Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap


1

> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag

Directie Leren en Werken Anna van Hannoverstraat 4 De voorzitter van de Tweede Kamer Den Haag Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Postbus 20018 project.lerenenwerken.nl 2500 EA Den Haag

Onze referentie PLW/2009/19350

Uw brief van 14 mei 2009

Datum 18 september 2009
Betreft Stand van zaken Plan van Aanpak Leren en Werken 2008-2011

Bij brief van 14 mei 2009 (kenmerk: 30012-14/2009D23323) heeft de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gevraagd op de hoogte te worden gesteld van de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van het Plan van Aanpak Leren en Werken 2008-2011. Met deze brief voldoen wij aan dit verzoek.

Via de oprichting van de Projectdirectie Leren en Werken heeft het kabinet vanaf 2005 extra geïnvesteerd in een leven lang leren. Het kabinet heeft aan het eind van de eerste projectperiode (2005-2007) besloten tot een doorstart van de projectdirectie tot 2011. We hebben flinke vooruitgang geboekt, maar we zijn er nog niet. Zo is er ten aanzien van de deelname van bepaalde groepen (laagopgeleide en oudere werknemers, werkzoekenden en met werkloosheid bedreigden) en sectoren (het gehele MKB) nog veel winst te behalen. Ook is er nog geen sprake van een structurele inbedding van leren in het volwassen leven. De Denktank Leren en Werken is na zijn installatie in juni 2008 aan de slag gegaan met het ontwikkelen van een langetermijnstrategie. De uitkomsten hiervan wijzen op de noodzaak van een cultuurverandering. De Onderwijsraad pleit in zijn verkenning "Middelbaar en hoger onderwijs voor volwassenen"1 voor een voortzetting van de cultuurverandering, die volgens de raad de afgelopen tijd is ingezet. Leren en werken moeten op een natuurlijke wijze met elkaar verbonden zijn in de levensloopbaan van mensen. Dat is nu nog niet zo. Realisering van een leven lang leren is een kwestie van lange adem. De juiste langetermijnmaatregelen kunnen dit proces versnellen. De huidige economische crisis draagt aan de versnelling bij. Door intensivering van de scholingsinspanningen kan de toename van de werkloosheid of de werkloosheidsperiode worden beperkt. Het kabinet stimuleert dit proces met de "Tijdelijke subsidieregeling omscholing werknemers bij dreigende werkloosheid", de "Stimuleringsmaatregel EVC" en de "Tijdelijke stimuleringsregeling leren en werken voor werkende jongeren zonder startkwalificatie, werkzoekenden en met werkloosheid bedreigden". In de uitwerking van het "actieplan Jeugdwerkloosheid" wordt ook een duidelijke verbinding gelegd met de


1 Middelbaar en hoger onderwijs voor volwassenen; verkenning, nr. 20090198/917, Onderwijsraad, Den Haag, juli 2009

a





activiteiten van Leren en Werken. Deze regelingen vormen mede een basis voor Datum versterking van de cultuurverandering en inbedding van leren en werken in Onze referentie bedrijven en in de regionale infrastructuur.

Tijdens de Europese top van Lissabon 2000 hebben de EU-lidstaten afgesproken om van Europa een dynamische kenniseconomie te maken. Daarvoor is een aantal streefdoelen geformuleerd over onder meer het te bereiken opleidingsniveau van de beroepsbevolking in 2010. Het Nederlandse kabinet heeft daaraan een aantal nationale doelstellingen gekoppeld voor onder andere het minimum opleidingsniveau van de beroepsbevolking (80% een startkwalificatie in 2010), het aandeel hoger opgeleiden in de beroepsbevolking (50% hoger opgeleid in 2020) en de deelname aan cursussen en opleidingen van de beroepsbevolking tussen 25 en 64 jaar, de zogenoemde leven lang leren doelstelling (20% in 2010).
In Lissabon is ten aanzien van de leven lang leren doelstelling afgesproken dat in 2010 12,5% van de EU-beroepsbevolking tussen 25 en 64 jaar deelneemt aan een cursus of opleiding. In 2000 was dit 8,9%. De scholingsdeelname in Nederland lag in 2000 op 15,5%, dus al ruim boven het EU-streefcijfer van 2010. Nederland behoorde en behoort daarmee nog steeds tot de vijf best presterende landen. Van alle 27 lidstaten kunnen alleen de Scandinavische landen en het Verenigd Koninkrijk betere cijfers overleggen. In 2008 was het deelnamecijfer gestegen tot 17%.

In het plan van aanpak 2008 ­ 2011 "Doorpakken met Leren & Werken"2 zijn de activiteiten gericht op verdere versterking van de regionale infrastructuren, het realiseren van 90.000 extra leerwerktrajecten/EVC-trajecten, de verdere ontwikkeling van EVC, het bereiken van burgers en werkgevers en de ontwikkeling van een visie en aanpak voor de langere termijn. Hieronder gaan we in op de activiteiten en de resultaten in het kader van dit plan van aanpak halverwege deze projectperiode.

