Resultaten Nederlandse inzet VN Bossenforum 20 april - 1 mei, New York
16 juli 2009 - kamerstuk
> Retouradres 2500 EK Den Haag
directie Natuur, Landschap
De Voorzitter van de Tweede Kamer en Platteland
der Staten-Generaal Prins Clauslaan 8
Postbus 20018 Postbus 20401
2500 EK Den Haag
2500 EA DEN HAAG www.minlnv.nl
T 070-3786868
F 070-3786113
Onze referentie
DN.2009/1270
Datum 16 juli 2009
Betreft Resultaten Nederlandse inzet VN Bossenforum 20 april - 1 mei, New York
Geachte Voorzitter,
Op 16 april 2009 heb ik u geïnformeerd over de Nederlandse inzet op het VN
Bossenforum (UNFF) dat van 20 april tot en met 1 mei 2009 in New York
bijeenkwam. Met deze brief informeer ik u over de belangrijkste uitkomsten van
dit Bossenforum.
De achtste zitting van het VN-Bossenforum was een bijzondere zitting: het was de
eerste zitting die plaatsvond na de aanvaarding van de uitkomsten van de
zevende zitting van het Bossenforum door de Economische en Sociale Commissie
van de Verenigde Naties (VN) in 2007, te weten: het niet-wettelijk bindend
instrument voor alle typen bossen. Bovendien vond deze zitting plaats in een
periode dat bossen hoog op de politieke agenda's staan van andere VN-verdragen,
te weten: het Klimaatverdrag (UNFCCC), het verdrag voor Bestrijding van
Verwoestijning (UNCCD) en het Biodiversiteitsverdrag (UNCBD).
Belangrijkste uitkomsten
In mijn eerder genoemde brief heb ik u laten twee dat er twee thema's centraal
stonden op de agenda:
· bossen en klimaatverandering, met name hoe daar vanuit de praktijk van het
bosbeheer en bosbeleid mee moet worden omgegaan, hoe een bijdrage aan
het klimaatbeleid kan worden geleverd (mitigatie) en andersom, wat
klimaatverandering voor bossen betekent;
· de implementatie van het niet-wettelijk bindend instrument voor alle typen
bossen en de financiering die daarvoor nodig is. Vooral het onderdeel
financiering stond daarbij centraal, want tijdens de vorige zitting was besloten
een zogenaamd `voluntary global financial mechanism/portfolio approach/
forest financing framework', voor alle typen bossen te ontwikkelen en in
overweging te nemen. Het was de bedoeling het resultaat daarvan aan te
nemen tijdens deze achtste bijeenkomst van het forum.
Onder het eerstgenoemde thema kon op een belangrijk aantal punten overeen-
stemming worden bereikt. Het gaat daarbij om de erkenning van de betekenis die
het concept van duurzaam bosbeheer kan hebben bij het nemen van maatregelen,
gericht op mitigatie van klimaatverandering, behoud van biodiversiteit in bossen
en bestrijding van verwoestijning. Ook zijn afspraken tot stand gekomen om de
onderlinge samenwerking tussen de verschillende VN-verdragen op het gebied van
bossen te versterken. Daarbij werd verwezen naar de voorstellen genoemd in het
gezamenlijk strategisch kader voor bossen en klimaatverandering, opgesteld door
het zogenaamde Collaborative Partnership on Forests (CPF)1.
Tenslotte werd ook overeenstemming bereikt over een versterkte samenwerking
op het gebied van boswethandhaving en bosbestuur, inclusief het bestrijden van
de handel in illegaal hout en het uitwisselen van relevante informatie op dit
gebied.
Op het gebied van een internationaal financieel instrument moest worden
geconstateerd dat er geen overeenstemming bereikt kon worden. Vanaf het begin
werd al duidelijk dat er twee kampen werden gevormd bij het thema financiering;
de G-77 en China, die vragen om een vrijwillig mondiaal bossenfonds voor
duurzaam bosbeheer onder UNFF, en een tweede groep bestaande uit
voornamelijk donoren, waaronder de EU, met een voorkeur voor een faciliterend
mechanisme/proces (eveneens onder UNFF). Ondanks dat van beide zijden
flexibiliteit werd getoond, was dit onvoldoende om een resultaat te bereiken.
Beoordeling resultaat
De Nederlandse inzet die via het voorzitterschap van de EU verliep is gedeeltelijk
succesvol geweest. Het is teleurstellend dat er niet tot overeenstemming is
gekomen over een helder besluit over een internationaal financieel instrument om
daadwerkelijk duurzaam bosbeheer op nationaal niveau mogelijk te maken, via
bijvoorbeeld Nationale Bossenprogramma's.
Inmiddels worden er wel initiatieven genomen om alsnog tot een besluit te
komen, om te voorkomen dat pas over twee jaar tijdens de volgende zitting er
verder over wordt gesproken. Nederland zal zich daarbij actief inzetten om alsnog
tot een besluit te komen.
1 Het CPF is een vrijwillig arrangement van 14 belangrijke bosgerelateerde internationale
organisaties, instellingen en secretariaten in het leven geroepen als antwoord op een
resolutie van de Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties. De CPF leden zijn:
Center for International Forestry Research (CIFOR); Food and Agriculture Organization of
the United Nations (FAO, Chair); International Tropical Timber Organization (ITTO);
International Union for Conservation of Nature (IUCN); International Union of Forest
Research Organizations (IUFRO); Secretariat of the Convention on Biological Diversity
(CBD); Secretariat of the Global Environment Facility (GEF); Secretariat of the United
Nations Convention to Combat Desertification (UNCCD); Secretariat of the United Nations
Forum on Forests (UNFF); Secretariat of the United Nations Framework Convention on
Climate Change (UNFCCC); United Nations Development Programme (UNDP); United Nations
Environment Programme (UNEP); World Agroforestry Centre (ICRAF); World Bank.
Pagina 2 van 3
Onder het thema `Bossen in veranderende omgeving', is Nederland erin geslaagd directie Natuur, Landschap
en Platteland
een aantal belangrijke resultaten te realiseren: het door het CPF uitgebrachte
strategisch kader over bossen en klimaatverandering heeft een belangrijke plek in
de besluiten gekregen. Ook is overeenstemming bereikt om de verschillende VN-
Datum
verdragen onderling beter met elkaar te laten samenwerken. 16 juli 2009
Met betrekking tot Nederlandse inzet voor een internationaal verbod op de handel Onze referentie
in illegaal hout is mede dankzij Nederland, een volgende stap gezet om dit verder DN.2009/1270
op te pakken. Er is veel terughoudendheid bij landen als het gaat om invulling van
het begrip "illegaal hout", want zij zien dit als een nationale verantwoordelijkheid
en zijn bang voor mogelijke inmenging in nationale aangelegenheden. Uiteindelijk
kon worden overeengekomen om de samenwerking te versterken op het gebied
van boswethandhaving en bestuur, inclusief de bestrijding van de internationale
handel in illegaal hout en het uitwisselen van relevante informatie daarover.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Pagina 3 van 3
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit