European Union



IP/09/1244

Brussel, 20 augustus 2009

Commissie wil werk maken van een mediageletterde samenleving

De manier waarop we met media omgaan verandert, de hoeveelheid informatie is enorm en vergt meer van ons dan gewoon kunnen lezen, schrijven of een computer gebruiken. De Europese Commissie waarschuwt ervoor dat jong en oud de boot van de high-tech informatiemaatschappij dreigen te missen indien geen extra inspanningen worden geleverd om de Europese bevolking voldoende mediageletterd te maken om beeld-, geluids- en tekstmateriaal te vinden, te analyseren en te beoordelen en om de traditionele en nieuwe media te gebruiken om te communiceren en nieuwe inhoud te creëren. De Commissie vindt dat de EU-lidstaten en de media zich meer bewust moeten zijn van de talrijke mediaboodschappen die mensen via reclame, films en het internet ontvangen.

"Interactie met de media betekent tegenwoordig veel meer dan een lezersbrief schrijven naar de krant. Media, en vooral nieuwe technologieën bieden steeds meer Europeanen toegang tot een creatieve, interactieve en collectieve wereld. De consument kan tegenwoordig zelf inhoud creëren en nieuwe werken creëren door het werk van derden aan te passen," zegt Viviane Reding, EU-commissaris voor Informatiemaatschappij en media. "Voor mensen die niet weten hoe ze met de nieuwe media, zoals sociale netwerken en digitale TV, moeten omgaan, wordt het moeilijk om actief deel te nemen aan onze maatschappij. We moeten ervoor zorgen dat iedereen mediageletterd is en niemand uitgesloten blijft. Mensen worden de hele tijd aangesproken, maar kunnen ze ook antwoorden? Wanneer burgers op een competente en creatieve manier met media kunnen omspringen, kunnen we een stap zetten naar een nieuwe vorm van democratische inspraak."

Om deel te kunnen nemen aan de huidige informatiemaatschappij moeten mensen begrijpen hoe de (oude en nieuwe) media functioneren. Na een oproep van het Europees Parlement heeft de Commissie vandaag richtsnoeren aangenomen waarin zij de lidstaten en de mediasector oproept de mediageletterdheid in Europa te bevorderen door middel van activiteiten om mensen te helpen toegang te krijgen tot de media en hen te leren de media waarmee ze in contact komen, zoals TV, film, radio, muziek, gedrukte media, het internet en digitale communicatietechnologieën, te begrijpen en kritisch te beoordelen.

Dankzij een opleiding in mediageletterdheid leren mensen beter gebruik maken van zoekrobots en leren schoolkinderen hoe een film wordt gemaakt of hoe reclame werkt. In sommige landen (zoals Zweden, Ierland en het VK) is mediageletterdheid reeds opgenomen in het leerplan. De Britse kidSMAR T-website leert jongeren hoe ze op een veilige manier gebruik kunnen maken van sociale netwerksites. Onderwijs is weliswaar een bevoegdheid van de lidstaten, maar de Commissie roept de EU-lidstaten op het debat aan te gaan over de manier waarop mediageletterdheid een belangrijke plaats kan krijgen in het onderwijs.

Mediagebruikers moeten zich bewust zijn van de risico's die zijn verbonden aan de verspreiding van hun persoonsgegevens. Naarmate gebruikers beter vertrouwd zijn met deze technologieën en een beter inzicht verwerven in het functioneren van onlinereclame, kunnen ze hun privacy beter beschermen. Mediageletterde gebruikers zullen meer belangstelling hebben voor hun culturele erfgoed en voor recente Europese culturele werken.

Uit het eerder deze maand gepubliceerde verslag van de Commissie "Digitaal Europa" (IP/09/1221) blijkt dat de Europeanen steeds betere computer- en internetgebruikers worden en dat 60% "digitaal geletterd" is, een belangrijk aspect van mediageletterdheid. 56% van alle Europeanen gebruikt minstens eenmaal per week het internet (tegenover 43% in 2005) en het aantal gebruikers in kansarme groepen neemt toe (zie bijlage).

Meer laaggeschoolden gebruiken het internet (van 53,5% in 2005 tot 62,5% in 2008, waarbij 100% het internetgebruik van de totale bevolking vertegenwoordigt). Werklozen maken meer gebruik van het internet (van 74,4% in 2005 tot 80,3 % in 2008) en het internetgebruik ligt bij vrouwen ongeveer even hoog als bij de totale EU-bevolking (een toename van 88,4% in 2005 tot 94,6% in 2008). De computer- en internetvaardigheden van vrouwen, werklozen en 55+'ers zijn er ten opzichte van de totale bevolking sinds 2006 met minstens 3% op vooruit gegaan.

Hoewel internetverbindingen, met name breedband, goedkoper worden, verklaart 24% van de Europeanen die thuis niet over een internetaansluiting beschikken dat zij niet over de nodige vaardigheden beschikken om het internet te gebruiken.

Achtergrond

Mediageletterdheid is het vermogen toegang te hebben tot de media, de verschillende aspecten van media en media-inhoud kritisch te beoordelen en in uiteenlopende contexten te communiceren. Het gaat om alle media, waaronder TV en film, radio, opgenomen muziek, gedrukte media, het internet en alle andere digitale technologieën.

In 2007 heeft de Commissie een mededeling inzake mediageletterdheid ( IP/07/1970 ) aangenomen in het kader van haar beleid om een eengemaakte markt voor de audiovisuele sector tot stand te brengen. Ook de Richtlijn audiovisuele mediadiensten ( MEMO/08/803 ), die in grensoverschrijdende regelgeving op het gebied van reclame voorziet, en het MEDIA 2007-programma ter ondersteuning van de Europese filmindustrie ( IP/07/169 ) maken hiervan deel uit. Voorts bevordert de Commissie de mediageletterdheid via filmeducatie in het kader van haar voorbereidende actie in het kader van MEDIA in derde landen . Doel van deze actie is met name jongeren op te leiden en bewust te maken van cinematografische of audiovisuele werken uit derde landen en vice versa.

De nieuwe aanbeveling van de Commissie inzake mediageletterdheid staat op:

http://ec.europa.eu/avpolicy/media_literacy/index_en.htm

Het verslag inzake het Europese digitale concurrentievermogen staat op:

http://ec.europa.eu/i2010

Annex

Europe's most active Internet users
live in Scandinavia

Figures and graphics available in PDF and WORD PROCESSED Source: Eurostat Community Survey on ICT Usage by Households and by Individuals

24% of the unconnected say they are not online because they do not know how to use the web

Figures and graphics available in PDF and WORD PROCESSED

Source: Eurostat Community Survey on ICT Usage by Households and by Individuals

Computer and internet skills development in the EU from 2005 to 2007

Figures and graphics available in PDF and WORD PROCESSED

Source: Commission study, Digital Literacy Review - Public policies and stakeholders initiatives in support of Digital Literacy

Index composition: No skills = 0 of 6 skills performed, low level of skills = 1-2 of 6 skills performed, medium or high level of skills = 3-6 of 6 skills performed.

The 6 skills looked at are the following:

a) Copying or moving a file or folder

b) Using copy and paste tools to duplicate or move information within a document

c) Using basic arithmetic formulas in a spreadsheet

d) Compressing (or zipping) files

e) Connecting and installing new devices, e.g. a printer or a modem

f) Writing a computer program using a specialised programming language

Related to questions E3 for computer skills and E4 for internet skills in the Eurostat Community Survey on ICT usage in Households and by Individuals. See annex 1 and 2 for exact data and breakdowns. Note that index skill questions regarding computer skills differed in 2005 with the simple item related to the ability to use a mouse to open programs being substituted with the somewhat more demanding item related to the ability to connect and install new devices such as a printer or a modem. Percentages of all individuals aged 16-74.

Figures and graphics available in PDF and WORD PROCESSED

Source: Eurostat Community Survey on ICT Usage by Households and by Individuals

Figures and graphics available in PDF and WORD PROCESSED

Source: Eurostat Community Survey on ICT Usage by Households and by Individuals