Gemeente Utrecht


Korter verblijf daklozen in laagdrempelige opvang

30-06-2009

Gemeente en opvanginstellingen hebben het initiatief genomen om te zorgen dat mensen minder lang in de Laagdrempelige Opvang hoeven blijven. In overleg met belangenbehartigers van de doelgroep ontwierpen zij een aanpak, waarbij de doelgroep beter in kaart wordt gebracht en sneller wordt toegeleid naar zorg, huisvesting en dagbesteding. Het college van b en w heeft deze nieuwe werkwijze vastgesteld. Wethouder Welzijn Piet van der Sluijs: "Utrecht wil niet dat mensen noodgedwongen lang op straat verblijven. Met deze nieuwe aanpak zetten we een belangrijke stap naar het verdere herstel van dak- en thuislozen."

Al ruim tien jaar spant de gemeente Utrecht zich, samen met een aantal maatschappelijke partners, in om het aantal daklozen terug te dringen in de Laagdrempelige Opvang. De Sleep-Inn, de Nachtopvang in Zelfbeheer, het Smulhuis (alledrie onderdeel van stichting de Tussenvoorziening), het Catharijnehuis, het Leger des Heils, Release en Centrum Vaartserijn maken daar deel van uit. Mede dankzij de inzet van alle betrokkenen (zowel gemeente, instellingen als belangenbehartigers) en de doelgroep zelf (verslaafde) dak- en thuislozen, zijn grote vorderingen geboekt in Utrecht. Veel mensen zijn onder dak, hun gezondheid en leefsituatie zijn sterk verbeterd en overlast en criminaliteit zijn afgenomen. Nu kunnen we forse vervolgstappen te zetten voor het merendeel van de huidige bezoekers van de opvanginstellingen en toe te werken naar het herstel van deze resterende groep.

Korte opvang, snelle doorgeleiding
Er wordt gestreefd naar een korte verblijfsduur in de opvang en snelle toeleiding naar zorg, huisvesting en dagbesteding. Registratie van een aantal basale persoonlijke gegevens speelt daarbij een cruciale rol. Dit wordt zorgvuldig afgestemd met de dak-en thuislozen zelf. Er resteert een kleine groep voor wie verblijf in de opvang zinvol is, maar ook het hoogst haalbare. De Laagdrempelige Opvang kent op dit moment nog een landelijke toegankelijkheid. Er is een landelijke gedragscode in voorbereiding, waarin toegankelijkheid beperkt gaat worden tot de eigen zorgregio. De vier grote steden, waaronder Utrecht, zijn voorstander van de invoering van regiobinding, want de gedragscode sluit al grotendeels aan op de dagelijkse praktijk.

De nieuwe werkwijze voor de Laagdrempelige Opvang sluit aan bij de uitgangspunten in het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang. Via dit plan en met de bijbehorende middelen zorgen het rijk en de vier grote steden ervoor dat alle dak- en thuislozen onder dak komen en een op maat gesneden plan van aanpak voor hun problemen krijgen. Met de nieuwe visie is de Laagdrempelige Opvang ingebed in het Plan van Aanpak. Aan het eind van de zomer stellen de betrokken partijen een uitvoeringsplan op.