Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Aanvullende maatregelen n.a.v. de nieuwe vondst van de Oost-Aziatische boktor.

07 oktober 2009 - kamerstuk

Brief waarin de minister de kamer informeert over alle maatregelen die zijn genomen sinds november 2007. Onder meer het verwijderen van waardplanten en het instellen van een bufferzone komen aan de orde.

Geachte Voorzitter,

Hierbij stuur ik u de antwoorden op de door de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gestelde vragen over de vondst van de Oost-Aziatische boktor (nr. 2009D44224).

1
Welke waardplanten zijn destijds, met wortel en tak, verwijderd en welke inzichten zijn in de periode tussen november 2007 en augustus 2009 na monitoring verkregen?
Begin 2008 zijn de voor Anoplophora Chinensis (Forster) (hierna: de boktor) als meest gevoelig beschouwde waardplanten verwijderd uit het relevante gebied, alle soorten van Esdoorn, Berk, Haagbeuk, Hazelaar, Beuk, Populier en Wilg. Platanen, eveneens horend tot de reeks voor de boktor meest gevoelige waardplanten, waren niet aanwezig in het betreffende gebied. Het verwijderen van deze waardplanten is gecombineerd met een vervolgtraject van intensieve monitoring, om zeker te stellen dat de maatregelen voldoende effectief zijn geweest om de boktor in het relevante gebied uit te roeien.
Uit de monitoring in de periode tussen november 2007 en augustus 2009, blijkt dat een bredere waardplantenreeks gevoelig is voor de boktor dan eerder verondersteld. Verder blijkt dat de boktor een minder sterke voorkeur heeft voor bepaalde plantensoorten dan gedacht en vooral de dichtstbijzijnde waardplanten aantast.

2
Hoeveel inspecties zijn er geweest in de periode van november 2007 tot augustus 2009 om te bezien of de aanpak zoals ingezet volstaat, en komt de recente ontdekking voort uit deze inspecties?

In de periode sinds het verwijderen van de waardplanten begin 2008 zijn
14 verschillende inspectieronden gehouden in het relevante gebied, waarbij de Plantenziektenkundige Dienst (hierna: de PD) op 19 augustus 2009 symptomen van aantasting (uitvlieggaten) en levende larven van de boktor heeft aangetroffen.
Daarnaast zijn in het besmette gebied 14 specifieke inspecties uitgevoerd op esdoornplanten die de PD heeft aangeplant om zo vroeg mogelijk signalen te kunnen opvangen van de aanwezigheid van de boktor. De boktor lijkt een voorkeur te hebben voor esdoorn.

3
Wat was het besmettingspercentage van de 114 bomen en grote struiken? Hoeveel partijen bij importeurs waren besmet en hadden deze importeurs mogelijk ook andere waardplanten staan?
Van de 114 bomen en grote struiken waren er 7 besmet (6%). Van de tijdens importseizoen 2007/2008 geïmporteerde partijen zijn 17 partijen besmet bevonden. Van eerder geïmporteerde partijen zijn bij importeurs/ afnemers 14 partijen besmet bevonden. Tijdens inspecties gericht op het importseizoen 2008/2009 zijn 4 partijen besmet bevonden. Bij de importeurs hebben ook andere waardplanten gestaan. Indien er aanleiding was te veronderstellen dat deze mogelijk aangetast waren, zijn deze waardplanten ook vernietigd.

4
Welke eisen aan controle en maatregelen worden gesteld vanuit Europa? Vóór het importseizoen 2008/2009 (tot november 2008) gold op grond van de Europese richtlijn 2000/29/EG de eis dat bij import een visuele inspectie moest worden uitgevoerd op aanwezigheid van de boktor. Naar aanleiding van de vondsten eind 2007 bij de importeurs heeft Nederland deze visuele importinspectie uitgebreid met aanvullend onderzoek en vervolginspecties na import. Sinds het van kracht worden van de Beschikking 2008/840/EG in november 2008 zijn deze scherpere importinspecties ook in EU-verband van toepassing. Verder zijn, daar waar een besmetting is geconstateerd, eisen gesteld aan het afbakenen van gebieden. In de afgebakende gebieden gelden aanvullende eisen voor de productie van waardplanten, als deze buiten het afgebakende gebied in de handel worden gebracht.

