Ministerie van Economische Zaken

antwoorden op

Vragen over de verhoging van de prijs voor consumentenpost

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4
2513 AA 's-GRAVENHAGE

Datum 24 augustus 2009

Betreft Vragen over de verhoging van de prijs voor consumentenpost


Hierbij ontvangt u, mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de antwoorden op de vragen van lid Gesthuizen over verhoging van de prijs voor consumentenpost.

1
Wat is uw reactie op de uitlatingen over de consumentenpost van de heer Koorstra in het artikel "Over tien jaar is er geen post meer in Nederland"1, waarin hij aangeeft dat de prijs voor consumentenpost omhoog zal moeten om de zesdaagse bezorging te handhaven? Deelt u die zienswijze? Antwoord
Zoals ik eerder in beantwoording van kamervragen van het lid Ortega-Martijn (2251) heb aangegeven zal de volledige universele postdienst 2 jaar na de inwerkingtreding van de Postwet 2009 worden geëvalueerd. In het debat van 8 april jl. heb ik toegezegd ook de behoeften en het gedrag van de consumenten (bijvoorbeeld rondom de zesde bezorgdag of de activiteiten van de consument bij postvestigingen) in de evaluatie mee te nemen. Ik wil hier niet op vooruit lopen.

2
Op welke termijn zou sprake kunnen zijn van de noodzaak om de prijs voor consumentenpost te verhogen? Is dit iets wat u zou willen toestaan? Antwoord
Dit jaar worden de starttarieven voor de universele dienst door de OPTA vastgesteld. Zoals aangegeven in mijn brief van 17 maart 2009 (30536, nr. 100) ligt het in de lijn der verwachting dat de starttarieven om en nabij de huidige tarieven zullen worden vastgesteld, gegeven het feit dat voor de vaststelling van de tarieven zal worden uitgegaan van de daadwerkelijke kosten en het behaalde rendement van 2008. Eind 2010 worden de tarieven nogmaals door OPTA vastgesteld, dan op basis van ervaringscijfers met de omvang van de "nieuwe" universele dienst en conform het gestelde in artikel 25 Postwet: op basis van daadwerkelijke kosten en een genormeerd redelijk rendement. Ik kan nu niet aangeven tot welke tariefstelling dat zal gaan leiden. TNT heeft daarnaast de
1 NRC Handelsblad, 4 juli 2009
Pagina 2 van 2
Directoraat-generaal voor
Energie en Telecom
Directie Telecommarkt
Ons kenmerk
ET/TM / 9137975
mogelijkheid om, op basis van het tariefbeheersingssysteem (de pricecap), na de vaststelling van de starttarieven in 2009 haar tarieven te wijzigen binnen de opgebouwde ruimte (vanaf 1 januari 2009) op basis van de consumentenprijsindex van het Centraal Planbureau.
3
Wat is uw reactie op het feit dat de heer Koorstra een verband legt tussen de lage loonkosten van concurrenten van TNT en van dochteronderneming VSP en de hoge druk op de arbeidsvoorwaarden voor TNT-personeel?
4
Erkent u dat wat betreft dat laatste, het voorkomen van concurrentie op arbeidsvoorwaarden in deze uitzonderlijke situatie waarbij we te maken hebben met een onlangs geliberaliseerde markt waarin voorheen een staatsbedrijf een cao voor het bedrijf alleen kende, de politiek een taak laat liggen? Acht u het wenselijk dat postbezorgers mettertijd standaard wellicht het minimumloon verdienen, in acht nemende dat de druk op de arbeidsvoorwaarden bij TNT is ontstaan door het zojuist beschrevene?
Antwoord
In de postmarkt is zowel sprake van een voortgaande volumedaling als van een
- als gevolg van de volledige marktopening - toenemende onderlinge concurrentie. Vanuit dit gegeven is het onvermijdelijk dat bedrijven kritisch moeten kijken naar de kostenkant. De daarmee samenhangende consequenties voor het personeel zijn in deze situatie ingrijpend en het is dan ook van groot belang dat partijen daarover onderling goede afspraken maken. Het kabinet heeft in dit kader sociaal aanvaardbare arbeidsvoorwaarden consequent als voorwaarde gesteld voor volledige opening van de postmarkt. Daarbij is steeds benadrukt dat de verantwoordelijkheid voor de arbeidsvoorwaarden(vorming) primair bij de sociale partners ligt. Vanuit die verantwoordelijkheid worden de arbeidsvoorwaarden van de postbezorgers door sociale partners zelf ingevuld in de nieuwe cao voor de postvervoerbedrijven. Uitgangspunt van die cao is dat na 3,5 jaar na volledige marktopening minimaal 80% van de postverspreiders werkt op basis van een arbeidsovereenkomst. Bij een arbeidsovereenkomst dient ook ten minste het minimumloon (inclusief vakantiebijslag) te worden betaald. Daarnaast maken werkgevers en vakbonden in de cao verdere afspraken over de arbeidsvoorwaarden.

(w.g.) drs. F. Heemskerk
Staatssecretaris van Economische Zaken

Directoraat-generaal voor
Energie en Telecom
Directie Telecommarkt
Bezuidenhoutseweg 30
Postbus 20101
2500 EC Den Haag
T 070 379 8911 (algemeen)
www.ez.nl
Behandeld door
mevr. drs. M.E.J. Prinsen
T 070 379 8159
F 070 379 8266
m.e.j.prinsen@minez.nl

Ons kenmerk
ET/TM / 9137975
Uw kenmerk
2009Z13604