziekten;


2. de vereisten voor het bedwelmen/doden te actualiseren, rekening houdend met de meest actuele wetenschappelijke gegevens;


3. het wetgevingskader te vereenvoudigen, naar het voorbeeld van de verordeningen betreffende de voedselveiligheid, door de verantwoordelijkheden van de exploitanten te vergroten.

Specifieke verschillen van de nieuwe verordening:

overstap van een richtlijn naar een verordening: de verordening voorziet in een uniforme en gelijktijdige toepassing, waardoor administratieve lasten en verschillen, die soms te wijten zijn aan nationale omzetting, worden vermeden en de voorschriften sneller kunnen worden uitgevoerd. Alle voorschriften zijn nu gebundeld in één instrument, dat duidelijker zal zijn, en dat zowel door de exploitanten in de EU als door de handelspartners gemakkelijker zal kunnen worden toegepast.

betere integratie van de zorgpunten met betrekking tot het dierenwelzijn in het productieproces door verplichte standaardwerkwijzen voor de exploitanten en de benoeming van functionarissen voor dierenwelzijn in bepaalde slachthuizen, die de exploitanten moeten helpen om de voorschriften van de verordening na te leven;

verhoging van de vakbekwaamheid van de betrokken exploitanten en functionarissen, adequate opleiding, en afgifte van getuigschriften van vakbekwaamheid aan het personeel dat betrokken is bij het doden en daarmee verband houdende activiteiten;

actualisering van een aantal technische normen in het licht van de wetenschappelijke vooruitgang;

regelmatig toezicht op de efficiëntie van bedwelmingstechnieken;

bij het ontwerpen, het bouwen en het uitrusten van slachthuizen moet rekening worden gehouden met het dierenwelzijn;

bevordering van innovatie en een gemeenschappelijke aanpak in verband met methoden voor het bedwelmen en doden;

betere bescherming van dieren tijdens massale slachtoperaties;

bij de invoer van vlees uit derde landen moet het vleeskeuringscertificaat vergezeld gaan van een verklaring dat is voldaan aan vereisten die ten minste gelijkwaardig zijn aan die welke zijn opgenomen in de hoofdstukken II en III van de verordening.

De communautaire voorschriften met betrekking tot het dierenwelzijn zijn nagenoeg de strengste ter wereld: deze tekst strekt ertoe bij het slachten/doden van dieren angst tot een minimum te beperken en pijn te vermijden.

In 2004 en 2006 is in twee wetenschappelijke adviezen van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid al voorgesteld om de bestaande wetgeving te herzien, teneinde rekening te houden met de nieuwe technologieën. Daarnaast heeft de Werelddiergezondheidsorganisatie (OIE) in 2007 de Gezondheidscode voor landdieren (Terrestrial Animal Health Code) aangenomen, die onder meer richtsnoeren omvat voor het slachten en het doden van dieren ter bestrijding van besmettelijke ziekten.

Elk jaar worden er bijna 360 miljoen varkens, schapen, geiten en runderen en enkele miljarden stuks pluimvee in de EU geslacht voor het vlees. Daarnaast worden ongeveer 25 miljoen dieren gedood voor hun pels. Voorts kan het met het oog op de bestrijding van besmettelijke dierziekten nodig zijn duizenden of miljoenen andere dieren te doden.

AQUACULTUUR IN DE GEMEENSCHAP

De Raad heeft van gedachten gewisseld over een mededeling over duurzame aquacultuur, en heeft desbetreffende Raadsconclusies aangenomen (10915/09).

In de Raadsconclusies wordt de noodzaak onderkend om een nieuwe stimulans te geven aan het concurrentievermogen, de duurzaamheid en het bestuur van de sector. Om de concurrentiekracht van de sector te verbeteren, wordt in de conclusies met name gewezen op de noodzaak de administratieve lasten te vereenvoudigen, rekening te houden met de behoeften van de sector wat betreft ruimte, en onderzoek naar en ontwikkeling van aquacultuur te bevorderen. In de conclusies wordt opgeroepen tot een verbetering van de communicatie met en de voorlichting van de consument. Voorts wordt in de conclusies een aantal specifieke kwesties ter sprake gebracht, zoals het belang van de twee delen van de sector, namelijk de zoetwater- en zoutwateraquacultuur, de gezondheid van de vissen, de kwestie van de aalscholvers, en de noodzaak van gelijke concurrentievoorwaarden voor binnenlandse en ingevoerde aquacultuurproducten.

