ChristenUnie


Bijdrage Esmé Wiegman AO 'Eerstelijnszorg'

Bijdrage Esmé Wiegman AO 'Eerstelijnszorg'

woensdag 30 september 2009 14:00

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. De ChristenUnie is een groot voorstander van ketenzorg, maar wie niet? De vraag is hoe deze zorg wordt vormgegeven. Hoe ontstaat ketenzorg en hoe wordt zij bekostigd. Functionele bekostiging zou een goed middel kunnen zijn om het mooie doel van ketenzorg te bereiken. De kabinetsbrieven wekken bij mij de indruk dat functionele bekostiging een doel in zichzelf is geworden. De ChristenUnie constateert ook dat er al heel veel ketenzorg plaatsvindt. Ik ben laatst op bezoek geweest in het diagnosepunt in mijn woonplaats Zwolle waar huisartsen en ziekenhuizen op een mooie en snelle manier samenwerken. Dit levert een heel tevreden en goede geïnformeerde patiënt op. Er vindt ketenzorg plaats volgens een Zwols model. Het deed mij een beetje denken aan een soort van kip/eidiscussie. Volgens mij is functionele bekostiging niet de kip die het ei van de ketenzorg moet leggen. Als de minister zegt met functionele bekostiging een eerste mogelijkheid te bieden om te investeren in ketenzorg, dan waag ik dat een beetje te betwijfelen. Ik constateer dat er de nodige tijd en kwaliteit nodig is om tot een goede vormgeving en bekostiging van ketenzorg te komen.

Wij zijn in afwachting van de evaluatie van de Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie (ZonMw)-programma's voor de diabeteszorgketen. Het CPB heeft kanttekeningen geplaatst bij het verplicht voorschrijven van keten-dbc's. Er is duidelijkheid nodig voor het toekomstig oordeel van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) en de uitwerking van Europese aanbestedingsregels. Wij constateren ook dat belangen nog behoorlijk ver uiteen lopen waarbij eigenlijk de vraag is of functionele bekostiging het juiste breekijzer is om dit te doorbreken of dat er manieren zijn om belangen meer parallel te laten lopen om zo tot breed gedragen afspraken te komen.

Ik heb zorgen over de toename van administratieve lasten. Op rijksniveau zou misschien sprake kunnen zijn van afname, maar ik ben bang dat dat niet geldt op uitvoeringsniveau. Vormen van samenwerking die nu al vanzelfsprekend zijn ontstaan tussen huisartsen, ziekenhuizen en apothekers kunnen door formalisering aangetast worden en verzanden in een diffuus proces van onderhandelingen en contractering, dat niet altijd de meest logische uitkomst hoeft te bieden en heel veel tijd en kosten zal vragen. Mijn vraag is of de minister niet teveel anticipeert op positieve uitkomsten van invoering en werking door wijzigingen in de huisartsenbekostiging, waarbij met name de middelen voor de praktijkondersteuners worden doorgeschoven naar de keten-dbc's. Op die manier creëren wij met elkaar toch ook een financieel heel lastig vraagstuk. Hebben wij voldoende duidelijk en scherp dat functionele bekostiging echt de organisatie rond de patiënt centraal stelt en niet het ziektebeeld? Het kan zo maar gebeuren dat wij op papier goede intenties hebben, maar dat wij uiteindelijk constateren dat het geld stuurt en bepaalt. Zijn ook andere financieringsvormen van ketenzorg onderzocht? Ik denk hierbij aan het koptarief met mogelijkheden voor initiatieven op regionaal niveau, een beetje naar Duits model. Een ander belangrijk aandachtspunt is een gelijk speelveld voor de eerste en tweede lijn als het gaat over de vereveningsystematiek. Kortom, ik heb nog heel veel vragen en opmerkingen over hoe het uiteindelijk vormgegeven moet worden.

Ik wil vandaag twee cruciale zaken centraal stellen om te bepalen of wij wel of niet verder kunnen. Allereerst gaat het om de zorgstandaards. Er zal sprake moeten zijn van algemeen geaccepteerde en vastgestelde zorgstandaards. Ten tweede, als de minister volgend jaar gaat starten op basis van vrijwilligheid, dan wil ik volgend jaar graag een goede continuïteit van alle mooie dingen die er nu al zijn aan ketenzorg, gefinancierd met innovatiegelden, en dat deze niet van het ene op het andere moment worden stopgezet, waarbij alleen financiën verworven kunnen worden op basis van de functionele bekostiging.

Tot slot nog een opmerking los van de functionele bekostiging. Ik wijs nog even op een toezegging van de minister in een brief naar aanleiding van mijn opmerkingen van vorig jaar over deskundigheidsbevordering onder huisartsen als het gaat over doorverwijzing bij ongewenste zwangerschap. De minister geeft in zijn brief aan hij dit heeft meegegeven aan de Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG). Is dit inmiddels opgepakt door de NHG en is er positief op gereageerd in het afgelopen jaar? Daar zou ik graag antwoord op willen krijgen.

Esmé Wiegman