Gemeente Utrecht

2009 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
96 vragen van de heer V. Oldenborg
(ingekomen 26 augustus 2009)

Stadspartij Leefbaar Utrecht begint het langzamerhand ongelooflijk zat te worden om steeds opnieuw geconfronteerd te worden met overschrijdingen van termijnen voor reactie op bezwaren van burgers en termijnen voor WOB-verzoeken. De wetgever heeft duidelijke regels gesteld omtrent het functioneren van de overheid op dit terrein en we moeten constateren dat deze termijnen met de regelmaat van de klok niet gehaald worden. In een aantal gevallen ontstaat zelfs de schijn dat bezwaarmakers en/of verzoekers bewust geschoffeerd worden en daarmee wordt naar de mening van Stadspartij Leefbaar Utrecht enorme schade aangericht aan het vertrouwen van de burgers in de overheid. Nu zijn opnieuw de WOB-verzoeken van de heer Van Oosten met betrekking tot een aantal zaken op beleidsvelden van de dienst Stadsontwikkeling aan de orde en daarover hebben wij de volgende vragen:


1. Is het College met ons van mening dat het te gek is voor woorden dat het zo lang moet duren voor dat over WOB-verzoeken een besluit wordt genomen en dat dat besluit dan vervolgens ook voortvarend wordt uitgevoerd?
2. Kan het College zich voorstellen dat wij ons als raadsleden, met de burgers van deze stad, afvragen of het College nog wel enige invloed heeft op de gang van zaken binnen DSO?
3. Kan het College zich voorstellen dat de wijze van behandeling van de verzoeken van de heer Van Oosten zo langzamerhand de schijn beginnen te wekken van obstructie van een wettelijk vastgelegd democratisch recht?
4. Is het College met ons van mening dat deze schijn schadelijk is voor de gemeente?
5. Is het College zich bewust van het feit dat alle vertragingen, met als gevolg van bezwaar, op bezwaar, op bezwaar alleen maar contraproductief werken en leiden tot vele vertragingen die alleen maar extra geld en moeite kosten?
6. Welke maatregelen is het College van plan te nemen zodat aan deze onzalige gang van zaken een eind wordt gemaakt?
7. Is het College bereid de garantie af te geven, dat WOB-verzoeken van de heer Van Oosten en anderen in het vervolg binnen de aangegeven termijnen worden behandeld, of dat tenminste op een fatsoenlijke wijze met de aanvrager wordt gecommuniceerd bij onverhoopte en mogelijk in bijzondere gevallen onvermijdbare vertragingen?

---- --