Prinsjesdag 2009: milieubeleid in teken klimaattop Kopenhagen

Het jaar 2010 staat in het teken van de uitwerking van de afspraken op de internationale klimaattop in Kopenhagen eind van dit jaar. De internationale gemeenschap moet daar bindende afspraken maken over de terugdringing van de wereldwijde CO2-uitstoot.

De fundamenten van het klimaatbeleid worden steeds steviger. Het klimaatbeleid wordt steeds breder door het kabinet gedragen. Het aanvullende beleidsakkoord van april 2009 geeft daar blijk van. Van de ¤ 6 miljard aan stimuleringsmaatregelen is meer dan 30% expliciet gericht op verduurzaming: het geld is bestemd voor energiebesparing, duurzaam ruimtegebruik en de productie van duurzame energie. De stimuleringsregeling duurzame energie (SDE) wordt ruimer gefinancierd uit een opslag op het elektriciteitstarief. Daarmee krijgen bedrijven meer zekerheid voor toekomstige investeringen.

Klimaatbeleid in 2010

Kern van het klimaatbeleid blijft het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen door het tempo van energiebesparing te verhogen en de inzet van duurzame energie te vergroten. Dit gecombineerd met beleid gericht op ruimtelijke aanpassingen die nodig zijn door de klimaatverandering.

Het kabinet haalt de milieudoelen voor 2011. Op de langere termijn is dat echter onzeker. Extra ingrepen of alternatieven voor het huidige beleid kunnen nodig zijn. In juni 2010, bij de tussenevaluatie van het klimaatbeleid, zal het kabinet hierover beslissen.


* Internationaal klimaatbeleid. In 2010 en daarna gaat de internationale gemeenschap de in Kopenhagen afgesproken principes en doelstellingen uitwerken in juridisch bindende, mondiale mechanismen en richtlijnen. Afgesproken emissiereducties en overige acties moeten meetbaar en verifieerbaar zijn. Er moeten afspraken komen over de internationale financiën: wie betaalt hoeveel en wie houdt er toezicht? Hoe wordt de reductiedoelstelling van 30% minder CO2 verdeeld binnen de EU?
* Energiebesparing. Het is de ambitie om het elektriciteitsgebruik door verlichting in huishoudens met 30% te verminderen in 2011 ten opzichte van 2007. In september 2010 verdwijnen de 75W en de 60W gloeilampen uit de schappen. Er wordt een plan van aanpak tegen overbodige verlichting opgesteld (zgn. donkerte-beleid).
* Reductie overige broeikasgassen. Er gaan innovatieprogramma's in de landbouw uitgevoerd worden die emissiereductie tot gevolg hebben (emissiearm veevoer en precisielandbouw).
* Lokale en regionale initiatieven. VROM ondersteunt in 2010 300 gemeenten die beleidsplannen uitvoeren, gericht op het midden- en kleinbedrijf. Bedrijven zijn verplicht maatregelen op het gebied van energiebesparing te nemen die zich binnen vijf jaar terugverdienen.
* Biobrandstoffen. In 2010 zal de doelstelling van 4% biobrandstoffen voor het wegverkeer worden gerealiseerd. Ook wordt de EU-richtlijn hernieuwbare energie ingevoerd. Alle vloeibare brandstoffen moeten vanaf 2011 voldoen aan duurzaamheidscriteria om te mogen meetellen als duurzame energie.
* Luchtkwaliteit. Het NSL geeft het kabinet de zekerheid dat op tijd aan de Europese luchtkwaliteitsnormen wordt voldaan. Daarnaast zal de EU mogelijk eind 2010 met nieuwe voorstellen komen voor emissieplafonds van luchtvervuilende stoffen.
* Duurzaam inkopen. De rijksoverheid stimuleert groene innovatie door vanaf 1 januari 2010 100% duurzaam in te kopen. De gemeenten doen dit voor 75% en provincies en waterschappen voor 50%.

Ruimtelijk beleid: Mooi Nederland in 2010

Mooi Nederland werkt aan het beter benutten van bebouwd gebied door economische activiteit en stedelijke ruimte samen te bundelen. Open landschap blijft open en identiteit wordt versterkt. In 2010 treedt het eerste deel van de Algemene Maatregel van Bestuur Ruimte in werking, waardoor de kaders voor de ruimtelijke inrichting van Nederland vast komen te liggen.
* Toekenning van in totaal (rijksbreed) ¤ 165 miljoen aan de zogenoemde versnellingsprojecten uit de motie-Van Heugten.
* Herstructurering van 1000 à 1500 hectare verouderde bedrijventerreinen (in totaal 6500 hectare tot 2013), waarvan 40% in stedelijk gebied.
* In 10 gebieden worden in totaal voor 200 hectare aan verspreid liggende kassen gesaneerd en opgeruimd. Er komen enkele nieuwe rijksbufferzones bij, zodat extra mogelijkheden voor wandelen en fietsen rondom de steden ontstaan.
* Via het innovatieprogramma Mooi Nederland is voor de twee subsidierondes ¤ 13 miljoen beschikbaar voor innovatieve ruimtelijke projecten.
* Plannen voor de ontwikkeling van een Olympische hoofdstructuur worden uitgewerkt.

Noot voor redacties (