Gemeente Overbetuwe


Raad neemt in september besluit voor wel of niet verlenen vrijstelling voor FPC

---

Procedure Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) stap verder

Eind september neemt de gemeenteraad van Overbetuwe een besluit over het wel of niet verlenen van vrijstelling van het bestemmingsplan voor het FPC De Lingenburght in Zetten. Ofwel besloten wordt of er mag worden afgeweken van het bestemmingsplan of niet. Dit betekent dat dan duidelijk wordt of het FPC kan worden gerealiseerd of niet. Het college ging vorige week akkoord met een voorstel dat hierover wordt ingediend bij de gemeenteraad. Het college geeft in het advies aan zich te kunnen voorstellen dat de gemeente geen vrijstelling verleent omdat er geen politiek draagvlak is. Eerder op 26 mei 2009 gaf de meerderheid van de raad aan dat het FPC niet past binnen het bestemmingsplan. Hieronder zetten we de belangrijkste feiten nog een keer op een rij.

Hoe gaat het proces nu verder?


* De raad neemt op 29 september op basis van een advies van het college van burgemeester en wethouders, een besluit over het wel of niet verlenen van vrijstelling op grond van artikel 19, eerste lid WRO voor het FPC. Vrijstelling verlenen betekent het volgende: het bestemmingsplan zegt iets over het gebruik van een bepaald stuk grond en wat er wel of niet gebouwd mag worden. Als vrijstelling wordt verleend, krijgt de aanvrager toch toestemming om het terrein anders te gebruiken of te bebouwen dan volgens het bestemmingsplan mag.

* Als de raad dit besluit neemt in september, moet het college nog een besluit nemen over de bouwaanvraag voor het FPC. Het college had al een bouwvergunning verleend, maar hiertegen is bezwaar gemaakt. Het college moet die verleende bouwvergunning nu heroverwegen. Heroverwegen betekent dat het college nogmaals moet beoordelen of het de bouwvergunning voor het FPC kan verlenen. Hierbij moet rekening worden gehouden met de bezwaren die tegen het bouwplan voor het FPC zijn gemaakt.

Gaat het FPC er nu wel of niet komen?

Of het FPC er komt, hangt af van twee dingen: 1) het besluit van de raad over de vrijstelling ex artikel 19 WRO, en 2) het besluit dat daarna volgt van het college op de bouwaanvraag aan de hand van de gemaakte bezwaren.

Het eerste belangrijke besluit is het besluit van de raad. Als de raad namelijk geen vrijstelling verleent, kan het college voor het ingediende bouwplan ook geen bouwvergunning verlenen. Verleent de raad die vrijstelling wel, dan is het aan het college om te besluiten over de bouwvergunning. Hierbij moet het college rekening houden met de gemaakte bezwaren.

Kan ik nog bezwaar maken tegen het FPC?

Nee, bezwaar maken kunt u niet meer. Als de raad besluit om de vrijstellingsprocedure op te starten, kunt u in die procedure wel uw inspraakreactie geven. Later kunt u ook nog uw eventuele zienswijze hierover indienen. Dan neemt de raad een besluit over de vrijstelling. Als de raad de vrijstelling verleent, en het college vervolgens de bouwvergunning verleent, dan kunt u hiertegen beroep instellen bij de rechtbank in Arnhem.

Als de raad nu na de zomer besluit om de vrijstellingsprocedure niet op te starten, wat er op neer komt dat de vrijstelling wordt geweigerd, dan kan de O.G. Heldringstichting hiertegen bezwaar maken bij de raad. Als daarna het college de bouwvergunning weigert, kan de O.G. Heldringstichting tegen dat besluit ook nog beroep instellen bij de rechtbank.

Waarom is er in het eerdere proces geen mogelijkheid geweest voor inspraak?

Het college ging er eerst van uit dat de bouwaanvraag, met toepassing van een binnenplanse vrijstelling, paste in het bestemmingsplan. Als een bouwaanvraag past binnen het bestemmingsplan, moet het college een bouwvergunning verlenen en kan er geen inspraakprocedure gevolgd worden. Dat staat zo beschreven in de Woningwet. Omdat de bouwhoogte van het bouwplan voor het FPC niet binnen de bepalingen van het bestemmingsplan paste, heeft het college hiervoor wel inspraak verleend. Hierover zijn ook zienswijzen ingediend. Deze zienswijzen konden echter alleen betrekking hebben op de bouwhoogte van het bouwplan, niet over het gebruik als FPC.

Wat is er tot nu toe gebeurd?


* Op 6 november 2007 ontving de gemeente Overbetuwe een bouwaanvraag. Hierin verzocht de O.G. Heldringstichting om een bouwvergunning voor het bouwen van een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) op het terrein aan de Wageningsestraat 104 in Zetten.

* Op 7 oktober 2008 heeft het college van B&W vrijstelling op grond van artikel 15 WRO een bouwvergunning verleend voor het FPC. De vrijstelling was nodig om een hogere bouwhoogte mogelijk te maken dan op basis van het bestemmingsplan is toegestaan.
* Bij de rechter werd vervolgens een verzoek ingediend om de procedure stil te leggen, een zogeheten voorlopige voorziening.
* Op 22 januari 2009 deed de voorzieningenrechter de uitspraak dat de bouw van het FPC opgeschort moest worden omdat het niet zou passen binnen de bestemming âbijzondere doeleindenâ zoals deze staat omschreven in het bestemmingsplan.

* Op 2 maart 2009 bracht de onafhankelijke en externe bezwarencommissie haar advies uit aan het college. Zij gaf aan dat het gebruik van het FPC wel past binnen de bestemming âbijzondere doeleindenâ. Tevens gaf zij aan dat de ommuring niet past binnen de bouwregels van het bestemmingsplan.

* In april 2009 vraagt het college de gemeentelijke bezwarencommissie om nader advies. Dit omdat het advies van de commissie anders is dan de uitspraak van de voorzieningenrechter. Op 15 april j.l. geeft de commissie aan dat zij bij haar advies blijft.

* Het college besluit om de raad - via de commissie Ruimte van 12 mei 2009 - twee vragen voor te leggen: 1) vindt de raad, als planwetgever, dat het gebruik als FPC binnen het bestemmingsplan past, en 2) zo nee, wil de raad dan vrijstelling op grond van artikel 19, eerste lid Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) verlenen van het bestemmingsplan?

* Op 26 mei 2009 maakt de raad in meerderheid kenbaar dat hij van mening is dat het FPC niet past in het bestemmingsplan. Tevens besluit de raad dat hij zelf - als volksvertegenwoordiging - een besluit wil nemen over vrijstelling ex artikel 19, eerste lid WRO van het bestemmingsplan. Ofwel, de raad wil zelf bepalen of er in het geval van het FPC wel of niet van het bestemmingsplan mag worden afgeweken.