Sinds de eerste strategie voor een duurzame ontwikkeling van de Europese aquacultuur van 2002 is er veel vooruitgang geboekt wat betreft de duurzaamheid, de veiligheid en de kwaliteit van de EU-aquacultuurproductie. Desalniettemin is de sector de laatste jaren tot stilstand gekomen.

Voor een aantal van de in de strategie vervatte maatregelen is er een duidelijk tijdschema, terwijl andere maatregelen een langetermijnverbintenis van alle betrokken partijen vormen.

CONTROLEreGELING VOOR het gemeenschappelijk visserijbeleid

De Raad heeft aan de hand van vragen van het voorzitterschap (10626/09) een oriënterend debat gehouden over een voorstel dat beoogt de controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid ingrijpend te hervormen (15694/08).

De harmonisatie van sancties, de invoering van een strafpuntensysteem en de uitbreiding van de bevoegdheden van de Commissie, van de communautaire inspecteurs en van het Communautair Bureau voor visserijcontrole, stuiten nog op bezwaren van de lidstaten, en behoeven verdere bespreking in de voorbereidende Raadsinstanties. Het Zweedse voorzitterschap neemt zich voor om, in nauwe samenwerking met de lidstaten en de Commissie, het dossier nog voor het einde van het jaar af te ronden.

Het Europees Parlement heeft op 22 april 2009 advies uitgebracht.

Volgens de Commissie zijn de voornaamste doelstellingen van het voorstel:


1. vereenvoudiging van de huidige controlevoorschriften van het GVB, die op dit moment over tal van verordeningen verspreid staan, en elkaar soms overlappen;


2. een vermindering van de kosten en van de administratieve lasten;


3. een effectieve toepassing van de GVB-voorschriften, teneinde de tekortkomingen te verhelpen waarop zowel de Europese Commissie als de Europese Rekenkamer hebben gewezen;


4. een controlesysteem dat alomvattend en geïntegreerd is, van in het net tot op het bord, met inbegrip van een integraal traceersysteem;


5. de invoering van een "nalevingscultuur" waarbij alle belanghebbenden zijn betrokken. Er worden geharmoniseerde afschrikkende sancties en een strafpuntensysteem voorgesteld voor inbreuken door houders van visserijvergunningen en door kapiteins en officieren van vaartuigen;


6. algemene toepassing van moderne technologieën en efficiënte gegevensvalideringssystemen met het oog op het verrichten van systematische, uitgebreide kruiscontroles van alle betrokken gegevens;


7. uitbreiding van het mandaat van het Communautair Bureau voor visserijcontrole en van de bevoegdheden van de communautaire inspecteurs;


8. communautaire financiële bijstand wordt alleen verleend indien is voldaan aan de controlevoorschriften van het GVB;


9. toezicht op de recreatievisserij.

Vangstmogelijkheden voor 2010

De Raad heeft van gedachten gewisseld over de zogenoemde procedure van vooruitwerken ("frontloading exercise") met het oog op de voorbereiding van de vaststelling van de TAC's en de quota voor 2010 (9838/09).

De Commissie bracht haar voornemens ter kennis wat betreft de regels die moeten worden toegepast bij het vaststellen van de vangstmogelijkheden voor
2010. De ministers maakten eerste standpunten kenbaar om sturing te geven aan de werkzaamheden ter voorbereiding van de besluitvorming in de Raad met betrekking tot de TAC's en de quota die respectievelijk in oktober (de Oostzee en de Zwarte Zee) en december (andere betrokken gebieden) moeten worden vastgesteld.

diversen

a) Landbouw en klimaatverandering - follow-up van CSD-17


1. Verzoek van de Nederlandse delegatie

De Raad heeft nota genomen van een aantal voorstellen van de Nederlandse delegatie inzake de follow-up van CSD-17 met het oog op de 15e Conferentie van de Partijen (COP15) bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, die in december
2009 in Kopenhagen zal worden gehouden (11103/09).

De delegatie van het Verenigd Koninkrijk maakte van deze gelegenheid gebruik om een verslag over de gevolgen van de klimaatverandering op haar grondgebied rond te delen.

b) 25e Conferentie van de betaalorganen van de EU - conclusies (Praag, 22-24 april 2009)


1. Informatie van het voorzitterschap

De Raad heeft nota genomen van de conclusies van de 25e conferentie van de betaalorganen van de EU, die door het Tsjechische voorzitterschap was bijeengeroepen te Praag (22 tot en met 24 april
2009) (11106/09).

c) Balans in de agrovoedingssector


1. Verzoek van de Franse delegatie

De Raad heeft nota genomen van de standpunten van de Franse delegatie met betrekking tot de balans in de agrovoedingssector, die door verscheidene delegaties werden ondersteund, en van opmerkingen van andere lidstaten (11157/09).

