4. Minutenregistratie Motie De Vries
Minutenregistratie Motie De Vries
Kamerstuk, 6 oktober 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Z/VU-2959934
6 oktober 2009
Betreft Minutenregistratie Motie De Vries
Geachte voorzitter,
Inleiding
Verschillende malen heb ik dit voorjaar tijdens debatten met uw kamer
van gedachten gewisseld over de zogenoemde minutenregistratie voor
AWBZ-zorg zonder verblijf. De aanleiding voor het debat was de oproep
van het kamerlid De Vries, om nog eens goed te kijken naar het belang
van de minutenregistratie, waarbij met name de vraag speelde of die
registratie onnodige bureaucratie voor de professionals in de hand
werkt. Deze oproep werd ondersteund door de kamerbreed aanvaarde motie
van de heer de Vries (Kamerstukken II, 2008-2009,30597, nr. 59) om de
minutenregistratie per onmiddellijke ingang te beëindigen.
Bij brief van 15 juni 2009 (Kamerstukken II, 2008-2009, 30597, nr. 74)
heb ik in reactie op de motie uiteengezet dat de minutenregistratie
een drieledig doel dient, namelijk registratie voor de vaststelling
van de eigen bijdrage van de verzekerde, de bekostiging van de zorg
voor verblijf en tot slot de registratie voor de salarisadministratie.
In de brief van 15 juni 2009 heb ik voorts aangegeven dat ik
cliëntenorganisaties, de koepels van zorgaanbieders, Zorgverzekeraars
Nederland (ZN), de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en het CAK
gevraagd heb om hun opvatting over de minutenregistratie. Op basis van
de feitelijke analyse en de opvattingen van de verschillende partijen
was de conclusie dat registratie op dit moment noodzakelijk is.
Nogmaals benadruk ik dat ik de strekking van de motie deel, maar niet
zal overgaan tot een onmiddellijke afschaffing van de
minutenregistratie.
Tijdens het debat van 21 juli 2009 was mijn brief van 15 juni 2009
geagendeerd en heeft u mij verzocht met betrokken partijen om de tafel
te gaan zitten, waarbij uitdrukkelijk het verzoek was om ook buiten
bestaande kaders een oplossing proberen te vinden voor vermindering
van de bureaucratie. Daarbij werd ondermeer gedacht aan een scherpere
koppeling met de indicatie. Met deze brief doe ik mijn toezegging
gestand om de uitkomsten van dit overleg aan u mede te delen.
Overleg met betrokken partijen
Inmiddels heb ik met cliëntenorganisaties (LOC, NPCF, CG-Raad), enkele
koepels van de zorgaanbieders (Actiz, VGN), belangenbehartigers van
verplegenden en verzorgenden (Sting en V en VN), ZN, het CAK en de NZa
op 2 september 2009 een constructief overleg gevoerd over de
minutenregistratie.
De uitkomst van dit overleg is dat breed wordt gedragen dat
registratie van genoten zorg op dit moment en ook in de toekomst op
enigerlei wijze onvermijdelijk is. Alle partijen geven echter wel aan
dat de uitvoeringspraktijk in sommige gevallen verbetering behoeft en
dat de ontwikkelingen van extramurale zorgzwaartepakketten moet worden
benut om de registratie te verminderen. Daarnaast ervaart de
zorgprofessional het vanuit zijn beroepsethiek als hinderlijk om te
gedetailleerd bij te houden hoeveel zorg hij geleverd heeft. De
professional acht het zijn taak om zorg te leveren en zal zich
derhalve vooral willen inzetten voor een administratie die ten dienste
staat van dit primaire proces.
In het overleg is geconcludeerd dat een drietal zaken moet worden
uitgevoerd.
1. Waar nodig zullen verbeteringen worden aangebracht in de bestaande
uitvoeringspraktijk.
2. Ik zal een pilot opstarten, waarin gewerkt zal worden met
zorgleefplannen op basis waarvan de bekostiging en de eigen bijdrage
worden vastgesteld.
3. Voor de wat langere termijn wordt gestreefd naar de ontwikkeling
van de extramurale zorgzwaartepakketten (ezp's).