5
Zijn bij de huidige besmetting ook importeurs/primaire productiebedrijven betrokken?
Binnen het afgebakende gebied liggen twee productiebedrijven die door de maatregelen getroffen worden.

6
Wat heeft het instellen van een bufferzone met een straal van 1 kilometer rondom de besmette zone opgeleverd? Hoe lang blijft zo'n bufferzone in stand?

De bufferzone is bedoeld om door intensieve monitoring een beter beeld van de mate van verspreiding van het organisme te verkrijgen en zonodig bestrijdingsmaatregelen te nemen, dit ter bescherming van de teelt en groene ruimte. De inspecties in de bufferzone hebben tot dusver geen nieuwe vondsten van de boktor opgeleverd; de besmettingen die in augustus 2009 gevonden zijn, lagen in de reeds eerder aangewezen besmette zone.
Een bufferzone blijft tot minimaal vier jaar na de laatste vondst van de boktor in stand.

7
Is inmiddels onderzoek naar waardplanten in gang gezet? Nee.

8
Waarom komen de kosten voor het ruimen van bomen en struiken bij bedrijfsmatig beheerde terreinen voor rekening van de beheerder of eigenaar? Bij schade veroorzaakt door maatregelen tegen quarantaineorganismen heeft de overheid de afgelopen jaren een zeer terughoudend beleid gevoerd. Zoals eerder1 aan u is bericht ten aanzien van artikel 4 van de Plantenziektenwet, wordt in dit artikel niet beoogd een algemene schadevergoedingsplicht in het leven te roepen. Hetzelfde antwoord is van toepassing met betrekking tot ruiming, waar artikel 5 van de Plantenziektenwet op van toepassing is.
Handel in planten en plantaardige producten brengt het risico op insleep van schadelijke organismen met zich mee. Ondernemers die dergelijke producten verhandelen, hebben te maken met dit risico. Dit risico is inherent aan ondernemen. De verantwoordelijkheid voor het dragen van deze risico's ligt dan ook bij de ondernemers zelf. Dat geldt ook voor bedrijfsmatig beheerde terreinen. Deze ondernemers en beheerders dienen daarom zelf zorg te dragen voor ruiming onder toezicht van de PD, in geval van een uitbraak van een schadelijk organisme.
9
Op welke termijn kunnen we eventueel nieuwe bevindingen verwachten? Bij het verwijderen van de planten in de tuinen en op het gemeenteterrein in het najaar zal intensief geïnspecteerd worden op aanwezigheid van de boktor. Daarnaast zullen de monitoringinspecties in de afgebakende gebieden de komende tijd worden voortgezet.

10
Wat is de stand van zaken op Europees niveau ten aanzien van de uitbraak van de Oost-Aziatische boktor? Hebben andere landen ook te maken met nieuwe uitbraken na de eerste uitbraak?

1 Kamerstukken II 2006/07, 21 501-32, nr. 206

In Noord-Italië zijn enkele gebieden, samen meer dan 100 vierkante kilometer, zwaar aangetast door de boktor. De inspanning van de afgelopen jaren is onvoldoende gebleken om verdere verspreiding te voorkomen. De huidige inzet is de besmetting in te dammen en waar mogelijk terug te dringen. In Rome is een besmet gebied met een straal van ongeveer 700 meter. Italië is sinds 2007 bezig met een campagne om deze besmetting uit te roeien. Italië dient in deze gebieden, evenals Nederland, te handelen overeenkomstig Beschikking 2008/840/EG.
In Frankrijk zijn in 2003 twee besmette bomen op een kwekerij aangetroffen. De bomen en alle bonsai-planten op de kwekerij zijn vernietigd, in een straal van één km zijn twee jaar lang alle waardplanten geïnspecteerd. Er zijn geen nieuwe vondsten gedaan.
Andere gevallen van aantasting door de boktor hebben geen betrekking op uitbraken in Europa opgegroeide planten, maar betreffen vondsten in geïmporteerde planten.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg