Meer afdingen nu het kan

Amsterdam, 24 juli 2009

Afdingen gebeurt niet alleen op vakantie. Ook in Nederland proberen steeds meer consumenten weleens iets van de vraagprijs af te krijgen. Economische mindere tijden bieden extra kansen om te onderhandelen over de prijs.

Zoals veel vakantiegangers weten, is in veel landen afdingen de normaalste zaak van de wereld. Ook in Nederland blijkt een groot aantal consumenten weleens af te dingen. Van de 79.500 respondenten op de ING Vraag van Vandaag zegt 59% weleens af te dingen in eigen land. Vier op de tien (39%) dingt nooit af. Consumenten lijken nu vaker af te dingen dan eerst. De groep, die wel eens afdingt, is momenteel 2% groter dan een klein jaar geleden.

Mogelijkheden op de markt

Afdingen in Nederland is voor de meeste consumenten geen dagelijkse kost. De meeste producten hebben hier een vaste prijs. Willen we iets goedkoper dan zullen we bij de concurrent moeten gaan kijken of het ook voor minder kan of moeten wachten tot de uitverkoop. Afdingen bij de bakker of in de kledingzaak kan bij ons simpelweg niet. Toch zijn er bij ons ook momenten dat afdingen wel zin heeft en ook vaak gebeurt, bijvoorbeeld bij de aanschaf van een nieuwe auto, een huis, of één keer per jaar op de vrijmarkt.

Kansen nu het minder gaat

Nu het economisch tegenzit, gaan de prijzen minder hard omhoog. Winkels hebben minder ruimte om hun prijzen te verhogen. Daarnaast willen verkopers van veel duurzame goederen, zoals wasmachines of keukens, ook in deze economisch mindere tijden toch graag blijven verkopen. Dat betekent dat ze nu eerder bereid zullen zijn extra water bij de wijn te doen. In een recessie verbetert dus de onderhandelingspositie van de consument. Ook in Nederland kunnen ze nu door stevig te onderhandelen hun eigen portemonnee meer proberen te ontzien.

© 2009 ING Economisch Bureau