Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

> Retouradres Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG
Agroketens en Visserij (AKV) De Voorzitter van de Tweede Kamer Cluster Mest- en Milieubeleid Prins Clauslaan 8 der Staten-Generaal 2595 AJ DEN HAAG
Postbus 20018 Postbus 20401 2500 EA DEN HAAG 2500 EK DEN HAAG www.minlnv.nl

Onze referentie AKVL/2009.2046

Uw referentie 2009Z14595

Datum 12 oktober 2009

Kamervragen over dodelijke gassen die ontstaan uit rottend zeewier

Geachte Voorzitter,

Mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, bied ik u hierbij het antwoord aan op de vragen gesteld door het lid Thieme (PvdD) over dodelijke gassen die ontstaan uit rottend zeewier.


1
Kent u het bericht "Fumes from rotting seaweed on France's northern beaches could kill"?

Ja.


2
Is het waar dat er voor mensen en dieren dodelijke gassen ontstaan uit rottend zeewier aan de Noord-Franse stranden?
Hoe groot acht u de kans dat dit verschijnsel zich ook in Nederland zou kunnen voordoen bij aanhoudende warmte?

Bij de afbraak van wieren in zee komen van nature gassen vrij, die in hoge concentraties giftig kunnen zijn. Mij is niet bekend dat aan de Nederlandse kust ooit concentraties werden bereikt die voor de mens gevaar opleverden. De kans daarop is ook niet groot, gezien de beperkte hoeveelheden die hier afsterven en de snelle verspreiding door de stroming en de wind.


3 en 4
Is het waar dat met name het nitraat afkomstig uit de intensieve veehouderij oorzaak is van de extreme algengroei? Zo ja, waarin verschilt de situatie in Noord-Frankrijk in opzicht van de Nederlandse situatie? Zo nee, waarop baseert u uw oordeel?

Is het waar dat Bretagne 5% van het Franse landbouwareaal uitmaakt maar 60% van de varkenshouderij, 45% van de kippenhouderijen en 30% van de zuivel- boerderijen?





Zo ja, welke conclusies trekt u daaruit voor wat betreft concentraties van Agroketens en Visserij (AKV) Cluster Mest- en Milieubeleid intensieve veehouderijen en de milieugevolgen daarvan in relatie tot de (on-)wenselijkheid van dergelijke concentraties?

Het is bekend dat de groei van algen in zee wordt bevorderd door de aanvoer van

nutriënten via de rivieren. In veel Europese landen is de landbouw een belangrijke bron van uitspoeling van nutriënten, met name in gebieden waar intensieve veehouderij geconcentreerd is. Dat laatste is onder meer het geval in Bretagne. Ik beschik echter niet over de cijfers waarom u vraagt. Europese lidstaten nemen middels de nitraatactieprogramma's op basis van de Nitraatrichtlijn maatregelen om de emissies uit de landbouw terug te dringen.

In het vierde actieprogramma inzake de Nitraatrichtlijn (Kamerstukken II 2008-2009, 28385, nr. 132) heeft de regering aangegeven dat de belasting van de Nederlandse rijkswateren en de kustzone met fosfor en stikstof, voor circa tweederde afkomstig is uit het buitenland. In het actieprogramma heb ik geschetst welke maatregelen worden genomen om de nationale bijdrage aan de nutriëntenbelasting van deze wateren te verminderen. In het programma is ook uiteengezet welke rol de afzet van dierlijke mest daarbij speelt en welke opgave er ligt voor de veehouderij om de bijdrage aan de belasting van de oppervlakte- wateren terug te dringen.

5 en 6
Bent u bereid het probleem van de watervervuiling als gevolg van de concentratie van intensieve veehouderij in Europees verband aan de orde te stellen naar aanleiding van de in Frankrijk geconstateerde problemen? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo nee, waarom niet?

Bent u bereid met uw Franse ambtsgenoten in overleg te treden over het mogelijke verband tussen de intensieve veehouderij en de geconstateerde algengroei en hun appreciatie van dit verband?

Nederland spreekt in het Nitraatcomité reeds met andere lidstaten over het bevorderen van 'goede landbouwpraktijk' en het terugdringen van de emissies uit de landbouw via de nitraatactieprogramma's. Daarnaast bespreken de Europese lidstaten in het kader van de Kaderrichtlijn Water de mogelijkheden om de emissies vanuit de landbouw verder terug te dringen. Ik zie dan ook geen aanleiding voor separaat overleg met Frankrijk over dit onderwerp.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg






---- --