Belgische Federale Overheid
*
Toespraak van Z.M. de Koning ter gelegenheid van de Nationale Feestdag
Datum: 20 juli 2009
Dames en Heren,
Op deze nationale feestdag denk ik in de eerste plaats aan allen die
wegens de internationale economische crisis hun baan hebben verloren.
Voor veel mensen en voor hun families is dit een harde beproeving. De
sociale gevolgen van de crisis zijn reusachtig en vragen om actie op
verschillende vlakken.
Verleden jaar met Kerstmis, en daarna in januari tijdens de toespraak
tot de overheden van het land, had ik het vooral over de te nemen
economische maatregelen zowel nationaal als internationaal. Vandaag
wens ik u te spreken over drie andere onderwerpen die in verband staan
met de crisis: ethiek, onderwijs en vorming, zonder de onontbeerlijke
aanpassing van onze institutionele structuren te vergeten.
Het komt me voor dat de ethiek een eerste gebied is waar we actie
moeten voeren. De crisis is grotendeels toe te schrijven aan het
gebrek aan ethiek. In de financiële sector zijn talrijke
verantwoordelijken onder druk van de markten bezweken om op korte
termijn almaar grotere winstmarges te verwezenlijken, meestal
onrealistisch, en zonder verband met de reële economie. Derhalve
werden zogenaamde toxische producten gekocht. De druk van de markten
werd verder nog versterkt door aanvullende beloningssystemen voor
beleidsmensen: de bonussen. Zij waren gebonden aan het halen van die
doelstellingen.
Die collectieve en individuele gedragingen, samen met onvoldoende
controle over de financiële tussenpersonen, hebben een wereldwijde
financiële crisis veroorzaakt waarvan de impact op de reële economie
verstrekkend is. Miljoenen banen in de wereld worden vernietigd, en de
crisis heeft in ontwikkelingslanden tot bovenmatige gevolgen geleid
die de meest kwetsbare bevolkingsgroepen treffen.
Pleiten voor de ontwikkeling van een ethiek op economisch en
financieel vlak lijkt me dan ook zeer belangrijk. Die ethiek moet
natuurlijk gepaard gaan met de oppuntstelling van regels en normen die
bij de controle over tussenpersonen en financiële producten
geëerbiedigd dienen te worden. Die controles moeten niet alleen
versterkt maar ook internationaal worden.
De nood aan normen slaat ook op het geheel van de bezoldiging van
managers. Laten we ons eraan herinneren dat het financiewezen de
economie moet dienen, en deze de mens. Het is van belang tot die
grondbeginselen terug te keren. De financiële instellingen en
tussenpersonen zijn er om spaargelden in te zamelen en om die middelen
voor het ontwikkelen van productieve projecten te lenen.
Benevens de financiële sector, kunnen wij ons ook nog vragen stellen
over het toenemende materialisme in onze samenlevingen, en of we niet
veel meer belang moeten hechten aan familiale waarden, aan
solidariteit, aan gemoedelijkheid en aan respect voor de andere.
Dienaangaande stel ik bij jongeren grote verwachtingen vast.
Nu wens ik een tweede onderwerp aan te snijden dat ook in betrekking
staat met de economische crisis. Het betreft de nood aan
kwaliteitsonderwijs en aan passende beroepsvorming. We moeten ons
immers voor ogen houden dat de wereld voortdurend verandert. Talrijke
inspanningen worden geleverd, zowel nationaal als internationaal om
nieuwe technologieën en milieuvriendelijke productiemethodes aan te
moedigen die innoverend en energiezuinig zijn en die weinig CO2
uitstoten. Die activiteiten zullen meer en meer onder de economische
motoren van onze samenleving worden gerekend.
De wereld bereidt zich geleidelijk voor om de economie te doen
heropleven, om de ontwikkeling te bevorderen van technologieën die het
milieu niet belasten en om energie te besparen. Het is dan ook nodig
in onze Gemeenschappen en Gewesten een bijzondere inspanning te
leveren om dat kwaliteitsonderwijs en die aangepaste beroepsvorming
waarover ik het zojuist had te behartigen. Op die manier zullen we op
zijn best onze bevolking aanmoedigen volop deel te nemen aan de
komende economische opleving en aan de veranderingen die ze zal
meebrengen. Morgen zal onze economie veel afwisselend talent vragen.
Vandaar de nood aan permanente vorming hetzij op technisch gebied,
hetzij in de wetenschappen, de talen, de informatica of nog andere
sectoren.
Tenslotte, om de crisis in België te bestrijden ben ik van mening dat
we orde op zaken moeten stellen in onze institutionele structuren.
Laten we tot overeenstemming komen betreffende de staatshervorming.
Deze moet tegelijkertijd een grotere verantwoordelijkheid aan de
gefedereerde entiteiten toekennen, voor de onontbeerlijke solidariteit
zorgen, en voor een efficiënte federale overheid met voldoende
middelen om de bevoegdheden uit te oefenen die de hare blijven. Dat
moet ons de mogelijkheid bieden toekomstige uitdagingen beter aan te
gaan.
In de komende twee jaar zullen ethiek, economie, onderwijs en de
staatshervorming bij ons alle aandacht opeisen. Maar zij betekenen
tevens een kans voor ons land om vooraan in de kopgroep van de
geïndustrialiseerde landen te blijven. Laat ons die opportuniteit ten
volle benutten.
Dat is de wens van de Koningin, van mezelf en van gans onze familie op
deze nationale feestdag.