Ministerie van Buitenlandse Zaken

beantwoording vragen van het lid Wilders over het bericht dat een 80-jarige Saudiër zijn 10-jarige bruid terugkrijgt

Kamerbrief inzake beantwoording vragen van het lid Wilders over het bericht dat een 80-jarige Saudiër zijn 10-jarige bruid terugkrijgt

Kamerbrief | 16 september 2009

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de vragen gesteld door het lid Wilders (PVV) over het bericht dat een 80-jarige Saudiër zijn 10-jarige bruid terugkrijgt. Deze vragen werden ingezonden op 28 augustus 2009 met kenmerk 2009Z15268.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Wilders (PVV) over het bericht dat een 80-jarige Saudiër zijn 10-jarige bruid terugkrijgt.

Vraag 1

Is het bericht "Saudiër (80) krijgt 10-jarige bruid terug" waar? 1)

Antwoord op vraag 1

Ja.

Vraag 2

Zo ja, deelt u de afschuw over dit bericht? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vraag 2

Ja

Vraag 3

Zo ja, deelt u de mening dat deze man zich als een varken gedraagt net zoals de barbaarse profeet Mohammed die met het zesjarige meisje Aisha trouwde?

Vraag 4

Deelt u de mening dat huwen met kinderen van die leeftijd walgelijk is en de meest krachtige veroordeling verdient? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op de vragen 2 t/m 4

In tegenstelling tot andere Islamitische landen kent Saudi-Arabië geen minimum leeftijdsgrens voor huwelijken. Volgens verschillende bronnen schijnen gearrangeerde huwelijken met kindbruiden met name in verafgelegen rurale gebieden voor te komen, waar stamverbanden nog sterk zijn.

Het van oudsher door de conservatieve geestelijkheid gedomineerde Ministerie van Jusitie heeft de resolutie uit 2008 van de Shoura (het Saudisch parlement) om de kindhuwelijken te reguleren, door in ieder geval een minimum leeftijd vast te stellen, nog niet omgezet in nieuwe wetgeving.

De Nederlandse regering is bezorgd over een flink aantal aspecten van de mensenrechtensituatie in Saudi-Arabië. Kinderrechten, waaronder de kindhuwelijken, vormen één van de ernstige tekortkomingen op mensenrechtengebied. In het kader van de diverse contacten over mensenrechten met Saudi-Arabië worden deze zorgen besproken en Nederland ondersteunt initiatieven ter verbetering van de mensenrechten in het land.

Nederland heeft zich in voorkomende gevallen, bilateraal en in EU-verband, krachtig uitgesproken over de mensenrechtensituatie in Saudi-Arabië, ook over marteling en wrede, onmenselijke en vernederende behandeling of bestraffing. Diverse malen is gewezen op de universaliteit van mensenrechten, waarbij is onderstreept dat culturele of religieuze gebruiken en tradities nooit als rechtvaardiging kunnen dienen voor mensenrechtenschendingen. Tijdens de Universal Periodic Review in Genève in februari jl. werd, onder andere door Nederland, scherpe kritiek geuit op de mensenrechtensituatie in Saudi-Arabië. Als één van de tekortkomingen werd het fenomeen kindhuwelijken aan de orde gesteld.

Nederland heeft vorige week deze zaak in EU-kader opgebracht. Op instigatie van Nederland zal het Zweeds Voorzitterschap binnenkort in een demarche haar zorgen overbrengen aan de Saudische autoriteiten over de manier waarop Saudi-Arabië de bepalingen, die zijn opgenomen in de VN Conventie voor de Rechten van het Kind, die zij in 1995 ratificeerde, in act neemt. Onder de noemer van deze Conventie tekent het Voorzitterschap protest aan tegen zowel de doodstraf voor minderjarigen, als kindhuwelijken.

Zelf heb ik, tijdens mijn bezoek aan Saudi-Arabië in mei jl., in mijn gesprekken met de vertegenwoordigers van de Saudi mensenrechtenorganisaties en met Shoura-leden zowel onze zorgen over de mensenrechten als onze voortgaande bereidheid tot ondersteuning van de bevordering van de mensenrechten in het land onderstreept. Ook heb ik conform mijn toezegging aan de Kamer enkele specifieke gevallen aan de orde gesteld.

Tevens is de mensenrechtenambassadeur voornemens Saudi-Arabië te bezoeken.

Ik hecht er overigens wel aan op deze plaats op te merken, dat ik mij distantieer van het in de vraagstelling gebezigde vulgaire taalgebruik.

De verantwoordelijkheid hiervoor ligt geheel bij de vragensteller.

Vraag 5

Zo ja, bent u bereid de ambassadeur van Saoedi-Arabië te ontbieden en hem uw afschuw mee te delen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 5

Ik zal de kwestie van de kindhuwelijken opbrengen bij de Saudische autoriteiten.


1) Nu.nl, 26 augustus 2009

http://www.nu.nl/algemeen/2069083/saudier-80-krijgt-10-jarige-bruid-te rug.html