* Afwezigheid Rotterdams College bij de Gay Pride
* Voorkomen geweldsincidenten bij evenementen
* Ontevredenheid onder politieagenten
* Nijntjepalen
* Ramadantent Schouwburgplein II
vrijdag, juli 31, 2009
Protectiegelden op de kermis
Aan: Het college van Burgemeester en Wethouders
Stadhuis Rotterdam
Coolsingel 40
3011 AD Rotterdam
Rotterdam, 30 juli 2009
Schriftelijke vragen ter schriftelijke beantwoording
Onderwerp: protectiegelden op de kermis
Geacht college,
Met verbazing heb ik gelezen dat wij, in navolging van Amsterdam, nu
ook in Rotterdam jongeren die overlast op de kermis veroorzaken, gaan
belonen met een baantje. Ik hoop dat dit geen voorbode is om in de
toekomst ook bij overlastgevers op de thee te gaan.
Het idee is dat deze jongeren, gelijkgezinde jongeren ervan gaan
weerhouden rotzooi te trappen op de kermis omdat deze jongeren niet
tegen hun eigen groep gaan rebelleren. Hiermee bevestigt het
stadsbestuur dat één bepaalde groep, op basis van onacceptabel gedrag
een andere benadering verdient en alleen door mensen van gelijke
afkomst gecorrigeerd kan worden. Dit is een vorm van discriminatie
die, indien gebezigd door Nederlandse reljongeren, in alle toonaarden
veroordeeld zou worden. Maar er is nog een belangrijke reden om niet
op deze wijze allochtone overlastgevers te benaderen: het pakt op geen
enkele wijze de onderliggende mentaliteit aan. Erger nog: het
versterkt binnen deze groep de houding dat men zich van mensen met een
andere afkomst, geslacht of religie, geen fluit hoeft aan te trekken.
Ik heb hierover de volgende vragen aan het college:
1. Hoe rechtvaardigt u dit beleid ten opzicht van jongeren die geen
rotzooi trappen, maar evenveel moeite hebben een inkomen en/of
opleiding te krijgen?
2. Waarom wordt er niet gewoon middels politie en justitie opgetreden
tegen overlastgevers op de kermis?
3. Waarom kunnen problematische jeugdgroepen, in uw ogen, alleen door
anderen met een gelijke etnische achtgrond gecorrigeerd worden?
4. Als Nederlandse reljongeren zich vergelijkbaar opstellen, gaat u
deze dan op gelijke wijze benaderen?
5. Hoe gaat u het echte probleem, asociaal gedrag en de houding dat
men zich van andere groepen niets hoeft aan te trekken, aanpakken?
Als in Rotterdam door een bepaalde groep maar genoeg rotzooi wordt
getrapt, gaan we dit belonen met leuke projectjes, buurthuizen, of in
dit geval: een baan. Als dergelijk wangedrag leidt tot een beloning,
dan begint dit onderhand wel erg veel op protectiegeld te lijken zoals
de onderwereld ook in de horeca te werk gaat.
6. In hoeveel gevallen heeft u voor deze benadering gekozen? Kunt u
ons een overzicht van deze gevallen geven?
7. Wat is nog het onderscheid met criminele groepen die horecazaken
protectiegelden afpersen om herrie in de tent of erger te voorkomen?
Met vriendelijke groet,
Dries Mosch
Leefbaar Rotterdam
Leefbaar Rotterdam