Zoals op 25 mei 2009 gaf Commissielid Fischer Boel een overzicht van de initiatieven die de Commissie sinds vorig jaar heeft genomen. Zij verwees met name naar het stappenplan van de Commissie voor het verbeteren van de voedselvoorzieningsketen, en naar de werkzaamheden die zijn verricht door de Groep op hoog niveau voor het concurrentievermogen van de agrovoedingssector. Voorts gaf zij aan dat het eindverslag van de Commissiewerkzaamheden nog voor het einde van het jaar 2009 wordt verwacht.

d) Pesticiden: werkzame stoffen


1. Mondelinge informatie van het voorzitterschap

De Raad heeft nota genomen van informatie van het voorzitterschap over de volgende 7 voorstellen, die bedoeld zijn om bepaalde werkzame stoffen al dan niet op te nemen in een positieve lijst van gewasbeschermingsmiddelen:


1. voorstel voor een richtlijn tot wijziging van Richtlijn
91/414/EEG teneinde tetraconazool op te nemen als werkzame stof (10254/09);


2. voorstellen voor beschikkingen betreffende de niet-opneming van de volgende stoffen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG en de intrekking van de toelating voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stoffen bevatten:


3. bifenthrin (10260/09)


4. difenylamine (10255/09)


5. metam (10258/09)


6. paraffineoliën CAS 64742-46-7, CAS 72623-86-0 en CAS 97862- 82-3 (10261/09)


7. paraffineolie CAS 8042-47-5 (10263/09)


8. triazoxide (10257/09)

Werkzame stoffen die als gewasbeschermingsmiddel zullen worden gebruikt, worden op communautair niveau beoordeeld en toegelaten krachtens Richtlijn 91/414, die een geharmoniseerd kader biedt voor het toelaten en het in de handel brengen van gewasbeschermingsmiddelen. De toegelaten stoffen zijn opgenomen in bijlage I bij de richtlijn. Over de opneming van een werkzame stof in bijlage I beslist de Commissie, op basis van risicobeoordelingen van de Europese autoriteit voor de voedselveiligheid, en onder voorbehoud van het advies van de deskundigen van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid.

Aangezien dat comité voor geen van de 7 voorstellen een advies uitbracht dat de vereiste meerderheid had, is het aan de Raad om de komende weken desbetreffende besluiten te nemen.

e) Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan de consumenten


1. Voortgangsverslag van het voorzitterschap

De Raad heeft nota genomen van het voortgangsverslag van het voorzitterschap over het verordeningsvoorstel betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan de consumenten (etikettering), dat een korte beschrijving bevat van de stand van de besprekingen, in de voorbereidende Raadsinstanties, over dit complexe wetgevingsdossier (10641/09).

De bespreking van het dossier dient onder het Zweedse voorzitterschap te worden voortgezet met het oog op een akkoord in de Raad, in afwachting van het resultaat van de eerste lezing van het Europees Parlement.

f) Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt


1. Voortgangsverslag van het voorzitterschap

De Raad heeft nota genomen van het voortgangsverslag van het voorzitterschap over het Commissievoorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt (11101/09).

g) Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de verplichtingen van marktdeelnemers die hout en houtproducten op de markt brengen


1. Voortgangsverslag van het voorzitterschap

De Raad heeft nota genomen van een voortgangsverslag van het voorzitterschap over dit dossier, alsmede van de opmerkingen van een aantal delegaties en van de Commissie (14482/08).

h) Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement inzake de uitvoering van het actieplan voor de vereenvoudiging en verbetering van het gemeenschappelijk visserijbeleid (2006-2008)


1. Informatie van de Commissie

Commissielid Borg heeft de Raad meegedeeld dat alle in het actieplan vervatte verbintenissen zijn verwezenlijkt (10838/09).

Dit plan, dat in 2005 is aangenomen, werd opgesteld als bijdrage aan de vereenvoudiging van de regelgeving ten bate van de burger, het bedrijfsleven en de overheid.

De in het plan opgenomen maatregelen werden geregeld aangevuld met de visserijgerelateerde maatregelen uit het jaarlijkse lopende vereenvoudigingsprogramma van de Commissie.

De mededeling heeft betrekking op de voornaamste initiatieven voor vereenvoudiging van de bestaande wetgeving inzake visserij (het acquis communautaire), belangrijke wetgevingsinitiatieven, gegevensbeheer en beperking van de administratieve lasten. Een gedetailleerd overzicht staat in de bijlage met de titel "Lijst van wetteksten met betrekking tot het actieplan voor vereenvoudiging".

