Vrije Universiteit Amsterdam

Romanisering van rurale gemeenschappen in de Civitas Batavorum. De casus Tiel-Passewaaij


* Startdatum: 23-09-2009


* Tijd: 10.45


* Locatie: Aula


* Titel: Romanisering van rurale gemeenschappen in de Civitas Batavorum. De casus Tiel-Passewaaij


* Plaats: Aula


* Spreker: S. Heeren


* Promotor: prof.dr. N.G.A.M. Roymans


* Onderdeel: Faculteit der Letteren


* Wetenschapsgebied: Letteren


* Evenementtype: Promotie

Bataven veranderden van kleine, zelfvoorzienende boerengemeenschappen in dorpen waar Romeinse manieren en voorwerpen ingang vonden en waar voedsel geproduceerd werd voor de bevoorrading van Romeinse legerkampen. Dit kwam doordat Bataafse jongemannen dienst deden in het Romeinse leger. Daar leerden ze Romeinse gebruiken en voorwerpen kennen en die kennis namen ze mee als ze terugkeerden naar de dorpen van oorsprong. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van archeoloog Stijn Heeren.

Al enige tijd staat romanisering, ofwel de integratie van lokale stammen in de Romeinse maatschappij, in de belangstelling. Wat gebeurde er met boerengemeenschappen vanaf het moment dat Romeinse legers ons land binnen marcheerden? Namen de lokale groepen Romeinse gebruiken over, ging men huizen anders bouwen, of wilde men juist niets van de Romeinse zaken weten?

Heeren deed onderzoek naar de romanisering van de Bataven, die in de Romeinse tijd in het Nederlandse rivierengebied woonde. Door de opgegraven vondsten en grondsporen van nederzettingen en grafvelden bij Tiel-Passewaaij tot in detail te bestuderen, bracht hij aan het licht hoe de Bataven veranderden van kleine, zelfvoorzienende boerengemeenschappen in dorpen waar Romeinse invloeden ingang vonden.

Naast deze economische integratie is een belangrijke verklaring voor de veranderingen dat Bataafse jongemannen dienst deden in het Romeinse leger. Daar leerden ze Romeinse gebruiken en voorwerpen kennen en die kennis gaf men door aan dorpsgenoten wanneer zij na het eervol ontslag terugkeerden naar de dorpen van oorsprong. Heeren concludeert dat er binnen enkele decennia na de Romeinse verovering er in Bataafse dorpen Romeinse ingrediënten aan de maaltijd werden toegevoegd, dat sommige plattelandsbewoners op Romeinse wijze hun lichaam verzorgden en enkelen zelfs konden rekenen en Latijn konden lezen/schrijven, dat boerderijen en graanopslagschuren naar Romeins model werden gebouwd en dat de lange greppels rondom de akkers in Romeinse maatvoering waren uitgedrukt. Op het Bataafse platteland was men veel Romeinser dan we lange tijd hebben gedacht.

© Copyright Vrije Universiteit Amsterdam