Intensieve samenwerking Rijk en gemeenten voor aanpak van
Marokkaans-Nederlandse risicojongeren
Nieuwsbericht | 06-10-2009
Vier ministeries, 22 gemeenten en de VNG gaan nauwer samenwerken om de
oververtegenwoordiging van Marokkaans-Nederlandse jongeren in
overlast, criminaliteit, schooluitval en werkloosheid te verminderen.
De ministers Hirsch Ballin (Justitie), Van der Laan (WWI), Ter Horst
(BZK), en Rouvoet (Jeugd en Gezin) hebben met 22 burgemeesters en de
VNG in Utrecht daarvoor maandag 5 oktober een intentieverklaring
ondertekend.
Met de ondertekening zetten alle partijen in op een samenwerking om
slimme en praktische oplossingen voor een geslaagde aanpak met elkaar
te delen.
De gemeenten werken al jaren aan de aanpak van de problematiek en gaan
nu nauw samenwerken. Door kennis te delen hoeven gemeenten niet zelf
het wiel uit te vinden. Met de intentieverklaring geven Rijk en
gemeenten prioriteit aan de aanpak van de Marokkaans-Nederlands
risicojongeren, waarbij extra capaciteit en
middelen worden vrijgemaakt. De aanpak laat zich samenvatten als
'grenzen stellen en perspectief bieden'. Voorop staat dat tegen
criminaliteit en overlast hard moet worden opgetreden.
Het Rijk voorziet de gemeenten waar nodig van middelen en instrumenten
zoals wet- en regelgeving en de eigen expertise. De VNG ondersteunt de
gemeenten en neemt bestuurlijk en ambtelijk deel aan het
samenwerkingsverband. Iedere gemeente blijft zelf verantwoordelijk
voor de aanpak van Marokkaans-Nederlandse risicojongeren.
Het kabinet heeft 22 gemeenten voor de samenwerking uitgenodigd. Dat
zijn gemeenten met een grote Marokkaans-Nederlandse gemeenschap, met
daarin relatief veel risicojongeren. Utrecht is gevraagd om de
samenwerking de komende vier jaar te coördineren, omdat de stad met
het project 'Onze Toekomst' een voorbeeldfunctie in het land vervult.
Ministerie van Justitie