De Commissie heeft geconcludeerd dat de permanente aard van de taken in de "betere regelgeving"-agenda vereist dat wordt voortgewerkt aan de vereenvoudiging van de regelgeving inzake visserij en aanverwante activiteiten.

Specifieke initiatieven inzake de vereenvoudiging van het GVB zullen worden opgenomen in het programma dat de Commissie jaarlijks overlegt.

Het uitwieden van zinloze rapportageverplichtingen blijft eveneens een belangrijke doelstelling, net als het groeperen van rechtsbepalingen in een kleiner aantal duidelijker en toegankelijker wetteksten.

Bij de uitwerking van het hervormde gemeenschappelijk visserijbeleid zal rekening worden gehouden met de vereenvoudigingsdoelstellingen en met de impact die de procedurebepalingen van het Verdrag van Lissabon zullen hebben op het wetgevingsproces.

i) De blauwvintonijncampagne


1. Mondelinge informatie van de Commissie over de stand van zaken

De Raad heeft nota genomen van de toelichting van Commissielid Joe Borg op de stand van de blauwvintonijncampagne.

De lidstaten en de Commissiediensten hebben veel energie en middelen gestoken in het toezicht op de campagne, met de volgende resultaten:


1. het visseizoen voor vaartuigen die met de ringzegen vissen, is op 15 juni 2009 afgelopen; de respectieve vloten zijn teruggekeerd naar de haven. De lopende beoordeling van de campagne van dit jaar lijkt positief uit te vallen;


2. er moet nog worden geverifieerd hoeveel blauwvintonijn is gekooid en vervolgens in Europese viskwekerijen is gekweekt, teneinde na te gaan of de communautaire quota inderdaad zijn nageleefd. Indien nodig moet elke vis die buiten de individuele quota is gevangen, onmiddellijk worden vrijgelaten; en


3. de lidstaten moeten voor de periode 2010 tot en met 2013 een plan voor het beheer van de vangstcapaciteit opstellen, dat uiterlijk op 15 augustus 2009 moet worden ingediend bij de Commissie (die vervolgens vóór 15 september 2009 een communautair beheersplan aan de ICCAT zal voorleggen).

j) Identificatie van schapen en geiten


1. Verzoek van de Britse delegatie

De Raad heeft nota genomen van het verzoek van de Britse delegatie, dat door een aantal delegaties werd ondersteund, betreffende de invoering van verplichte elektronische identificatie van schapen en geiten (11236/09 en 11236/09 ADD1).

De Raad heeft in december 2007 een verordening aangenomen waarbij de datum van invoering van de verplichte elektronische identificatie van schapen en geiten - die oorspronkelijk gepland was voor 1 januari
2008 - is uitgesteld tot 31 december 2009.

Mevrouw Androulla Vassiliou merkte op dat de Commissiediensten technische bijstand kunnen verlenen aan lidstaten die moeilijkheden ondervinden bij de uitvoering van de betrokken maatregelen . Zij stelde echter zeer duidelijk dat het beginsel individuele identificatie van schapen, waarover in 2004 overeenstemming is bereikt, essentieel is om de traceerbaarheid te waarborgen en de verspreiding van epidemische dierziekten beter te voorkomen, en dat in geen geval aan dat beginsel kan worden getornd.

ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN

LANDBOUW

De Raad keurt de nieuwe voorschriften voor nieuwe voedingsmiddelen goed.

De Raad heeft een politiek akkoord bereikt over een ontwerp-verordening betreffende nieuwe voedingsmiddelen (11218/09).

Het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders

De Raad heeft een verordening aangenomen betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders, na een akkoord in eerste lezing met het Europees Parlement (11169/09).

San José-schildluis - Raadsconclusies

De Raad heeft conclusies aangenomen over de mogelijkheid om de wetgeving inzake de San José-schildluis en de anjerbladroller in te trekken (10942/09).

ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN

De Raad verbetert de voorschriften voor EU- beleggingsfondsen

De Raad heeft een richtlijn aangenomen betreffende instellingen voor collectieve beleggingen in effecten (icbe's), na een akkoord in eerste lezing met het Europees Parlement (11167/09).

VERVOER

Overeenkomsten inzake luchtdiensten

De Raad heeft besluiten aangenomen houdende goedkeuring van overeenkomsten inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten met de volgende landen: Australië, de Verenigde Arabische Emiraten, Jordanië, Armenië, Nepal, Israel, India en Pakistan.