Gestreefd wordt naar het vinden van een optimale combinatie tussen de
kwaliteit van de zorg en een minimale registratie. Ik licht de
genoemde conclusie van dit overleg hieronder kort toe.
Verbetering huidige registratie
Allereerst dient de bestaande uitvoeringspraktijk van registratie te
worden geoptimaliseerd. In de meeste gevallen hebben instellingen de
genoemde registratie van de omvang van de zorg via hoogwaardige
informatietechnologie zeer efficiënt geregeld. Via een elektronische
scan is registratie simpel. Tijdens het overleg is niettemin gebleken
dat er nog instellingen zijn die de zorguren handmatig registreren.
Dit is niet gewenst en ook niet nodig. Afgesproken is dat de
koepelorganisaties van de zorgaanbieders de `best practices' van
registreren met elkaar zullen uitwisselen. Binnen het
Transitieprogramma Langdurige zorg zijn voorbeelden beschikbaar van
ICT mogelijkheden die de genoemde registratie aanzienlijk hebben
geprofessionaliseerd.
Pilot zorgleefplannen
Het uitsluitend verbeteren van de huidige registratiemethodiek is
echter niet voldoende en beoogt uitsluitend het bestaande systeem te
optimaliseren. Daarom heb ik in genoemd overleg met partijen
voorgesteld om in een pilot te onderzoeken of kan worden gewerkt met
de zogenoemde zorgleefplannen. Hierbij zal ik zoveel mogelijk
aansluiten bij bestaande pilots.
De verzekerde heeft voordat hij zijn aanspraak op zorg geldend kan
maken een indicatiebesluit van het Centrum Indicatiestelling Zorg
(CIZ) nodig. Het indicatiebesluit is gebaseerd op een indeling in
functies en klassen. In dit indicatiebesluit is de inhoud en de omvang
van de zorg omschreven. Een verzekerde kan bijvoorbeeld aangewezen
zijn op persoonlijke verzorging of verpleging, waarbij hij is
ingedeeld in een klasse met een bandbreedte van twee tot vier uur
zorg. Het indicatiebesluit geeft derhalve niet weer hoeveel zorg deze
verzekerde exact nodig heeft. Het indicatiebesluit van het CIZ geeft
slechts de bandbreedte aan voor de omvang van de te leveren zorg.
Het is de bedoeling dat tussen de zorgaanbieder en de cliënt
vervolgens de nadere invulling van het indicatiebesluit van het CIZ
wordt besproken.
Daarbij kan de cliënt aangeven welke zorg hij wenst, de omvang daarvan
en eventueel op welk tijdstip. Deze afspraken worden vastgelegd in het
zorgleefplan. De zorgleefplannen zijn plannen die volledig zijn
afgestemd op de wensen van de cliënt. Op basis van dit zorgleefplan
kan de zorgaanbieder vooraf vaststellen welke eigen bijdrage de cliënt
verschuldigd is. Een registratie tijdens het verlenen van de zorg is
dan niet nodig.
Het CAK en de NZa hebben tijdens het overleg van 2 september
aangegeven dat zij buiten de reguliere registratiesystemen en
bekostigingsregels om bereid zijn deze pilot te faciliteren. De eigen
bijdrage en de bekostiging kunnen daardoor in deze pilot worden
afgestemd op het zorgleefplan.
De pilot moet inzicht geven in de vraag wat een verminderde
registratie via zorgleefplannen betekent voor de cliënt, voor de
zorgprofessional, het CAK en de zorgverzekeraar.
Het is mijn bedoeling om via deze pilot deze ervaringen van
betrokkenen te onderzoeken.
Extramurale zorgzwaartepakketten (ezp's)
In mijn brief van 15 juni 2009 heb ik u al laten weten dat ik gestart
ben met het ontwikkelen van ezp's. Mijn streven is om
zorgzwaartepakketten te ontwikkelen waar zowel de bekostiging als de
hoogte van de eigen bijdrage op is afgestemd.
Het is mijn bedoeling dat de ervaringen in de bovenomschreven pilot
van de zorgleefplannen en het daarop afstemmen van de bekostiging,
tevens extra input biedt voor de ontwikkeling van een afgewogen pakket
van zorg met een daarop voor de cliënt afgestemde eigen bijdrage.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport