Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

> Retouradres Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal

Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

Datum 20 augustus 2009

Betreft Kamervragen over toezicht op kinderboerderijen

Pagina 1 van 2
Directie Landbouw
Prins Clauslaan 8
2595 AJ DEN HAAG

Postbus 20401
2500 EK DEN HAAG
www.minlnv.nl
Onze referentie
DL/2009/1298

Geachte Voorzitter,

Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op vragen van het lid Ouwehand (PvdD) over het bericht dat dieren op een kinderboerderij in Dommelen ernstig mishandeld zijn.


1
Bent u bekend met de ernstige mishandeling van cavia's en degoes op een kinderboerderij in Brabant op het moment dat er geen toezicht aanwezig was? 1),
2)
Ja

2, 3, 4 en 5
Deelt u de mening dat op kinderboerderijen waar jongeren, volwassenen en kinderen de gelegenheid wordt geboden in direct contact te treden met dieren, voorzorgsmaatregelen moeten worden getroffen om te kunnen garanderen dat die dieren niet worden mishandeld of anderszins in hun welzijn worden aangetast? Zo ja, kunt u dan uiteenzetten waarom u tot nu toe geweigerd hebt richtlijnen of regels uit te vaardigen om deze voorzorgsmaatregelen te borgen? Bent u op de hoogte van de situatie op veel kinderboerderijen, waarbij dieren weliswaar niet doelbewust worden mishandeld, maar met enige regelmaat toch (ernstig) in hun welzijn worden aangetast, zoals konijnen die in de verdrukking komen in de aaibak, cavia's die ondeskundig worden gehanteerd en jonge lammetjes en geitjes die door kinderen door de weide worden gesleept? Kunt u toelichten welke mate van toezicht u nodig acht om bovengenoemde situaties te voorkomen? Kunt u verder uiteenzetten welk niveau en welke vorm van begeleiding u wenselijk of nodig acht om met name kinderen te kunnen leren hoe ze met dieren moeten omgaan, een educatieve taak die u zelf toeschrijft aan kinderboerderijen?

Directie Landbouw
Datum

20 augustus 2009
Onze referentie
DL/2009/1298

Pagina 2 van 2

Kunt u toelichten hoe u het toezicht en de begeleiding op kinderboerderijen op het wenselijke niveau zult brengen?

Deze vragen hebben geen betrekking op mishandeling zoals in Dommelen heeft plaatsgevonden.
Een kinderboerderij voert zijn educatieve functie uit door direct contact van de bezoekers met het dier mogelijk te maken. Kinderen kunnen leren om te gaan met dieren. Daarbij is niet uit te sluiten dat door onverwachte handelingen van een kind, of door onwetendheid, af en toe stress optreedt bij het dier. De ouder of verzorger van een kind dat een kinderboerderij bezoekt is verantwoordelijk voor het gedrag van het kind. De kinderboerderij heeft de verantwoordelijkheid voor de zorg voor de dieren.

De Stichting Kinderboerderijen Nederland werkt met het Keurmerk Kinderboerderijen. Om het keurmerk te verkrijgen moeten kinderboerderijen voldoen aan diverse kwaliteitscriteria op het gebied van o.a. omgaan met dieren, veiligheid, organisatie en personeel. Dit keurmerk is een goed initiatief om dierenwelzijn op de kinderboerderij te bevorderen en zichtbaar te maken. Ik ben van mening dat de kinderboerderijen gemotiveerd zijn het welzijn van de dieren te waarborgen en de kinderen te begeleiden hoe om te gaan met de dieren. De wijze waarop de educatieve functie wordt ingevuld laat ik over aan de kinderboerderijen zelf.

Ik zie geen noodzaak voor een specifiek toezicht op het welzijn van de dieren op kinderboerderijen. De verzorgers zijn over het algemeen zeer betrokken bij de dieren en zorgen er goed voor.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg


1) Reformatorisch Dagblad, 25 mei 2009

2) www.ed.nl, 24 mei 2009