Ingezonden persbericht

PERSBERICHT Museum Het Rembrandthuis 15 september 2009

Ed de Heer geeërd met de Zilveren Museum Medaille

Op vrijdag 11 september heeft wethouder Freek Ossel de Zilveren Museum Medaille uitgereikt aan Ed de Heer, voormalig directeur van Museum Het Rembrandthuis. De uitreiking vond plaats tijdens de feestelijke opening van de afscheidstentoonstelling Oude liefdes, nieuwe wegen. 20 jaar verzamelen voor Het Rembrandthuis in de Boekmanzaal van het stadhuis.

Ed de Heer was 20 jaar werkzaam bij het Rembrandthuis en heeft zich volledig ingezet voor de reconstructie van het woonhuis van Rembrandt in de stijl van toen de schilder daar nog leefde. Dat deze reconstructie een breed publiek aansprak, blijkt uit de bezoekcijfers in het afgelopen decennium, van 80.000 in de jaren negentig tot 200.000 in 2008. De vele succesvolle tentoonstellingen die Ed de Heer organiseerde hebben tevens ruim aan deze bezoekersgroei bijgedragen. Op initiatief van Ed de Heer richtte het museum zich nadrukkelijk op de jeugd, met name het onderwijs, door het versterken van de educatieve functie. De nieuwe lesprogramma's die zijn ontwikkeld combineren kennis en creativiteit op een speelse en inspirerende manier.

De Museum Medaille wordt toegekend aan diegenen die zich bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt voor een museum in Amsterdam gedurende een periode van minstens 15 jaren.

Tentoonstelling
Oude liefdes, nieuwe wegen. 20 jaar verzamelen voor Het Rembrandthuis
12 september tot en met 29 november 2009

()

Ter gelegenheid van het afscheid van Ed de Heer toont Museum Het Rembrandthuis een keuze uit de grafiek die tijdens zijn bijna twintig-jarige directeurschap door het museum is verworven. Ed de Heer verzamelde systematisch, maar vooral met veel aandacht en liefde Rembrandts bronnen van inspiratie, grafiek van Rembrandts tijdgenoten en tevens van latere navolgers die zich op Rembrandts grafisch oeuvre inspireerden. Bovendien had De Heer een bijzondere belangstelling voor de nieuwe wegen die hedendaagse grafici insloegen.

Onder het bijna twintigjarig directeurschap van Ed de Heer heeft Museum Het Rembrandthuis zich stormachtig ontwikkeld en heeft het gebouw een ware metamorfose ondergaan. Een nieuwe vleugel werd in 1998 geopend, en de atelierwoning van Rembrandt werd ingrijpend gerestaureerd en wetenschappelijk onderbouwd gereconstrueerd. Een spectaculaire groei van de bezoekcijfers was het gevolg, van zo'n tachtigduizend naar omstreeks tweehonderdduizend bezoekers per jaar. Aan deze groei lag tevens een intensieve programmering van tentoonstellingen ten grondslag. Belangrijke overzichten van het werk van Rembrandt, maar ook de tijdgenoten en omgeving van Rembrandt werden belicht, geschraagd door intensief wetenschappelijk en kunsthistorisch onderzoek. De prestige en de internationale status van het museum groeiden door een intensieve samenwerking met vooraanstaande buitenlandse musea. Bovendien heeft de educatieve functie van het museum zich onder leiding van Ed de Heer ontwikkeld tot één die voor Nederland een voorbeeldfunctie heeft.

De collectie van het Rembrandthuis bestond tot 1990, het jaar waarin Ed de Heer tot directeur werd benoemd, vrijwel uitsluitend uit prenten van Rembrandt. Al kort na zijn aantreden werd een begin gemaakt met het aanleggen van nieuwe, Rembrandt gerelateerde deelverzamelingen, zoals kopieën en posthume bewerkingen van zijn prenten, reproductiegrafiek en werk van voorlopers, tijdgenoten en navolgers. Sinds 2000 richt het museum zich ook op het verwerven van werk van hedendaagse kunstenaars. Naast werken op papier werden, ten behoeve van de inrichting van het gereconstrueerde interieur van het Rembrandthuis, ook kunstnijverheid en schilderijen, verzameld. Hieronder bevinden zich ook de schilderijen van de zogenaamde pre-Rembrandtisten, waarvan het museum thans een representatief ensemble bezit.

Naar schatting werden zo'n 2500 werken door Ed de Heer verworven. Een aanzienlijk deel hiervan betreft schenkingen. Aankopen werden gefinancieerd door inkomsten uit de organisatie van reizende tentoonstellingen, waarmee het museum aan het eind de van de jaren negentig is begonnen. Voor de verwerving van enkele belangrijke stukken, zoals de etsplaten van Rembrandt, werden financiële bijdragen ontvangen van fondsen, bedrijven en particulieren.

Oude liefdes, nieuwe wegen. 20 jaar verzamelen voor Het Rembrandthuis toont een uitgelezen keuze van de grafiek, van zowel oude meesters als van levende kunstenaars, die tijdens de directeurschap van Ed de Heer door het museum is verworven. Zo'n 75 prenten zijn te zien, van Albrecht Dürer (1471-1528) tot Picasso (1881-1973) en van Giuseppe Castiglione (1688-1766) tot Seymour Hayden (1818-1910). Daarnaast is er een ruime selectie hedendaagse grafiek, met onder andere werk van Gérard de Palézieux (1912), Jacob Demus (1959), Erik Desmazières (1948), Nicolas Poignon (1963), Aat Veldhoen (1934), Willem den Ouden (1928) en Charles Donker (1940).

----------