Nederlandse melkveehouders mogen meer dierlijke mest uitrijden op grasland

Nederlandse melkveehouders mogen ook de komende jaren meer dierlijke mest uitrijden. Deze uitzonderingspositie, de zogenaamde derogatie, is vooral van belang voor de ruim 20.000 melkveehouders. Zonder deze derogatie moeten veel van deze melkveehouders dierlijke mest afvoeren. Met de derogatie kunnen ze de dierlijke mest nuttig op hun bedrijf gebruiken. Het Nitraatcomité van de Europese Unie heeft een positief advies gegeven op een voorstel van de Europese Commissie hierover.

Minister Verburg is blij met dit positieve advies: 'Het was een spannende periode en er is een maximaal resultaat gehaald. Er is een derogatie binnen waar we heel goed verder mee kunnen'.

Nederland had om deze uitzondering gevraagd omdat in Nederland grasland meer stikstof uit dierlijke mest opneemt dan de Nitraatrichtlijn veronderstelt. Daardoor spoelt er minder nitraat uit naar het grondwater. Nederland heeft de afgelopen jaren deze uitzonderingspositie ook gehad.

Sinds 1991 bestaat de Europese Nitraatrichtlijn. Deze richtlijn is er gekomen om de verontreiniging van grond- en oppervlaktewater met nitraat te verminderen. Stikstof in de mest is goed voor planten en gras, maar als er teveel stikstof in de bodem komt, kan dat veranderen in nitraat. Dit nitraat kan zich vermengen met het grondwater en dat tast dan de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater aan. Daarom schrijft de Nitraatrichtlijn voor dat er niet meer dan 170 kg stikstof per hectare per jaar uit dierlijke mest mag worden gebruikt. De richtlijn geeft ook de mogelijkheid om een uitzondering (derogatie) op dit voorschrift aan te vragen. Nederland heeft voor de tweede keer van die mogelijkheid gebruik gemaakt. Vooral melkveebedrijven die aan bepaalde voorwaarden voldoen, mogen tot 250 kg stikstof uit dierlijke mest per hectare per jaar gebruiken. De derogatie is verantwoord voor het milieu en vermijdt onnodige kosten voor bijvoorbeeld de aankoop van kunstmest.

Elke EU-lidstaat maakt een vierjarig actieprogramma om aan de Nitraatrichtlijn te kunnen voldoen. Dit jaar heeft Nederland het vierde actieprogramma gemaakt voor de jaren 2010 tot en met 2013. Het Nederlandse derogatieverzoek is gebaseerd op dit vierde actieprogramma. De Europese Commissie geeft het officiele besluit over de derogatie af zodra Nederland alle onderdelen van het vierde actieprogramma in wet- en regelgeving heeft vastgelegd.

Er zijn strikte voorwaarden voor boeren verbonden aan de 'derogatie'. Deze voorwaarden zijn gelijk aan de voorwaarden die de afgelopen jaren ook al golden. Zo heeft de derogatie alleen betrekking op mest van graasdieren; moeten deelnemende bedrijven minimaal 70% grasland hebben; moeten bedrijven een bemestingsplan maken; en moet de grond eens in de vier jaar bemonsterd worden. De Nederlandse overheid moet zorgen voor een landelijk monitoringsnetwerk waar het effect van de derogatie wordt bekeken.

Noot voor redacties (

RVD Mediafeed