De ontwikkeling en implementatie van EVC en maatwerk Met onze brief van 8 december 2008 (kenmerk: PLW/2008/34277) hebben wij uw Kamer geïnformeerd over de waarborging van het Ervaringscertificaat (EVC) in het Plan van Aanpak Leren en Werken 2008-2011. In de brief wordt ingegaan op de volgende aspecten:

· voorlichting via de massamediale publiekscampagne `Weet waar je staat, vraag je ervaringscertificaat';

· de landelijke ondersteuning door het Kenniscentrum EVC;
· de fiscale aftrekbaarheid via de Wet Vermindering Afdracht Onderwijs van door de werkgever gemaakte kosten van EVC tot een maximum van 319;
· de borging van de kwaliteit van het ervaringscertificaat door de introductie van de kwaliteitscode en

· de controle op de naleving daarvan en de gerealiseerde kwantitatieve doelen.


2 Doorpakken met Leren & Werken; plan van aanpak 2008 ­ 2011, Projectdirectie Leren & Werken, Den Haag, januari 2008

Pagina 2 van 5





Datum EVC is een product in ontwikkeling. Er zijn flinke stappen gezet in de richting van Onze referentie duurzame invoering van EVC. Nederland is een van de koplopers op dit gebied in Europa. Er worden acties ingezet die de invoering en het gebruik van het Ervaringscertificaat verder moeten versterken:


1. Drie jaar na invoering van het systeem van kwaliteitsbewaking van EVC zijn de partners3 van het in november 2006 daarover gesloten convenant tot de conclusie gekomen dat het noodzakelijk is dit systeem te actualiseren en waar nodig te verbeteren en te bestendigen. Het gaat dan niet om de inhoud van de code, maar wel om de bestuurlijke verantwoordelijkheden binnen en de borging van het systeem van kwaliteitsbewaking EVC. Het streven is in het voorjaar van 2010 tot een nieuw convenant te komen.


2. In het hbo moeten EVC en maatwerk worden ingebed in een bredere ambitie van hogescholen om een rol van betekenis te kunnen spelen op de scholingsmarkt van werkenden en een leven lang leren. Uiterlijk in oktober 2009 brengen we een regeling uit die is gericht op de ontwikkeling van een beperkt aantal hogescholen (4-6) tot instituten voor Leven Lang Leren. Naast verdere ontwikkeling van EVC en maatwerk staan externe oriëntatie, samenwerking met bedrijven en vraag- en klantgericht werken daarin centraal. Het project heeft een looptijd van twee jaar. De ontwikkelde aanpak en instrumenten worden actief overgedragen aan andere hogescholen. Dit voornemen is in lijn met de aanbeveling van de Onderwijsraad om een beperkt aantal instellingen voor hoger onderwijs de gelegenheid te geven zich te verbreden tot instellingen voor leven lang leren.


3. De leerwerkloketten spelen een belangrijke rol bij de bekendmaking van en advisering over het Ervaringscertificaat. Zij informeren en adviseren bedrijven en individuen over de inhoud en de voordelen ervan. De leerwerkloketten hebben ook een bredere taak in het adviseren over scholingsmogelijkheden en opleidingenaanbod. Adviseurs van het leerwerkloket gaan naar bedrijven om samen met de ondernemer de scholingsbehoefte van het bedrijf vast te stellen en een opleidingsplan te maken. In het totaalpakket van crisismaatregelen voor de arbeidsmarkt is extra geld beschikbaar gesteld ( 8 miljoen per jaar) voor de structurele inbedding van maximaal 40 leerwerkloketten. De 40 leerwerkloketten worden gekoppeld aan het UWV Werkbedrijf.


4. Om het Ervaringscertificaat breed bekend te maken is in 2008 de publiekscampagne "Weet waar je staat, vraag je Ervaringscertificaat" gestart. In 2009 is in het voorjaar de campagne vier weken lang via tv en radio uitgezonden. In het najaar wordt de campagne herhaald. In deze periode wordt de boodschap ook via internet gepromoot. De landelijke campagne wordt gecombineerd met een door de projectorganisaties uitgevoerde regionale campagne. In samenwerking met het UWV Werkbedrijf worden de specifieke met de crisis verband houdende scholingsmaatregelen onder de aandacht van werkgevers gebracht.


3 dat zijn de Rijksoverheid, de sociale partners, de Mbo-Raad, de HBO-Raad, Paepon, AOC- Raad, UWV en de OU.

Pagina 3 van 5





5. Het aantal afgegeven Ervaringscertificaten is de afgelopen jaren sterk Datum gestegen. EVC wordt ook meer en meer een regulier arbeidsmarktinstrument. Dat Onze referentie blijkt uit het steeds groter aantal cao's waarin afspraken over vergoedingen van het Ervaringscertificaat worden gemaakt, uit de vele O&O-fondsen die het Ervaringscertificaat deels vergoeden én ook uit de Stimuleringsmaatregel EVC die het kabinet via UWV heeft ingezet. Daarnaast is EVC recent voor gastouders door staatssecretaris Dijksma geïntroduceerd.
We willen het komende jaar nader kwantitatief onderzoek doen naar gebruik en inbedding van EVC ook buiten de stimuleringsregelingsmaatregelen van de overheid om. Daarnaast zullen we kwalitatief onderzoek doen naar de effecten van EVC.

