Ministerie van Economische Zaken

Fiche: Mededinging inzake motorvoertuigensector

12 oktober 2009 | kamerstuk | Consumentenbeleid |

Bij brief van 30 september 2009 hebben de leden van de vaste commissie voor Economische Zaken mij verzocht om hen een afschrift te sturen van de reactie van het kabinet aan de Europese Commissie op haar mededeling over het toekomstige kader voor het mededingingsrecht in de motorvoertuigensector (hierna: de mededeling) en hen daarbij tevens te informeren over het verdere behandelingstraject en de beïnvloedingsmogelijkheden.

Datum 12 oktober 2009
Betreft Fiche: Mededinging inzake motorvoertuigensector

Bij brief van 30 september 2009 hebben de leden van de vaste commissie voor Economische Zaken mij verzocht om hen een afschrift te sturen van de reactie van het kabinet aan de Europese Commissie op haar mededeling over het toekomstige kader voor het mededingingsrecht in de motorvoertuigensector (hierna: de mededeling) en hen daarbij tevens te informeren over het verdere behandelingstraject en de beïnvloedingsmogelijkheden. Aan dat verzoek kom ik in deze brief tegemoet.
In de aanloop naar de publicatie van de mededeling heb ik - mede naar aanleiding van uitvoerig overleg met de verschillende belanghebbenden over het toekomstige kader voor het mededingingsrecht in de motorvoertuigensector - het Nederlandse standpunt ten aanzien de groepsvrijstelling in de motorvoertuigensector naar de Europese Commissie verstuurd. Een kopie van de Nederlandse versie hiervan stuur ik u als bijlage bij deze brief toe.
Op grond van artikel 1 van verordening 19/65 heeft de Europese Commissie de bevoegdheid gekregen om te bepalen dat artikel 81, lid 1 EG (het kartelverbod) niet van toepassing is op bepaalde groepen en categorieën (zogeheten groepsvrijstellingen). Deze bevoegdheid van de Europese Commissie is exclusief. De beïnvloedingsmogelijkheden van overheden en andere belanghebbenden zijn hierdoor in principe beperkt. In het verdere behandelingstraject van de vaststelling van de Europese regelgeving ten aanzien van de motorvoertuigensector, voorzie ik toch een drietal mogelijkheden tot beïnvloeding. Allereerst is er medio november 2009 een consultatieronde, waar lidstaten in het Europese adviescomité inzake mededinging de gelegenheid krijgen hun visie op het toekomstige kader voor het mededingingsrecht met betrekking tot de zogenaamde 'aftersales'-overeenkomsten in de motorvoertuigensector toe te lichten. De Europese Commissie zal vervolgens rond eind november een eerste concept van de sectorspecifieke verordening of richtsnoeren met betrekking tot deze overeenkomsten voor reparatie- en onderhoudsdiensten en/of levering en distributie van reserveonderdelen publiceren. Hierop volgt een publiek consultatieproces, waarbij alle belanghebbenden - waaronder de betrokken brancheorganisaties - acht weken in de gelegenheid gesteld worden om hun visie op de conceptregelgeving kenbaar te maken. Tot slot zal de Europese Commissie, voorafgaand aan definitieve besluitvorming, een laatste consultatieronde met de lidstaten in het Europese adviescomité inzake mededinging beleggen. Ik zal in het verdere consultatieproces de standpunten van de betrokken brancheorganisaties mee blijven wegen.
Ik zal uw Kamer via de gebruikelijke weg informeren wanneer de Europese Commissie regelgeving over het toekomstige mededingingsrechtelijke kader van de motorvoertuigensector publiceert.

(w.g.) Maria J.A. van der Hoeven
Minister van Economische Zaken