Die overeenkomsten zijn het resultaat van onderhandelingen die de Commissie in juni 2003 met een mandaat van de Raad heeft gevoerd, en die tot doel hadden de bestaande bilaterale luchtvaartovereenkomsten van de lidstaten in overeenstemming te brengen met de communautaire wetgeving.

INTERNE MARKT

Voertuigen: typegoedkeuringssysteem


- Veiligheid van motorvoertuigen - consumenten- en milieubescherming

De Raad heeft een verordening aangenomen waarbij de typegoedkeuringsvoorschriften voor de algemene veiligheid van motorvoertuigen in de EU worden aangescherpt (3621/09 en 10820/09 ADD1).

De nieuwe voorschriften zijn bedoeld om de veiligheid te vergroten door de montage van geavanceerde technologische voorzieningen verplicht te stellen, en om de milieuprestaties te verbeteren door de geluids- en CO2-emissies als gevolg van de banden te reduceren.

De nieuwe typegoedkeuringsvoorschriften omvatten de installatie van bandenspanningscontrolesystemen, schakelindicatoren, en nieuw geproduceerde banden. In het algemeen gelden deze voorschriften aanvankelijk alleen voor nieuwe voertuigtypen, terwijl aan bestaande voertuigtypen een extra termijn wordt gegund om aan de voorschriften te voldoen.

Voorts zal de verplichte installatie van bandenspanningscontrolesystemen aanvankelijk alleen voor personenauto's en de verplichte installatie van andere geavanceerde veiligheidsvoorzieningen aanvankelijk alleen voor zware vrachtwagens gelden.

Uiterlijk op 1 december 2012, en elke drie jaar daarna, zal de Commissie een verslag indienen waarin de technische en economische uitvoerbaarheid en de commerciële rijpheid van andere geavanceerde veiligheidsvoorzieningen wordt geëvalueerd.

De verordening, waarvan de aanneming berust op een akkoord met het Europees Parlement in de eerste lezing van de medebeslissingsprocedure, vereenvoudigt ook de bestaande voorschriften met betrekking tot typegoedkeuringsmethoden, doordat 50 richtlijnen worden ingetrokken.


- Twee- of driewielige motorvoertuigen - trekkers

De Raad heeft gecodificeerde versies aangenomen van de bestaande richtlijnen die van toepassing zijn op de typegoedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen en van landbouw- en bosbouwtrekkers, teneinde deze te verduidelijken en te vereenvoudigen.

De richtlijnen inzake twee- of driewielige motorvoertuigen hebben betrekking op de montageplaats voor de achterkentekenplaat (3682/1/08) en de installatie van de verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen (3688/08).

De richtlijnen betreffende trekkers hebben betrekking op de stuurinrichting (3632/1/08); de achteruitkijkspiegels (3635/1/08); de maximumsnelheid en de laadplatforms (3681/1/08); kantelbeveiligingsinrichtingen (3683/4/08 +
3690/1/08); sleepinrichting en de achteruitrijinrichting (3684/08 ); de installatie van verlichtingsinrichtingen (3685/1/08); de onderdeelgoedkeuring van verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen (3689/08); radiostoringen en elektromagnetische compatibiliteit (3631/2/08), en bepaalde andere onderdelen en eigenschappen van trekkers (3631/2/08).


---

Respectievelijk Verordening (EG) nr. 852/2004, nr. 853/2004, nr.
854/2004 en nr. 882/2004.
Op 25 mei 2009 werd de Raad reeds door het voorzitterschap geïnformeerd over het resultaat van de 17e vergadering van de Commissie voor Duurzame Ontwikkeling (VN CSD-17), die van 4 tot en met
15 mei 2009 in het hoofdkwartier van de VN in New York is gehouden, en die werd voorgezeten door mevrouw Gerda Verburg, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van Nederland. COP15 moet de laatste hand leggen aan een overeenkomst over het kader voor de bestrijding van de klimaatverandering na 2012, wanneer er een einde komt aan de huidige verbintenissen uit hoofde van het Protocol van Kyoto.
De Ierse, de Spaanse, de Luxemburgse, de Belgische, de Griekse, de Hongaarse, de Portugese, de Finse, de Litouwse, de Roemeense en de Poolse delegatie.
Een Commissievoorstel met uitvoeringsmaatregelen zal eerstdaags worden voorgelegd aan het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid.

Het Verenigd Koninkrijk en Griekenland hebben zich van stemming onthouden, de Commissie stemde tegen.