Tijdelijke stimuleringsregeling Leren en Werken 2007 en 2009 In vervolg op de stimuleringsregeling 2005 is op 3 april 2007 de Tijdelijke stimuleringsregeling 2007 van start gegaan. Binnen deze regeling hebben we met 46 regio's afspraken gemaakt voor de realisatie van in totaal 40.926 leerwerktrajecten (duaal en EVC) per 31 december 2009. Vanaf 1 juni 2009 lopen in totaal 44.924 leerwerktrajecten, waarvan 10.066 voor jongeren tot 27 jaar. Daarmee is de in de regeling geformuleerde ambitie van 40.000 ruim voor het verstrijken van de regelingstermijn gehaald. Maken we onderscheid tussen duale trajecten en EVC-trajecten dan blijkt dat de ambitie ten aanzien van de duale trajecten fors is overschreden, maar dat de realisatie van de EVC-ambitie duidelijk meer moeite kost (tabel 1). In de komende maanden kan hierin nog verbetering optreden. Wat opvalt is dat er tussen de regio's grote verschillen zijn in het bereiken van de EVC-doelstelling. Er zijn regio's die 80% of meer van hun ambitie realiseren en er zijn regio's waar EVC nauwelijks van de grond komt. In het bovengenoemde onderzoek zal hieraan specifieke aandacht worden besteed.

Tabel 1: Stand van zaken Plan van aanpak Leren & Werken: 1 juni 2009

Periode Duaal + EVC Duale trajecten EVC-trajecten (totalen)


1e tranche ambitie Stand % ambitie Stand % Ambitie Stand % (looptijd tot projecten 1/7/09 projecten 1/7/09 projecten 1/7/09 31/12/2009
40.926 44.924 109,8 23.385 35.717 152,7 17.541 9.207 52,5

Op 7 februari 2009 is met de "Tijdelijke stimuleringsregeling leren en werken voor werkende jongeren zonder startkwalificatie, werkzoekenden en met werkloosheid bedreigden" (PLW/2009/961) de tweede tranche van de uitvoering van het plan van aanpak van start gegaan. Doel van de regeling is het realiseren van in totaal 50.000 leerwerktrajecten voor werkende jongeren zonder startkwalificatie en leerwerktrajecten voor werkzoekenden en met werkloosheid bedreigden. Het gaat hier om de resterende 50.000 van de totale ambitie van 90.000 leerwerktrajecten (tabel 2). In juli 2009 is aan 28 projecten subsidie toegekend voor het realiseren van in totaal 50.048 leerwerktrajecten. Hiervan zijn 38.609 trajecten gericht op werkzoekenden en met werkloosheid bedreigden en 11.439 trajecten op werkende jongeren zonder startkwalificatie. De projecten hebben een looptijd tot 31 december 2010.

Pagina 4 van 5





Datum

Onze referentie

Tabel 2: Ambitie Plan van aanpak Leren & Werken 2008 ­ 2011

Periode Ambitie Duale trajecten EVC-trajecten Duaal + EVC PvA 2008 - ambitie projecten ambitie projecten ambitie projecten 2011

1e tranche 40.000 23.385 17.541 40.926 (looptijd tot
31/12/2009)

2e tranche 50.000 38.336 11.590 50.048 (looptijd tot
31/12/2010)
Totaal 90.000 61.721 29131 90.974

Advies Tijd voor ontwikkeling4 van de Denktank Leren en Werken Ongeveer een jaar geleden hebben we de Denktank Leren en Werken opdracht gegeven ons te adviseren over een langetermijnstrategie voor een duurzame implementatie van een leven lang leren. Op 1 juli jongstleden heeft de Denktank ons het advies `Tijd voor ontwikkeling' aangeboden. De Denktank constateert, net als de Onderwijsraad in zijn verkenning over het middelbaar en hoger onderwijs voor volwassenen, dat er in de afgelopen jaren de nodige vooruitgang is geboekt, maar dat er een cultuurverandering nodig is om leven lang leren tot gemeengoed te maken. Om dit te bereiken doet de Denktank een aantal concrete voorstellen die er potentieel aan kunnen bijdragen dat leren een normaal onderdeel wordt van het volwassen leven. En dat is waarnaar wij uiteindelijk streven. In het najaar reageren we separaat op zowel het advies van de Denktank als op de verkenning van de Onderwijsraad.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Marja van Bijsterveldt ­ Vliegenthart

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Jetta Klijnsma


4 Tijd voor ontwikkeling; Advies van de Denktank Leren en Werken over het stimuleren van een leven lang leren in Nederland, ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Den Haag, juli 2009

Pagina 5 van 5