Jongeren 2009: Een groot deel van de twintigers is te dik: 43%.

29/09/2009 22:09

Qrius

Jongeren 2009:


- Een grote meerderheid van de jongeren van 15-29 jaar (77%) heeft geen last van de economische recessie.


- 91% is positief over zijn eigen toekomst. 30% zelfs heel positief.


- Een groot deel van de twintigers is te dik: 43%.


- Zorgen om opkomst islam in Nederland nemen toe.

In de afgelopen weken is in de media veel aandacht besteed aan de gevolgen van de recessie voor jongeren. De jeugdwerkloosheid loopt op en veel jongeren voelen zich gedwongen om nog even door te studeren. Toch zegt een grote meerderheid van de jongeren, 77%, dat ze zelf geen last hebben van de economische recessie. Nog belangrijker is dat 91% positief is over zijn/haar eigen toekomst, waarvan 30% zelfs heel positief.

Dit blijkt uit het onderzoek Jongeren 2009, dat op woensdag 30 september wordt gepubliceerd. Het is de tiende editie van het Jongerenonderzoek van Qrius; de eerste editie verscheen in 1991. De meest recente gegevens van Jongeren 2009 zijn in de afgelopen week verzameld.

We hebben jongeren van 15-29 jaar ook gevraagd wat hun verwachtingen zijn voor het jaar 2010 op financieel gebied:


- 43% verwacht dat hun inkomsten zullen toenemen; 18% verwacht een daling.


- Slechts 5% verwacht schulden te moeten maken.


- 63% van de jongeren wil bijspringen als hun ouders in financiële moeilijkheden komen; bijvoorbeeld door meer te werken en kostgeld te betalen.

Maatschappelijke problemen: zorgen om opkomst islam nemen toe

In Jongeren 2009 is ook gevraagd over welke maatschappelijke onderwerpen jongeren zich zorgen maken, en in welke mate. Jongeren van 15-29 jaar maken zich het meest zorgen over de opwarming van het klimaat (18% zet dit op nummer 1), gevolgd door de opkomst van de Islam in Nederland (17%) en de veiligheid op straat en op school (16%). In vergelijking met eerdere metingen zijn de zorgen om de Islam vrij sterk toegenomen.

Gezondheid: veel twintigers zijn te dik

In de publieke opinie is er op dit moment veel aandacht voor te dikke kinderen. Uit Jongeren 2009 blijkt dat de problemen bij kinderen eigenlijk nog wel meevallen als we een vergelijking maken met twintigers. Daarvan is namelijk 43% te dik, zoals blijkt uit het onderstaande overzicht:

10-11 12-14 15-19 20-24 25-29

jaar jaar jaar jaar jaar

Te mager 5% 6% 4% 3% 3%

Normaal 80% 79% 85% 60% 49%

Te zwaar 14% 13% 9% 29% 37%

Veel te zwaar 2% 3% 3% 8% 11%

Zie het origineel
Duidelijk is te zien dat jongeren van 15-19 jaar het minste last hebben van overgewicht. We hebben deze cijfers berekend op basis van de door ons verzamelde gegevens over de lengte en het gewicht van kinderen en jongeren.

Media: ander gebruik van televisie, veel vernieuwingen slaan nog niet aan

Jongeren maken, zoals bekend, veel gebruik van media. Jongeren van 15-19 jaar besteden per dag bijna 4 uur aan media (235 minuten). Jongeren van 20-24 jaar 263 minuten en jongeren van 25-29 jaar 277 minuten. Deze gegevens zijn niet eerder door ons gemeten.

We zien, ten opzichte van 2007, grote verschillen in het gebruik van televisie. Jongeren van 15-19 jaar besteden nog maar 72% van hun kijktijd voor een 'normale' televisie. Er wordt steeds minder vaak gekeken op het moment dat een programma wordt uitgezonden. Er wordt steeds meer gekeken naar losse afleveringen van series die via internet worden verkregen. Er wordt steeds minder gezapt.

Printmedia staan sterk onder druk. Als het gaat om internet valt op dat veel vernieuwingen (nog?) niet aan slaan; denk aan widgets en tutorials maar bijvoorbeeld ook aan Twitter. Weinig jongeren hebben een smartphone.

Verder blijkt uit het onderzoek dat van de peuters van 2 en 3 jaar oud in Nederland al 26% minimaal één keer per week op internet zit.

Thema: we laten ons niet gek maken

Het overkoepelende thema van Jongeren 2009 is: we laten ons niet gek maken.

Kinderen en jongeren reageren betrekkelijk nuchter op alle echte of vermeende tegenslagen die op ze afkomen. Je zou kunnen zeggen: misschien dringen de recente ontwikkelingen nog niet helemaal tot ze door. Maar wij denken dat veel jongeren de ontwikkelingen als een gegeven beschouwen en proberen om er het beste van te maken. Uit het onderzoek komt het beeld naar voren dat jongeren nog steeds volop plannen en ambities hebben en een positieve kracht vormen.

Het thema is ook van toepassing op andere onderdelen van het onderzoek. We zien dat er tal van nieuwe ontwikkelingen zijn die door jongeren eigenlijk heel goed opgepakt zouden kunnen worden, maar die op dit moment toch niet op grote schaal doorbreken.

Het lijkt erop dat jongeren op dit moment tevreden zijn met dingen die al gedurende wat langere tijd beschikbaar zijn en dat ze nog volop mogelijkheden zien om zich als gebruiker van die producten en diensten verder te ontwikkelen.

Uit Jongeren 2009 blijkt dat een grote meerderheid heel tevreden is over zijn of haar leven, net als in voorgaande jaren. Dat ze bereid en in staat zijn om zich aan te passen, als de situatie daar om vraagt. En dat ze altijd positief blijven over hun persoonlijke toekomst en er op rekenen dat dingen uiteindelijk echt wel op hun pootjes terecht komen.

Over Jongeren 2009

Jongeren 2009 is de tiende editie van het Jongerenonderzoek. In 1991 verscheen het eerste onderzoek, daarna is het iedere twee jaar uitgevoerd. 'Jongeren' is dus een lang lopend onderzoeksprogramma, waarvan sommige onderdelen al sinds 1976 worden onderzocht. Het is, mede vanwege deze looptijd en de uitvoerige opzet, één van de belangrijkste bronnen van informatie over kinderen en jongeren in Nederland.

'Jongeren' stelt zich tot doel om op wetenschappelijk verantwoorde wijze informatie over kinderen en jongeren te verzamelen. In het onderzoek komt een breed scala aan onderwerpen aan bod, zoals onderwijs en werk, inkomsten en uitgaven, sporten en andere vormen van vrijetijdsbesteding, mediagebruik, normen en waarden, gezondheid en het gebruik van allerlei producten en diensten.

'Jongeren' wordt uitgevoerd door Qrius en gefinancierd door tientallen bedrijven en instellingen.

Voor Jongeren 2009 zijn 4.444 kinderen en jongeren van 6 t/m 29 jaar ondervraagd, alsmede 1.195 ouders van kinderen van 0 t/m 9 jaar. Beide groepen zijn representatief voor de populatie van kinderen, jongeren en ouders in de betreffende leeftijdsgroepen in Nederland. Het veldwerk heeft plaatsgevonden van januari tot en met april 2009. Aanvullend zijn in juli 2009 negen groepsdiscussies met jongeren gehouden. In september 2009 zijn sommige gegevens uit het onderzoek geactualiseerd.