Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap


1

> Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 Postbus 20018 2500 BJ Den Haag 2500 EA Den Haag www.minocw.nl

Onze referentie VO/OK/151780

Uw brief van 7 september 2009

Uw referentie 2009Z15898

Datum 23 september 2009
Betreft beoordeling van examens

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Jan de Vries (CDA) van uw Kamer over blunders bij de beoordeling van examens (herexamens filosofie).

De vragen zijn mij toegezonden met uw bovenvermelde brief, kenmerk 2009Z15898

de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart

a
na 1 van 3 Pagi





2009Z15898 Datum

Onze referentie Vragen van het lid Jan de Vries (CDA) aan de staatssecretaris van Onderwijs, VO/OK/151780

Cultuur en Wetenschap, mevrouw Van Bijsterveldt-Vliegenthart, over blunders bij

de beoordeling van examens. (Ingezonden 7 september 2009)


1
Kent u het bericht "Vwo'ers ontdekken blunders bij nakijken examens"? 1) Deelt u de mening dat het voor de betrokken examenkandidaten een zeer ernstige vergissing met verstrekkende gevolgen is?

Ik ken genoemd bericht.
Ja, een dergelijke situatie mag zich niet voordoen.


2
Kunt u ons verzekeren dat de correctoren van de IB-Groep die 200 herexamens Filosofie hebben beoordeeld, in de andere 198 gevallen geen vergelijkbare fouten hebben gemaakt? Zo nee, bent u bereid de IB-Groep zo spoedig mogelijk opdracht te geven deze examens te herbeoordelen?

De Staatsexamencommissie heeft bij 90 vwo-kandidaten het herkansingsexamen filosofie afgenomen. Het examenwerk van twee kandidaten is opnieuw beoordeeld door ­zij het bij uitzondering - een derde corrector. Dit nadat deze kandidaten het gecorrigeerde examenwerk hadden ingezien en het vermoeden uitten dat niet alle vragen waren beoordeeld en voorzien van een score. De derde corrector kwam in beide gevallen tot een hogere score.
De Staatsexamencommissie heeft vervolgens onderzoek ingesteld naar de overige herexamens filosofie en heeft na een controle door nieuwe correctoren geconstateerd dat er daar geen fouten zijn gemaakt bij de beoordeling en de toekenning van de score. Het betrof in de onderhavige gevallen dus een uitzondering.


3
Kunt u ons verzekeren dat er bij de correctie van andere herexamens door de IB- Groep geen vergelijkbare fouten zijn gemaakt? Zo ja, op grond waarvan? Zo nee, welke actie onderneemt u om die verzekering te verkrijgen?

Zie het antwoord op vraag 2.


4
Hoe kan het zijn dat twee correctoren en de Staatsexamencommissie de foute correctie niet zelfstandig hebben ontdekt? Wijkt het correctiesysteem van de IB- Groep af van wat geldt voor de scholen voor voortgezet onderwijs? Zo ja, waarom? Moet ook de tweede correctie bij de IB-Groep niet verbeterd worden tot een volwaardige correctie, evenals bij de scholen voor voortgezet onderwijs?

Waarom de tweede corrector niet heeft gereageerd op het niet vermelden van de score door de eerste corrector kan liggen aan het feit dat het vermelden van de score per vraag niet voorgeschreven is en alleen bij de eindscore zichtbaar moet

Pagina 2 van 3





worden gemaakt. Ook voor hem geldt dat de tweede correctie een volledige Datum controle van het examenwerk moet omvatten.

Het correctiesysteem van de Staatsexamencommissie is namelijk identiek aan het Onze referentie systeem dat geldt voor de scholen voor voortgezet onderwijs. VO/OK/151780

De eerste en tweede corrector hebben onafhankelijk van elkaar de werken

gecorrigeerd. Bij verschillen in scores wordt in onderling overleg een definitieve score bepaald. Vervolgens wordt de totaalscore bepaald en de omzetting tot het cijfer. Indien de correctoren het onderling niet eens worden volgt een opdracht voor een derde corrector.


5
Bent u bereid de examenpraktijk bij de IB-Groep te evalueren en daarvan een verslag met de verbetervoorstellen naar de Kamer te zenden?

Er is geconstateerd dat er alleen in de onderhavige gevallen een onjuiste beoordeling heeft plaatsgevonden. Er is op grond daarvan geen aanleiding de gehele examenpraktijk te onderzoeken.
Hierbij wordt nog aangetekend dat vanaf 1 oktober 2010 de staatsexamens worden afgenomen onder de verantwoordelijkheid van het College voor Examens en hierdoor een andere aansturing voor de staatsexamens gaat plaatsvinden.

Pagina 3 van 3