Gemeente Utrecht


2009 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
116 Vragen van de heer drs. B.F.M. Beerlage
(ingekomen 6 oktober 2009)


Schriftelijke vragen inzake de Crisis- en herstelwet.

De Crisis- en herstelwet wordt door het kabinet gepresenteerd als een belangrijke stap in het bestrijden van de gevolgen van de economische crisis. Voor de Crisis- en herstelwet heeft het kabinet in kaart gebracht welke projecten met een significant effect op werkgelegenheid en economie te maken hebben met juridische belemmeringen. Deze wet bevat een groot aantal wetswijzigingen,die de uitvoering van onder andere grote bouwprojecten, zoals het stationsgebied Utrecht, moet versnellen. Het kabinet heeft de Crisis- en herstelwet vastgesteld. Hoewel de wet nog wel door het parlement moet worden behandeld, wordt voorzien dat het wetsvoorstel in werking treedt op 1 januari 2010.

In het persbericht van de gemeente Utrecht van 10 september jl. staat te lezen dat Wethouder Janssen het bezoek van de premier in het kader van de Crisis- en herstelwet aan het Utrechtse Stationsgebied nuttig vond en dat "we goed hebben kunnen uitleggen waar wij in Utrecht tegenaan lopen. De afspraak is gemaakt om te onderzoeken hoe de aanpak van het Stationsgebied in het kader van de Crisis- en herstelwet aanzienlijk kan worden versneld." En dat de gemeente Utrecht pleit voor een uitzonderingspositie en aparte wetgeving voor grootschalige binnenstedelijke herstructureringen, zoals het Stationsgebied. In Vrij Nederland van 3 oktober wordt na aanleiding van een interview met onder andere wethouder Janssen gesteld dat het aantal procedures voor het Utrechtse stationsgebied zal worden teruggedrongen in het kader van de Crisis- en Herstelwet.

De Raad van State heeft forse kritiek op de Crisis- en herstelwet gegeven. Onder andere dat deze wet niet in overeenstemming is met internationale verdragen. Volgens de Raad van State is het effect van versnelde uitvoering van projecten voor de economie beperkt en is het onduidelijk of versnelde uitvoering juridische houdbaar is en goed is voor de werkgelegenheid.

De PvdA is een groot voorstander van versnelling van de aanpak van het stationsgebied Utrecht maar vraagt zich af, gezien het advies van de Raad van State, of we met de Crisis- en Herstelwet niet "van de regen in de drup" belanden. In de raadsvergadering van 7 juli jl. wilde de PvdA al vragen stellen over de Crisis- en herstelwet, specifiek over de rol die het college bij de totstandkoming heeft gespeeld en welke consequenties deze wet zou kunnen hebben voor het Utrechtse Stationsgebied. Het presidium heeft op verzoek van het college deze vragen niet toegelaten omdat ze prematuur waren.


Dit leidt voor de PvdA fractie tot de volgende vraag:
1. Heeft het college meegewerkt aan, inbreng geleverd voor en afspraken gemaakt over de totstandkoming van dit wetsvoorstel?
2. Zo ja, kan het college de raad informeren over de medewerking/inbreng/afspraken?


In de berichtgeving wordt specifiek het Stationsgebied Utrecht genoemd. De Crisis- en herstelwet kent echter de mogelijkheid om ook andere projecten op te nemen waarvoor de wet dan gaat gelden.
3. Voor welke projecten in het stationsgebied is de Crisis- en herstelwet naar verwachting van toepassing en voor welke andere projecten in Utrecht zou de wet kunnen gelden?
4. Welke projecten heeft het college precies aangemeld of overweegt deze aan te melden.
5. Welke consequenties kan deze wet hebben voor projecten in Utrecht?


Volgens het persbericht van 10 september jl. pleit het college voor een uitzonderingspositie en aparte wetgeving voor grootschalige binnenstedelijke herstructureringen, zoals het Stationsgebied".
6. Welke wetswijzigingen of andere voorstellen heeft het college kenbaar gemaakt en welke afspraken zijn gemaakt en hoe leiden deze naar verwachting tot versnelling van de aanpak?
7. Hoe verwacht het college daarvan dat dit een versnelling oplevert in de totstandkoming van het Stationsgebied?
8. Het persbericht geeft aan dat de Crisis- en herstelwet extra werkgelegenheid schept in 2010. Kan het college aangeven hoeveel banen extra door de crisis en herstelwet in 2010 geschapen worden en op welke onderbouwing dit gebaseerd is?


Bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2009 heeft de wethouder in de Commissie Stad&Ruimte van 23 juni aangegeven dat het college in gesprek is met het Ministerie van Algemene Zaken om
te kijken of en hoe het stationsgebied als zone kan fungeren waarin dit soort principes kan worden toegepast. Daarbij is aangegeven dat een en ander wel 'Raad van State-proof' dient te zijn. Vanwege de juridische kanttekeningen van de Raad van State kan een uitvoering van de Crisis- en Herstelwet volgens de PvdA eerder extra juridische risico's opleveren met extra vertragingen tot gevolg dan een versnelling van de uitvoering.
9. Hoe beoordeelt het college de kanttekeningen van de Raad van State in het licht van mogelijke juridische risico's en mogelijke vertraging?
10. Welke consequenties heeft dit wetsvoorstel voor de beroepsmogelijkheden van burgers bij projecten in Utrecht?


---- --