Gerechtelijke organisatie

Vrijspraak voor Afghaanse generaal

Den Haag, 16 juli 2009 - Het gerechtshof âs-Gravenhage heeft op 16 juli 2009 de in Nederland verblijvende Afghaanse generaal F, voormalig plaatsvervangend hoofd van de militaire inlichtingendienst in Afghanistan, vrijgesproken van - kort gezegd - het (mede)plegen van martelingen en andere schendingen van het internationaal humanitaire recht en van strafrechtelijke verantwoordelijkheid als meerdere voor het plegen van deze misdaden door ondergeschikten in de tachtiger jaren van de vorige eeuw in Kabul, Afghanistan. F was ook eerder door de rechtbank vrijgesproken.

Het hof acht weliswaar bewezen dat twee van de drie in de tenlastelegging met name genoemde personen het slachtoffer zijn geworden van martelingen, toen zij gevangen zaten bij de toenmalige militaire inlichtingendienst in Kabul, maar met het openbaar ministerie en de verdediging is het hof van oordeel dat niet bewezen is dat F daarvoor als (mede)pleger verantwoordelijk is. Het hof oordeelt voorts dat F weliswaar in een gezagsverhouding stond tot de plegers van de martelingen, maar dat niet bewezen kan worden dat hij ten tijde van die martelingen over die ondergeschikten feitelijke controle had, noodzakelijk om die martelingen te kunnen voorkomen.

Anders dan de verdediging is het hof van oordeel dat het voor de verdachte voorzienbaar kon zijn dat hij als meerdere in Nederland vervolgd kon worden voor feiten gepleegd door zijn ondergeschikten in de tenlastegelegde periode. Dit was ook door het openbaar ministerie bepleit.

LJ Nummer

BJ2796

Bron: Gerechtshof 's-Gravenhage Datum actualiteit: 16 juli 2009 Naar boven